Een geschiedenis van de farizeeën

Een geleerde met een boekrol (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

In het Nederlands is “farizeeër” een scheldwoord. Dat komt door een donderpreek in het Evangelie van Matteüs 23, waarin Jezus uithaalt naar de farizeeën en schriftgeleerden van zijn tijd, die hij typeert als obstakels, hypocrieten, muggenzifters en huichelaars. Laat “adderengebroed” even op u inwerken om te realiseren hoe beledigend die term is.

Het is al sinds de negentiende eeuw bekend dat de scheldkanonnade nooit in deze vorm kan zijn uitgesproken. Het is materiaal uit Matteüs’ bewerking van de bron-Q. De erop gebaseerde beeldvorming is echter blijven bestaan. De Joodse auteur Flavius Josephus helpt ook al niet: de man had een diepe afkeer van alles wat vies, voos en farizees was en hij laat zich in zijn Joodse Oorlog eigenlijk systematisch negatief over hen uit. Pas later, toen hem duidelijk moet zijn geworden dat het toekomstige jodendom een farizees karakter zou krijgen, konden er een paar aardige woorden vanaf, zoals de opmerking dat hij zich liet inspireren door de farizese voorschriften (Uit mijn leven 12). Hier staat het tegengestelde van wat er lijkt te staan: hij zegt hier dat hij een sadducee was, want zoals Josephus zelf ergens laat vallen volgden de sadduceeën doorgaans de farizese halacha.

Lees verder “Een geschiedenis van de farizeeën”

De Nabateeërs van Petra

Een Nabatees portret uit Mada’in Salih (Archeologische Musea, Istanbul)

Voor ik het met u kan hebben over de Nabateeërs, een Arabische stam in zuidelijk Jordanië en het noordwesten van Saoedi-Arabië, moeten we het eerst hebben over de Assyriërs. In de loop van de negende en achtste eeuw v.Chr. onderwierpen die grote delen van de Levant. Na 612 v.Chr. namen de Babyloniërs de macht over in het Nabije Oosten. Zij annexeerden de koninkrijkjes die nog ontbraken aan het oosterse wereldrijk: Juda in 587, Ammon en Moab in 582, Edom in 553. Koning Nabonidus trok daarna verder naar de oase Tayma en bereikte uiteindelijk Yatrib, het huidige Medina.

Daarmee kwam een einde aan een reeks kleine IJzertijdstaten, zonder dat er duidelijk nieuw gezag was. De bewoners hergroepeerden en verplaatsten zich. De bewoners van Edom lijken naar het noordwesten getrokken en in het gebied dat ze achterlieten treffen we de Nabateeërs aan. In een jong deel van het boek Jesaja lezen we dat “Nebajoth” kwamen offeren in Jeruzalem (60.7). We weten niet zeker of dat Nabateeërs zijn, maar het zou kunnen.

Lees verder “De Nabateeërs van Petra”

M10 | Jonathan de Makkabeeër

Balas (Louvre, Parijs)

[Tiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Zoals ik gisteren aangaf, was Bakchides, de generaal die namens Demetrios I Soter was uitgezonden tegen Judas de Makkabeeër, erin geslaagd de opstand te onderdrukken. Judas was gesneuveld en zijn broer Jonathan ging verder als bandietenleider.

Er volgden meer Seleukidische successen. In 154 annexeerde men Cyprus, een eiland waarop ook koning Ptolemaios VI Filometor van Egypte zijn zinnen had gezet. Deze zond daarom een rebel tegen Demetrios in het veld, Alexandros Balas, die al snel steun verwierf binnen de Seleukidische koninklijke familie. De opstandeling arriveerde in Ptolemaïs met een strijdmacht die zó groot was dat de soldaten van de Seleukidische garnizoenen in Judea er meteen het bijltje bij neergooiden. Dit was het begin van een burgeroorlog die in 150 eindigde met Demetrios’ definitieve nederlaag.

Lees verder “M10 | Jonathan de Makkabeeër”

M09 | Bakchides’ successen

Hellenistische wapens

[Negende blogje van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Het ontslag van Menelaos en de aanstelling van Alkimos, waarover ik gisteren blogde, schiepen evenveel problemen als het oploste. De Joden bleven verdeeld. Judas de Makkabeeër had geclaimd de ware Joodse godsdienst te verdedigen tegen een afvallige hogepriester en was door koning Antiochos IV Epifanes tot op zekere hoogte in het gelijk gesteld. Dat verschafte Judas aanzienlijk gezag. Als hogepriester genoot ook Alkimos echter aanzienlijk prestige. Het kon niet anders of de meningsverschillen zouden escaleren.

Derde fase

En inderdaad, het duurde niet lang eer het bloed weer vloeide: de derde fase van de strijd was begonnen. Dit keer was het geen verzet tegen een decreet en geen vete tussen een krijger en een hogepriester, maar een strijd over de vraag wie het in religieuze zaken voor het zeggen had. In dat conflict stonden de Hasmoneeën er slecht voor. Veel Joden waren tevreden nu de hogepriester behoorde tot een aanvaardbare familie, zodat Judas minder steun ondervond dan voorheen. Bovendien kon de hogepriester terugvallen op de koning, al werd de minderjarige Antiochos V Eupator in 161 v.Chr. vervangen door zijn neef Demetrios I Soter.

Lees verder “M09 | Bakchides’ successen”

De gelijkenis van de farizee en de tollenaar

Tiberius (Musée Grand Curtius, Luik)

Als historicus mag (nee, moet) ik dan seculier zijn, de zondag is een fijne dag om te bloggen over het Nieuwe Testament. Afkomstig uit een wereld waar bijna alle geschreven bronnen gaan over de elite, biedt het Nieuwe Testament verhalen over gewone mensen, zoals vissers en timmerlieden. En tollenaars, waarover ik het vorige week had. Vandaag wil ik daarop verder gaan met de gelijkenis van de farizee en de tollenaar uit het Evangelie van Lukas.

Wat farizeeën zijn, is een lastige vraag. Historici grappen weleens dat de speurtocht naar de historische farizee net zo lastig is als de speurtocht naar de historische, joodse Jezus. Het staat echter vast dat de farizeeën de diverse regels die verplicht waren voor de priesters ook aanvaardden voor zichzelf. Omdat de ontstaansgeschiedenis van de stroming onduidelijk is, weten we niet waarom ze dat deden. Eén theorie zegt dat met het aantreden van de hogepriester Jonathan rond 150 v.Chr. de cultische reinheid van het hoge ambt was gecompromitteerd en dat de farizeeën daarop reageerden. Dat klinkt plausibel, maar nogmaals: we weten het niet.

Lees verder “De gelijkenis van de farizee en de tollenaar”

Johannes de Doper en de mikvaot

Johannes de Doper doopt in een rivier. Wie geen rivier bij de hand had, nam bad als dit in Jeruzalem, vlakbij de tempel; het hekje middenin moest mensen die ritueel nog niet rein waren gescheiden houden van degenen die al hadden gebaad.

Het is verleidelijk naar Johannes de Doper te kijken als voorloper van Jezus van Nazareth, maar dan lopen we – en ik bedoel dit niet negatief – in een christelijke val. Het zijn de evangeliën die de Doper zo presenteren, maar Johannes was geen christen. Zijn wereld was die van het Tempeljodendom, waarin hij een eigen positie had. Ik heb al enkele keren over deze fascinerende figuur geblogd (historische accuratesse, zwoele verleidster, James Bond) en zal het nu wat systematischer doen.

Bronnen

Er zijn diverse bronnen. Om te beginnen het Marcus-evangelie: Marcus 1.2-9, waarover ik vandaag blog, en 6.14-29 (de executie), met daarbij Lukas 1.5-25 (de hoorn der redding) en 39-80. Uit de bron Q zijn er de prediking die bekendstaat als “first Baptist block” (Matteüs 3.7-12 || Lukas 3.7-9, 15-18) en Jezus’ oordeel over Johannes in het “second Baptist block” (Lukas 7.18-35 || Matteüs 11.2-19). Dan zijn er nog een korte eigen traditie van Lukas (3.10-14) en een verhaal over de betrekkingen tussen Jezus’ en Johannes’ leerlingen in Handelingen 19.1-7. In het evangelie van Johannes doopt Johannes de Doper niet (Johannes 1.19-42). Flavius Josephus vermeldt de Doper eveneens (Joodse Oudheden 18.116-119).

Lees verder “Johannes de Doper en de mikvaot”

De tien invloedrijkste antieke teksten (4)

Een van de snippers van “Enige werken der Wet” (© Wikimedia Commons)

Alvorens verder te gaan met mijn overzicht van tien teksten die een invloedrijk aspect van de Oudheid documenteren, herhaal ik nog even dat invloed wil zeggen dat iets ons denken en eventueel ons handelen in een bepaalde richting duwt. We doen of vinden iets, tenzij we ons daar bewust tegen verzetten. Vergelijk het met een berghelling: het is meestal makkelijker naar beneden te gaan, maar als je wil kun je ook naar boven klauteren. Invloed is niet hetzelfde als inspiratie, want we noemen iets inspirerend als we er bewust aansluiting bij zoeken, wat impliceert dat we het niet als vanzelf doen.

9 Orthopraxie

Een van de aspecten van de Oudheid die ik in deze reeks behandeld wil zien, is het idee dat God zich kenbaar heeft gemaakt in de vorm van een tekst. De Wet van Mozes is het bekendste voorbeeld. Omdat dit Gods woord was, diende je het als mens serieus te overwegen maar het probleem was dat de Wet niet altijd even duidelijk was. Dus was er debat over de juiste manier om te leven in overeenstemming met de Wet. We spreken van halachische discussies en een van de mooiste voorbeelden is Enige werken der Wet, een de belangrijkste Dode Zee-rollen.

Lees verder “De tien invloedrijkste antieke teksten (4)”

Geweld in Judea (2)

De militaire expansie van het Hasmonese tempelstaatje
De militaire expansie van het Hasmonese tempelstaatje

Ik begon gisteren een reeks over oorlog in het antieke Judea. Ik presenteerde u een geestdodend saaie reeks van gewelddadige conflicten om u te tonen dat oorlog destijds meer dan bij ons een realiteit was. Je hoefde daarbij niet rechtstreeks door het geweld getroffen te zijn om de gevolgen te ondervinden. Een mooi voorbeeld is de passage uit de Bergrede waarin Jezus verwijst naar een soldaat die van een voorbijganger kon eisen dat deze een deel van de bagage zou dragen: “als iemand u dwingt een mijl te gaan, ga dan twee mijlen.” Toen Jezus werd gekruisigd, eisten de soldaten dat een zekere Simon van Kyrene, die net van zijn akker naar Jeruzalem kwam lopen, het kruis zou dragen.

Wij hebben geen idee wat de nabijheid van geweld met mensen doet, maar het is moeilijk voorstelbaar dat het géén mentale gevolgen heeft. Het lijkt me denkbaar dat de drempel om geweld toe te passen erdoor werd verlaagd. Ouders sloegen hun kinderen, lijfstraffen als geseling waren gangbaar en in het uiterste geval volgde executie. Dit kan niet anders dan psychische consequenties hebben gehad. (Ik zou er graag meer over willen weten maar het meeste van wat ik in mijn studie en daarna heb gelezen op het snijvlak van psychologie en geschiedenis bestond uit een slaapverwekkende herhaling van dezelfde zetten, waarbij de ene geleerde riep dat moderne psychologische concepten toepasbaar zijn op de Oudheid en de andere geleerde zegt dat de maatschappelijke verhoudingen destijds te anders waren.)

De tweede van mijn tien stellingen ligt in het verlengde van de stelling dat geweld in de Oudheid een realiteit was.

2. Oorlog was acceptabel maar het jodendom maakte wel regels

Lees verder “Geweld in Judea (2)”

Geweld in Judea (1)

Katapultstenen, afgeschoten op Jeruzalem toen Antiochus VII Sidetes de stad in 133 v.Chr. belegerde (Jeruzalem, Toren van David)

Je komt de bewering vaak tegen: aan het begin van de jaartelling was Judea onrustig en de Romeinen vormden een echte bezettingsmacht. Het is een mooi decor voor pakweg een speelfilm over Jezus van Nazaret of een voorgeschiedenis van de Joodse Oorlog (66-70). Het beeld is echter wat misleidend. De antieke samenlevingen waren gewelddadiger dan de onze en antiek Judea was daarop geen uitzondering. We zijn er alleen beter van op de hoogte dan over de repressie in andere Romeinse provincies. We hebben namelijk het geschiedwerk van Flavius Josephus, die een heel eigen visie heeft op de eeuw vóór de Joodse Opstand. Hij had er belang bij elk gewelddadig incident uit te vergroten.

Onlangs verzorgde ik in Leeuwarden een lezing over dit onderwerp. Die heb ik opgehangen aan tien stellingen, die ik vandaag en in het weekend voor u zal behandelen.

Lees verder “Geweld in Judea (1)”

Antiochos IV Epifanes

In het Bijbelboek Daniël komt de Seleukidische koning Antiochos IV Epifanes (r.175-164) er niet bepaald geweldig vanaf. Een monster en godslasteraar, dat is hij, maar God zal hem straffen:

De koning zal doen wat hij wil; in zijn hoogmoed zal hij zich verheffen boven welke god ook en tegen de God der goden zal hij ongehoorde dingen zeggen. Toch zal hij voorspoed genieten, totdat de toorn ten top gestegen is: dan wordt uitgevoerd wat besloten is. (Daniël 11.36)

Even eerder heeft de samensteller van Daniël Antiochos al getypeerd als een godslasteringen uitkramende hoorn van een van de vier beesten die hij in een van zijn visioenen uit zee ziet oprijzen. Zie het plaatje hierboven. De Griekse historicus Polybios van Megalopolis (c.200-c.118) dacht er niet heel anders over. “Wegens zijn gedrag kreeg Antiochos, bijgenaamd Epifanes [de verschenen godheid], ook de naam Epimanes [de dwaas]” schrijft hij (Wereldgeschiedenis 26.1). Daaraan voegt hij een catalogus van vreemde gedragingen toe.
Lees verder “Antiochos IV Epifanes”