
[Vandaag bestaat de Mainzer Beobachter tien jaar en daarom maak ik een persoonlijke balans op. De trouwe lezers van de blog zullen weinig nieuws tegenkomen, maar het is goed eens te kijken of mijn ambities overeenkomen met de praktijk. Dit is het tweede van twaalf stukjes; het eerste was hier.]
Oud-Termez is ontstaan rond 200 v.Chr., zoveel maakt de archeologie wel duidelijk, maar veel meer weten we niet. Dat de bouwheer een hellenistische koning Demetrios de Onoverwonnene was die de stad naar zichzelf vernoemde, is maar één hypothese over de stichting. De vondsten bieden geen uitsluitsel, al is het plaatselijke museum aardig genoeg: de gebruikelijke collectie aardewerk en munten en ook wat sculptuur. Daaronder is een kapiteel, gedecoreerd met palmetten, guirlandes en een afbeelding van een gespierde, naakte man met over zijn hoofd een leeuwenhuid. Herakles, zou je zeggen.
Termez ligt echter in Baktrië, op de grens van Oezbekistan en Afghanistan, en het kapiteel is gevonden in een boeddhistisch klooster. De makers hebben, toen ze Boeddha wilden afbeelden, gekozen voor een Grieks voorbeeld. Andere vroege Boeddha’s zijn gebaseerd op westerse afbeeldingen van de god Apollo.
Zulke voorwerpen, waarin twee culturen samenkomen, hebben altijd mijn aandacht. Ik ben ervoor naar Pakistan en Oezbekistan gereisd. Mijn reisagent heb ik net zo lang aan het hoofd gezeurd tot hij een vergunning had geregeld voor een bezoek aan het Kara-Tepe-klooster bij Termez, dat ligt op militair terrein. De gebouwen bleken simpel, de stupa’s waren niet meer dan zandheuvels en de cellen van de monniken waren ingericht in kunstmatige grotten. Niet bepaald the glory that was Greece.
Waarom ging ik er dan heen, als ik ook thuis had kunnen zitten met een goed boek en dito biertje? Of, zoals mijn collega Vincent Hunink ooit gekscherend zei: “Waarom waag je je leven voor een paar dooie stenen? Dat zal ik wel nooit begrijpen.” Hij heeft een punt. Niemand maakt de nachtvlucht naar Tasjkent of Islamabad voor zijn plezier.
Ik vind de periferie van de oude wereld echter interessanter dan de kern. Schrijvers als Sofokles en Seneca woonden in Athene en Rome, waar ze mensen ontmoetten die ruwweg hun waarden, hun dilemma’s, hun ideeën, hun status en hun opleiding deelden. De klassieke auteurs konden allerlei zaken aannemen voor vanzelfsprekend. Niets dwong ze aan te geven wat hun cultuur nu eigenlijk betekende, welke waarden belangrijker waren dan andere, welke thema’s er nou echt toe deden, welke ideeën de moeite waard waren om er de barricaden voor te betrekken. Om dát te begrijpen, moeten we de gebieden bezoeken waar zulke zaken niet vanzelfsprekend waren.
Dus ging ik, toen ik de kans kreeg, naar de boerderijen in de ooit geïrrigeerde woestijn van Tripolitanië. Dus reisde ik langs de Rijn– en Donau-limes naar de Zwarte Zee. Dus ging ik op vakantie naar Algerije om het Thubursicum te zien van de in meer dan een betekenis marginale auteur Nonius Marcellus. En dus ging ik naar de Griekse koloniën in de Punjab en Oezbekistan. Overal benutten de mensen de klassieke architectonische bouwstijl. Blijkbaar vertegenwoordigde die vormentaal, hoezeer ook een uiterlijkheid, iets dat men ervoer als cruciaal.
Dat je aan de periferie kunt begrijpen wat in het centrum van de antieke wereld vanzelfsprekend is, is echter slechts een deel van het antwoord. Ik geef daarmee alleen aan op welke wijze, volgens mij, de antieke cultuur met vrucht valt te doorgronden. Waarom ik de wereld van de Romeinen, Grieken, Joden, Babyloniërs en Egyptenaren überhaupt de inspanning waard vind, is een andere vraag. Daarover over een kwartier meer.
En daarnaast: reizen is gewoon leuk!
“Waarom ging ik er dan heen?”
Omdat je er aan het eind van je leven spijt van zou hebben gehad als je het niet had gedaan.
Ik vermoed dat er weinig historici zijn die zoveel van hun onderwerp gezien hebben als jij!
Voor mij is de periferie altijd interessanter dan het centrum. In de periferie komen vaak verschillende culturen bij elkaar wat vaak tot een interessante mengeling leidt waarbij het geheel meer is dan de delen apart.