De vogel Feniks

Een feniks uit Dafne bij Antiochië (Louvre, Parijs)

Er is een apothekenketen die zich Benu noemt, naar een vogel uit de Egyptische mythologie: de blauwe reiger. De Nederlandse spelling is Benoe. Het schijnt dat deze vogel, in de tijd voordat de bouw van de Aswandam een einde maakte aan de jaarlijkse overstroming van de Nijl, weleens uitrustte op hoge plekken en dat het dan leek alsof de zon zweefde over het gewassen water. Daarom associeerden de oude Egyptenaren deze vogel met de zonnegod Ra: de benoe zou de ziel zijn van de godheid. Het dier werd vooral vereerd in Heliopolis (“zonnestad”), iets ten noorden van het huidige Cairo.

Volgens de Heliopolitaanse mythe was de benoe ontstaan uit een vuur dat brandde op de heilige isjed-boom bij de Ra-tempel. Het dier rustte vervolgens op de zuil die bekendstond als de benben-steen en gold als de heiligste plek op aarde. Een andere mythe bracht de beroemde vogel in verband met Osiris, die ooit zichzelf had vernieuwd. De benoe zou volgens deze lezing zijn voortgekomen uit het hart van de god.

De vogel was dus geassocieerd met schepping en vernieuwing. Daarom kon hij makkelijk verbonden raken met de dor de priesters bijgehouden kalender.

Feniks

De eerste Griekse auteur die melding maakt van deze vogel, is de dichter Hesiodos. Hij noemde het dier phoinix, wat in het Grieks “purper” betekent. (De /ph/ is een klank tussen de /p/ en de /f/, dus niet heel ver van de /b/ van benoe.) In De voorschriften van Cheiron vertelt Hesiodos dat de Feniks vele duizenden jaren oud kan worden.

Een kraai overleeft negen generaties van oude mannen,
en het leven van een hert is viermaal dat van een kraai.
Een raaf maakt drie herten oud,
terwijl de feniks negen raven overleeft.
En wij, nimfen met het rijke haar,
dochters van de aegisdragende Zeus,
overleven tien feniksen.

Zo deed de feniks zijn intree in de klassieke letteren. De ontwikkeling is te vinden in de Historiën van de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos. Ook hij benadrukt de levensduur van de mythische vogel.

Een andere heilige vogel is de feniks. Zelf heb ik er eerlijk gezegd nooit een gezien, behalve op afbeeldingen, en dat komt doordat het dier zeer zeldzaam is en het land met tussenpozen van vijfhonderd jaar bezoekt. Dit getal werd me in Heliopolis opgegeven. Zijn komst hangt samen met de dood van zijn vader.

Maar eerst wil ik vertellen hoe hij door de schilders wordt weergegeven: zijn vleugels hebben voor de helft een goudkleur en zijn voor de rest roodgeverfd. Wat bouw en grootte betreft kun je het beste aan een adelaar denken.

Over zijn vindingrijkheid doet een sterk verhaal de ronde waarvan ik geen woord geloof. Maar goed, deze vogel zou zijn vader met mirre omhullen en hem dan helemaal vanuit Arabië naar de tempel van de Zonnegod dragen om hem daar te begraven. Om deze krachttoer te kunnen verrichten maakt hij eerst een bal van mirre die eruitziet als een ei. Daarna probeert hij een paar keer of hij het wel kan tillen en als dit goed gaat, holt hij het ei uit en legt zijn vader erin. Het gat dat hij voor zijn vader heeft gemaakt, wordt dichtgesmeerd met mirre en de zwaarte komt daarna precies overeen met het oorspronkelijke gewicht. Als alles klaar is, brengt hij het naar de tempel van de Zon in Egypte. Dit wordt verteld; of het waar is, is een tweede. (Historiën 2.73; vert. Hein van Dolen)

Weer latere bronnen vertellen dat de feniks zichzelf verbrandde en vervolgens werd herboren uit de as en vlammen. In deze vorm is de oude mythe nog altijd het bekendst.

Koptische feniks (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

De feniks van Ezechiël

Ook de joden namen de Egyptische vogel over, al dat via een Griekse tussenstap. De auteur van 3 Baruch verwijst naar de vogel en de joodse toneelschrijver Ezechiël de Tragicus <beschrijft het dier in zijn toneelstuk over Mozes en de Uittocht (tweede eeuw v.Chr.).

Een ander wezen dat we zagen,
wonderbaarlijk, zoals geen mens ooit heeft gezien,
was bijna twee keer zo groot als de adelaar,
en voorzien van een gekleurd verenkleed,
regenboogkleurig. Zijn borst leek purper,
zijn poten waren rood als oker,
zijn nek was voorzien van saffraankleurig haar.
Als een hanenkam verscheen zijn kuif,
met ogen als barnsteen staarde hij rond,
met pupillen als granaatappelpitten.
Zijn stem overtrof werkelijk alles;
van alle gevleugelde dieren verscheen hij
als de koning. Want alle vogels, als één,
haastten zich om hem te volgen, en hij,
als een triomferende stier ging hen voor
met snelle pas.

Romeinse vogels

De Romeinse geschiedschrijver Tacitus maakt noemt een verschijning van de feniks in 34 n.Chr. Tijdens de regering van Claudius werd een feniks naar Rome gebracht, maar de Romeinse auteur Plinius de Oudere zegt dat het waarschijnlijk geen echte feniks was. Zulke vogels, zegt Plinius, sterven op een nest van kaneel en soortgelijke kruiden, waarna uit de botten van het dode dier een nieuwe feniks wordt geboren.

Een generatie later gebruikte de dichter Martialis de feniks als symbool van de eeuwigheid van Rome. Het was voor de eerste christenen eenvoudig om van de prachtige vogel een symbool te maken van de opstanding. Een voorbeeld is een tekst, toegeschreven aan Lactantius. Ik blogde al eens over Koptische grafstenen met een feniks erop.

Christus met Feniks (SS Cosma e Damiano, Rome)

Het dier bleef populair. In zijn Leven van Apollonios noemt de Grieks-Romeinse auteur Filostratos de feniks als een vogel die leeft in India en soms vliegt naar Egypte. Zijn relaas is duidelijk geïnspireerd op de Garuda, de vogel van de Indische god Vishnu.

En de apotheek? Wil die dat we eerst sterven voor we uit onze as herrijzen?  Gelukkig niet. Het is simpel: die maakt onderdeel uit van een concern dat Phoenix heet.

Deel dit:

10 gedachtes over “De vogel Feniks

  1. Dirk Zwysen

    De Phoenix is het ruimtetuig waarmee Zefram Cochrane op 5 april 2063 de eerste keer sneller gaat dan het licht (Star Trek, First Contact), een aangepaste Titan II-raket. De mensheid kan hierdoor herrijzen uit de as van een nucleaire holocaust.

    Of we technologisch op koers zitten voor warpspeed tegen 2063 weet ik niet. Laat ons alvast hopen dat we het deel met de as kunnen overslaan.

    1. Arjen Dijkgraaf

      Als je zo begint, verwijs ik graag naar de film ‘Flight of the Phoenix’ (Robert Aldrich, 1965), waarin een Fairchild C-82 vrachtvliegtuig crasht in de woestijn en de inzittenden iets vliegends weten te knutselen uit de vleugels en een van beide staartbomen.

      En trouwens (voor habitués van de spoorlijn Amsterdam-Haarlem): al een vat, kist, krat of uit mirre vervaardigd ei van de Phoenix gehad?

    2. Frans Buijs

      Als je zo begint, dan kunnen we natuurlijk de nucleaire holocaust vervangen door een klimaatholocaust en dan een ruimteschip de ruimte in schieten op zoek naar een bewoonbare planeet en dan krijg je een serie die helaas een stuk minder beroemd is geworden dan Star Trek maar wel heel erg leuk, namelijk Missie Aarde.
      https://youtu.be/hACPvVa_VI0

  2. Rob Duijf

    ‘(…) een vogel uit de Egyptische mythologie: de blauwe reiger.’

    Ik denk je veiliger kunt stellen dat het om ‘een soort reiger’ gaat.

    Bij ons zijn zowel de blauwe reiger als de purperreiger trekvogels, maar het zijn vooral die laatste die in augustus/september doortrekken naar Afrika, waar ze zich voegen bij purperreigers die jaarrond in Noord-Afrika verblijven, tot beneden de Sahara.

    Blauwe reigers kunnen ook wel doortrekken naar (Centraal-)Afrika, maar blijven vooral in Engeland en Zuid-Europa. Hun plek wordt hier in de winter weer ingenomen door vogels uit het noorden.

    Ondanks dat de blauwe reiger op afbeeldingen voorkomt (opvallender?), lijkt de purperreiger niet alleen meer te voldoen aan het beeld van de feniks, maar is bovendien algemener.

    https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/purperreiger

  3. Merit

    Het mozaïek uit Dafne bij het artikel ‘De vogel feniks’, siert ook de omslag van het boekje “Der Physiologus” vertaald door Otto Seel, 1960.

    De bnw (bennoe) vogel wordt veel afgebeeld in het Oude Egypte o.a. als regeneratiesymbool op papyri en in tomben.
    In de Thebaanse tombe nr 1 van Sen-nedjem staat hij schitterend afgebeeld op het plafond. Het is een vignet bij spreuk 100 van het Dodenboek (DB), dat eigenlijk ‘Boek van het uitgaan bij dag’ heet. Deze afbeelding is nu te zien in het museumpark Orientalis (alleen open in vakanties), waar men een replica heeft van de tombe van Sen-nedjem.
    De afbeelding heeft ‘a striking parallel’ met de Brusselse (KMKG) papyrus van Nefer-renpet, schrijft H. Milde in zijn voortreffelijke boek “The vignettes in the book of the dead of Neferrenpet” 1991, een uitgave van het NINO (Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten).
    Ook andere spreuken van het DB en van de p. Nefer-renpet getuigen van de bennoe vogel, o.a. DB 83 en 84.
    Een heel mooie voorstelling bij DB 17 is te vinden in de hypogee van Nefer.t-ari, QV 66.
    Er is ook veel egyptologische literatuur over de bnw vogel. Al in 1878 staat een uitgebreid artikel in het Zeitschrift Altägyptische Sprache (ZÄS) van A. Wiedemann, getiteld ‘Die Phönix-sage im alten Aegypten’ en in 1990 publiceerde Dimitri Meeks het artikel ‘Les oiseaux marqueurs du temps’ in Bulletin du cercle lyonnais d’egyptologie nr 4, waarin hij schrijft dat één ding zeer zeker is: ‘le benou égyptien n’est pas un oiseau fabuleux et n’est pas de couleur rouge’. Overal heeft hij een grijs blauwe kleur en een silhouet waarin men de blauwe reiger herkent, aldus Meeks.
    Ook P. F. Houlihan zegt, in zijn boek ‘The birds of Ancient Egypt’ 1988, dat het ‘probably’ om de ‘grey heron’ gaat, die veel als lokvogel werd gebruikt.
    Over de bennoe vogel: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Benoe

    Voorts zij opgemerkt dat ‘Phoenix’ de naam is van een toegankelijk tijdschrift van het genootschap Ex Oriente Lux (EOL).
    EOL èn NINO mogen beide prof. dr F(rans) M. Th. de Liagre Böhl tot hun ‘founding father’ rekenen. Alle artikelen van Böhl in Jaarbericht Ex Oriente Lux en Bibliotheca Orientalis (o.a. over de stad Sichem en over het Gilgamesj-epos) zijn zeer leesbaar en door de schat aan informatie, ware goudmijntjes.

    Onlangs verscheen over prof. Böhl, kleinzoon van moederszijde van de beroemde theoloog H.F. Kohlbrugge, een interessante biografie, geschreven door zijn zoon Herman de Liagre Böhl, onder de titel: “Bijbel en Babel” 2021.

    1. Rob Duijf

      Dank!

      Er zijn overigens ook hybrides van de blauwe reiger (Grey heron) en de purperreiger.

Reacties zijn gesloten.