Geliefd boek: Schateiland

In augustus 1720 overvielen piratenkapiteins John Taylor en Edward England de Engelse Oostinjevaarder Cassandra onder gezag van kapitein James McRae in de buurt van de Comoren. Na een lange strijd maakten ze het schip buit en de twee piratenkapiteins ruzieden over wat ze met McRae zouden doen: Taylor wilde hem doden, England wilde hem in leven laten. Het pleit werd beslecht toen er een piraat met één been opdook die het voor McRae opnam omdat hij ooit onder hem gevaren had en hij McRae een goede kapitein vond. Hij kreeg zijn zin: McRae werd vrijgelaten.

Dit voorval wordt beschreven in A General History of the Most Notorious Pirates dat verscheen in 1724, geschreven door Captain Charles Johnson, wat misschien wel en misschien niet een pseudoniem was van Daniel Defoe. Eén van de vele lezers van het boek was Robert Louis Stevenson en hij zag meteen een rol weggelegd voor die zeerover met één been: hij gaf hem een naam, Long John Silver, verzon een begraven schat en creëerde zo de beroemdste piraat aller tijden. (In Schateiland zit ook een verwijzing naar het boek van Johnson: Silver noemt Edward England naast de fictieve kapitein Flint als een van de kapiteins onder wie hij gevaren heeft.)

Lees verder “Geliefd boek: Schateiland”

MoM | Dendroklimatologie

Een van de  lezers van deze blog attendeerde me op Wat bomen ons vertellen. Een geschiedenis van de wereld in jaarringen van de Belgische onderzoekster Valerie Trouet. De Engelse titel is Tree Story en het gaat, zoals u al vermoedde, over dendrochronologie: de tak van wetenschap die door middel van jaarringtellingen helpt vaststellen hoe oud houten voorwerpen zijn. Dat lijkt simpel en het is makkelijk te denken dat het intellectueel weinig voorstelt, maar dat is een grof misverstand.

Om te beginnen: het is niet simpelweg een kwestie van even de jaarringen van een omgezaagde boom tellen, zoals we allemaal weleens in het bos hebben gedaan. Zelfs als we dat zouden kunnen, moet je maar hopen dat je in zo’n schijf hout elke ring herkent. Soms is een jaar namelijk zó slecht dat de boom domweg geen ring aanmaakt. Een tweede kwestie is dat dendrochronologen geen bomen kappen – dat zou immers neerkomen op de vernietiging van data – maar een monster nemen met wat hoveniers een “aanwasboor” noemen, een soort appelboor om een staaf hout uit een boom te trekken. Een dikke boom levert veel informatie op maar is lastig om tot in de kern te bemonsteren. Een derde kwestie is dan weer dat je van levend hout terug moet naar monsters uit oude gebouwen en naar archeologisch en fossiel hout. Matches tussen de diverse delen zijn nog niet zo makkelijk gelegd; ik schreef er al eens over in verband met de ten onrechte genegeerde dateringen van het hout in Kaneš.

Lees verder “MoM | Dendroklimatologie”

Michiel de Ruyter in Algiers

De Ruyters schip De Liefde voor Algiers

Van de barbarijse piraten wist ik weinig meer dan dat Michiel de Ruyter ’t er niet bij wou laten en Salé heeft geveld, waarna de Heren Staten hem hebben aangesteld als held. Verder wist ik dat het gebied werd bestuurd door lokale leiders, zoals die van Salé, de bey van Tunis en de emir van “het eiland” ofwel Al-Jezira ofwel Algiers. Die laatste stad zal wel voor eeuwig met Barbarossa, “roodbaard”, worden geassocieerd, een geduchte zestiende-eeuwse kaper die vanuit Algiers diverse vloten uitstuurde tegen de Spanjaarden, ondertussen de sultan in Constantinopel erkennend als souverein.

Het beeld van de barbarijse piraten is in hoge mate bepaald geweest door wat Europese gevangenen – Cervantes is de bekendste – hebben verteld over hun verblijf in Tunis en Algiers. Omdat zij christelijk waren en vaak werden vrijgekocht door christelijke organisaties, is om te beginnen het idee ontstaan dat de barbarijse piraten religieus gemotiveerd waren en dat er sprake was van een soort religieuze oorlog. Hoewel het beeld niet helemaal onjuist is – de gevangenen en de piraten hadden verschillende religies – is religie eigenlijk maar een bijzaak. De plaatselijke leiders waren geen religieuze scherpslijpers (of althans niet altijd) en Algiers had in 1492 ruimhartig asiel gegeven aan de uit Spanje verdreven Joden.

Lees verder “Michiel de Ruyter in Algiers”

Joodse piraten

Grafsteen van Elias Namias de Crasto
Grafsteen van Elias Namias de Crasto

De synagoge van Willemstad op Curaçao is de oudste in de Nieuwe Wereld. De gemeente is gesticht in 1651, de ‘snoa’ dateert uit 1732 en is een kleine kopie van de Portugese Synagoge in Amsterdam. Uiteraard zijn er verschillen, waarvan het meest opvallende is dat je in Nederland nooit bij de ingang van een godshuis vrolijke Caraïbische dansmuziek hoort spelen.

Een ander verschil is dat er in Willemstad zand op de vloer van de synagoge ligt. Dit zou een herinnering zijn aan de tijd waarin de joden, vervolgd door de Spaanse Inquisitie, samenkwamen op geheime plaatsen. Het zand op de vloer moest dienen om het geluid te dempen. De Curaçaose joden, zo vertelt men, wilden de vervolgingstijd niet vergeten en handhaafden daarom de opmerkelijke vloerbedekking.

Lees verder “Joodse piraten”