De crematie van Pompeius

Pompeius (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

We zullen het nog hebben over Caesars reactie op de moord op Pompeius. Het verhaal van Ploutarchos oogt betrouwbaar maar laat wel wat vragen onbeantwoord. Als Pompeius met vier begeleiders aan boord was gegaan van de vissersboot, waarin verder alleen Achillas, twee Romeinse officieren en drie of vier anderen zaten, is het toch wat vreemd dat er geen gevecht was. Je zou hebben verwacht dat Pompeius’ begeleiders hun wapens zouden hebben getrokken.

Ploutarchos (die ik zoals steeds citeer in de vertaling van Hetty van Rooijen) beschrijft de reactie aan boord van Pompeius’ schip. Dit gaat terug op het ooggetuigenverslag van Theofanes van Mytilene.

Bij het zien van de moord slaakten de opvarenden een jammerkreet die te horen was tot op het land. Vervolgens lichtten ze snel het anker en sloegen op de vlucht. Een krachtige wind hielp hen bij het uitvaren naar zee, zodat de Egyptenaren, die hen wilden achtervolgen, omkeerden. (Pompeius 80)

Lees verder “De crematie van Pompeius”

De dood van Pompeius (2)

Vissersbootje (Qasr Libya)

Hoewel de bronnen over de moord op Pompeius, zoals ik vertelde, vertekend zijn, mogen we aannemen dat het Egyptische hof heeft vergaderd. Ploutarchos schrijft:

Nu was Ptolemaios heel jong, en Potheinos, die alle zaken regelde, riep een raad bijeen van de machtigste mannen (dat waren degenen die hij daarvoor uitkoos) en vroeg ieders mening. Het was verschrikkelijk dat over het lot van Pompeius de Grote werd beslist door de eunuch Potheinos, door Theodotos van Chios, een in loondienst aangestelde leraar in de retoriek, en door de Egyptenaar Achillas; want zij waren de belangrijkste raadsleden onder de kamerdienaren en opvoeders van de koning. En van zo’n rechtbank wachtte Pompeius het oordeel af, in open zee voor anker, op enige afstand van de kust. (Pompeius 77; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “De dood van Pompeius (2)”

De dood van Pompeius (1)

Pompeius (Louvre, Parijs)

Als ik u zeg dat het op de Romeinse kalender 28 september was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls waren, en als ik dat omreken naar 16 augustus 48 v.Chr. op onze kalender, en als ik u eraan herinner dat we afgelopen zaterdag zagen dat Pompeius was aangekomen in Egypte, dan weet u dat u vandaag zult lezen over zijn ondergang.

Een verslagen generaal en twee legers

Waarom hij na zijn nederlaag bij Farsalos vluchtte naar Egypte: dat is, zoals ik al vertelde, een onopgelost raadsel. Hij mocht er echter op vertrouwen dat hij door koning Ptolemaios XIII gesteund zou worden, aangezien die zijn troon had te danken aan de Romeinse generaal. Ook was het een geschikte plaats om een oorlog voort te zetten. Het land van de Nijl produceerde grote hoeveelheden graan en dreef handel op Oost-Afrika en India. Hoewel Egypte sinds de regering van Ptolemaios’ vader Ptolemaios XII de Fluitspeler een miljoenenschuld had opgebouwd, was het een in principe welvarend land. Bovendien lag er een Romeins garnizoen.

Lees verder “De dood van Pompeius (1)”

Caesar opnieuw dictator

De resten van de tempel van Artemis/Diana in Efese

Als ik u zeg dat het begin september was in het jaar waarin Julius Caesar en Servilius Isauricus consuls waren van Rome, en als ik dat omreken naar eind juli 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij was nog steeds bezig met het achtervolgen van Pompeius, van wie we hebben gezien dat hij naar Antalya was gevaren, en via Cyprus verder wilde naar Egypte. Het was onvermijdelijk dat Caesar op steeds grotere achterstand zou raken, want hij reisde met veel meer soldaten en had onderweg bestuurlijke zaken te regelen.

Caesar en de goden

In Efese stuitte hij op een aanhanger van Pompeius die zich wilde vergrijpen aan de enorme tempelschat:

Caesar ontdekte dat Titus Ampius Balbus geprobeerd had de schat uit de tempel van Diana weg te halen. Hij had alle senatoren uit de provincie opgeroepen om te getuigen voor het bedrag aan geld, maar was door Caesars komst gestoord en op de vlucht gegaan. (Caesar, Burgeroorlog 3.105; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Caesar opnieuw dictator”

Pompeius in Antalya

De stadspoort van Antalya

Als ik u zeg dat het 20 sextilis was in het jaar waarin Julius Caesar en Servilius Isauricus consuls waren, en als ik dat omreken naar 14 juli 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Ik heb geen idee. Wat ik wel weet is dat zijn rivaal Pompeius aankwam in Attaleia ofwel Antalya. Zoals we al zagen, was de aanvoerder van de senatoriële troepen verslagen bij Farsalos. De Senaat beschikte echter nog altijd over een superieure vloot alsmede legioenen in Africa, zoals het huidige Tunesië destijds heette. In het verre westen, in Andalusië, was men bovendien in opstand gekomen tegen Caesars gouverneur Quintus Cassius Longinus. Pompeius was echter niet naar het westen op weg. Zijn reis naar het oosten oogt als een slecht voorbereide improvisatie: hij was vooral bezig afstand te scheppen tot zijn achtervolgers. Caesar wilde immers verhinderen dat zijn verslagen tegenstander zich zou aansluiten bij een nieuw leger.

Lees verder “Pompeius in Antalya”