Ausonius in Trier

Cupido in actie: zijn slachtoffer is te identificeren met Psyche. Plafondschildering uit Trier (Bischöfliches Dom- und Diözesanmuseum)

Een jaar of vier geleden mocht ik op deze blog een gedichtje van Leo van Zanen publiceren over de Togatus Barberini. Het is opgenomen in de bundel De bezoeker, die vandaag officieel wordt gepresenteerd en die u hier kunt bestellen. Het eerste exemplaar zal vanavond in een (wegens de corona: helaas besloten) bijeenkomst in de Leidse boekhandel De Kler worden overhandigd aan Jean Pierre Rawie.

In de bundel zijn ook drie gedichten opgenomen over Van Zanens Romeinse voorganger Decimus Magnus Ausonius. Die moet u plaatsen in de vierde eeuw na Chr.; hij was – behalve dichter – ook de docent van keizer Gratianus (r.367-383).

Het motto Cupido cruciatus, “Cupido aan het kruis”, is de titel van een van Ausonius’ gedichten. De strekking ervan is dat vrouwen de liefdesgod straffen voor de martelingen die hij hen heeft opgelegd. Het is in het Nederlands vertaald door Patrick Lateur.

Lees verder “Ausonius in Trier”

Ausonius aan de Moezel

De Moezel bij Mehring

Een jaar of vier geleden mocht ik op deze blog een gedichtje van Leo van Zanen publiceren over de Togatus Barberini. Het is opgenomen in de bundel De bezoeker, die vandaag officieel wordt gepresenteerd en die u hier kunt bestellen. Het eerste exemplaar zal vanavond in een (wegens de corona: helaas besloten) bijeenkomst in de Leidse boekhandel De Kler worden overhandigd aan Jean Pierre Rawie.

In de bundel zijn ook drie gedichten opgenomen over Van Zanens Romeinse voorganger Decimus Magnus Ausonius. Die moet u plaatsen in de vierde eeuw na Chr.; hij was – behalve dichter – ook de docent van keizer Gratianus (r.367-383).

Het motto quis color ille, “wat is dat voor kleur?” is ontleend aan zijn bekendste gedicht Mosella ofwel Het lied van de Moezel. Dat is door Patrick Lateur vertaald in het Nederlands.

Lees verder “Ausonius aan de Moezel”

Aardenburg

De westelijke poort van Aardenburg; achteraan de lage muur waarop de gedichtjes zijn te lezen.

Hoe presenteer je een antieke nederzetting? De ideale situatie begint ermee dat je een opgraving echt kunt tonen – denk aan DomUnder in Utrecht, het Thermenmuseum te Heerlen of de basiliek van Tongeren – en dat je vervolgens een manier hebt om aan te geven waarop de reconstructie is gebaseerd. Het publiek ziet immers alleen fundamenten en toch zeggen archeologen iets over het dak. Waarop baseren ze zoiets? Als je deze uitleg overslaat, roep je de scepsis over je af.

Maar dat is natuurlijk niet voldoende. Leuk hoor, zo’n fort of badhuis of kerk, maar wat betekende dat voor de mensen destijds? Hier komen teksten van pas en dit is wat ik in Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen zo verschrikkelijk aardig vind. De brokken natuursteen van het fort zelf zijn op verschillende plaatsen in het vestingstadje hergebruikt, zoals in de kerk, wat in elk geval het voordeel heeft dat de mensen weten dat er een Romeins fort is geweest. Met wat modern metselwerk zijn bovendien de resten van de westelijke poort aangeven.

Lees verder “Aardenburg”

Internetboeken

eggen_blik_van_boven

Het internet heeft zijn beloftes niet waar gemaakt. Het biedt informatie die je niet nodig hebt en maakt de informatie die je wél nodig hebt ontoegankelijk. Momenteel komt dat door betaalsites, maar dat is slechts de hedendaagse vorm van een al ouder probleem.

Ik heb nog ergens de uitnodiging liggen die ik, toen ik in 1995 even werkte aan de VU, kreeg voor de feestelijke opening van een nieuwe computerzaal waar studenten online informatie konden zoeken. Die informatie was weliswaar helemaal niet online, maar dat weerhield de universiteit niet er een bibliotheekzaal voor te sluiten. Ook destijds werd bruikbare informatie ontoegankelijk gemaakt om ruimte te maken voor onbruikbare. Ook destijds nam niemand verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de online-informatie.

Desondanks gebeuren er dankzij het internet ook leuke dingen. Leuke dingen waarvan vervolgens weer verslag wordt gedaan in boekvorm, omdat in een boek informatie gestructureerder en zinvoller kan worden aangeboden. Ik wil vandaag twee voorbeelden noemen, beide net gepubliceerd.

Lees verder “Internetboeken”

Klassieke literatuur (1b): epiek

lateur_odyssee
Een moderne vertaling van Homeros

[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Ook mijn leesplezier: ik ben geen veilingmeester die álles kan aanprijzen. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een collegereeks aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur haalt u in de Openbare Bibliotheek Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus, een van de beste boeken die ooit zijn gewijd aan een aspect van de antieke cultuur. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er helaas niet.

Ter zake nu: ik was bezig met de antieke epiek en ik moest nog twee dingen behandelen: de vertalingen en de teksten die door Homeros zijn beïnvloed.]

Vertalingen van Homeros

Wat zijn fijne vertalingen van de Ilias en Odyssee? De meeste vertalers kiezen ervoor poëzie als poëzie weer te geven. Vertalers zijn doorgaans zelf taalliefhebbers, voor wie de vorm van de tekst net zo belangrijk is als de inhoud. Door poëzie als proza te vertalen, raak je wel heel veel van de vorm kwijt en heb je de oude literaire tekst in feite ontdaan van de artistieke component. De vertaler die het kunstige belangrijk vindt, zal minimaal proberen een nieuw kunstwerk te scheppen en dat kan bijvoorbeeld betekenen dat hij zijn vertaling perst in het keurslijf van een versmaat. Of zichzelf rijmdwang oplegt, al gebeurt dat niet zo vaak. Met deze zelfopgelegde beperkingen verklein je echter de mogelijkheid precies te vertalen.

Lees verder “Klassieke literatuur (1b): epiek”