
Ik heb de afgelopen tijd de teksten over Johannes de Doper doorgenomen: de aankondiging van zijn geboorte, zijn prediking en het bericht van Jezus aan zijn leermeester. Verder blogde ik over de joodse rituele baden, een gebruik dat Johannes overnam en aanpaste tot een eenmalige handeling om aan geven dat iemand tot inkeer was gekomen en klaar was voor de Jongste Dag. Al eerder had ik geschreven over twee aspecten van Johannes’ executie: dat Salome niet de zwoele verleidster van de westerse traditie was en dat speculator een interessant latinisme is. Vandaag: wat er na Johannes’ dood gebeurde.
Al tijdens Johannes’ leven verkondigde Jezus dezelfde boodschap: de eindtijd brak aan, God zelf zou de wereld persoonlijk regeren, de mensen moesten tot inkeer komen en geloof hechten aan dat goede nieuws. Anders dan zijn mentor liet Jezus de mensen niet naar de Jordaan komen, maar trok hij het land in. Een verschil was dat voor Jezus nogal wat “hoge” titels in omloop waren: “Mensenzoon” en “zoon van God” gaan vrijwel zeker op Jezus’ eigen tijd terug, en dat geldt vermoedelijk ook voor messias. Nadat ook Jezus was geëxecuteerd zetten zijn leerlingen het doopritueel voort. En nu deed zich een probleem voor.
Johannes de Evangelist
Zoals bekend presenteert de evangelist Johannes Jezus als niets minder dan het mens geworden Woord van God. Over de precieze interpretatie van die uitdrukking valt te twisten maar het is in elk geval niet gering. Bij die hoge christologie (om een vakterm te gebruiken) paste slecht dat Jezus een mentor had gehad. De vierde evangelist lost het probleem op door de Doper niet te laten dopen. Hij vertelt dat Johannes ontkende de messias of de teruggekeerde profeet Elia te zijn, dat hij zichzelf identificeerde als wegbereider (zoals ook Marcus schreef), en dat hij Jezus identificeerde als het lam van God dat de zonden van de wereld zou wegnemen. Jezus komt de volgende dag terug en neemt twee leerlingen van Johannes over. Einde verhaal. Geen doopsel.
Wat de evangelist bedoelde met het Lam Gods is door eeuwen christelijke uitleg moeilijk te achterhalen. Het kán vanzelfsprekend gaan om een offerdier, zelfs het paaslam, maar er is een andere optie. De tekst die bekendstaat als de Testamenten van de Twaalf Aartsvaders, ontstaan in de tweede eeuw v.Chr. en later door christelijke auteurs bewerkt, bevat in de niet-bewerkte, Armeense versie een visioen (Testament van Jozef 19) waarin een lam, gebaard door een jonge vrouw, allerlei wilde dieren overwint. Die beesten staan voor de joodse stromingen en het is mogelijk het Lam Gods van de evangelist Johannes te lezen is als een aankondiging dat de stroming van de Doper onder Jezus de andere stromingen terzijde zou schuiven.
Marcus en Johannes
De identificatie van Jezus als zoon van God, zoals Johannes die beschrijft, is ook de moeite waard. Hier zijn de relevante beschrijvingen in de Nieuwe Bijbelvertaling:
- Marcus 1.10-11: Op het moment dat Jezus uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.”
- Johannes 1.32-34: Johannes getuigde: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en hij bleef op hem rusten. Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: ‘Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.’ En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.”
Marcus vertelt het verhaal vanuit Jezus’ perspectief. Lukas en Matteüs variëren daarop en laat ik buiten beschouwing. De evangelist Johannes beschrijft het vanuit het perspectief van de Doper, zodat hij deze opnieuw kan presenteren als iemand die over Jezus getuigt. Johannes is hier niet degene die zijn leerling instructies gaf, maar die aangeeft dat Jezus hem overtrof.
Q-bron
Ook in het tweede Baptist Block zien we dat de eerste christenen zich wat onhandig voelden bij de figuur van Johannes de Doper. Ik heb het nu over Matteüs 11.7-19 en de parallel bij Lukas 7.24-28. Jezus spreekt over zijn leermeester.
“Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuiven van het riet in de wind? Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is, verkeert in koninklijke kringen. Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet. Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen.” Ik verzeker jullie: er is onder allen die uit een vrouw geboren zijn nooit iemand opgetreden die groter was dan Johannes de Doper; maar in het koninkrijk van de hemel is de kleinste nog groter dan hij.
Wat hier in feite gebeurt, is dat de volgelingen van Jezus hun leermeester een compliment laten geven aan de Doper (de woorden kunnen heel wel authentiek zijn), maar er wel voor zorgen dat ze zelf nog net even een tikje hoger staan. Er zit dus opnieuw een element in van polemiek.
Handelingen
We krijgen een derde beeld in de Handelingen van de apostelen 19, geschreven door de auteur van het Lukas-evangelie. Die vertelt dat Paulus in Efese een stuk of twaalf mensen ontmoette die door Johannes waren gedoopt maar die niet wisten dat er zoiets bestond als een heilige geest. Paulus legt uit:
Johannes doopte de mensen om hen een nieuw leven te laten beginnen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.
Waarop het twaalftal zich laat dopen in naam van Jezus. De informatie dat de gedoopten van Johannes niet wisten dat er zoiets bestond als een heilige geest, is in tegenspraak met wat de evangelist Johannes schrijft, namelijk dat de Doper aangaf dat de geest op Jezus rustte.
We zien dus dat er in christelijke kringen verschillende visies circuleerden. Dat is voor sommige gelovigen, die één boodschap willen, wat verontrustend, maar historici vinden tegenspraken altijd prettig. Ze bewijzen dat de bronnen onafhankelijk zijn en elkaar niet hebben beïnvloed. Dat versterkt hetgeen waarover ze het eens zijn: dat Johannes Jezus vóór ging en de feitelijke stichter was van de beweging waarvan Jezus de bekendste representant zou zijn.
Familie
Laatste punt. De familie van de stichter was in joodse stromingen belangrijk. We zien het bij de sicariërs, waar het leiderschap vier generaties te volgen is. We zien het bij de farizeeën rond de familie van Gamaliël. De christelijke schrijver Eusebios, die in zijn Kerkgeschiedenis het belang van de bisschoppen benadrukt, kan tradities niet onderdrukken dat Jezus’ familie nog in de tijd van keizer Domitianus belangrijk was, terwijl Flavius Josephus het leiderschap van Jezus’ broer Jakobus bevestigt.
We weten niet zeker of Johannes de Doper werkelijk familie was van Jezus. Maar als de twee niet verwant waren, dan was het in het toenmalige jodendom noodzakelijk dat ze het waren. Het verklaart – ongeacht de feitelijke juistheid van de claim – waarom Lukas de geboorte van de twee mannen in één adem vermeldt.
[Een overzicht van deze reeks is hier.]
Johannes de Doperen Jezus waren familie- neven, meer bepaald. Maria gaat na de aankondiging door aartsengel Gabriël voor een periode van drie maanden naar familie, zoals in Lucas 1;5 te lezen is; “(…)een priester genaamd Zacharias, en zijn vrouw uit de dochters van Aäron (…)en haar naam was Elizabeth”. De ouders van Johannes de Doper hebben dus beiden een link met het priesterschap(Zacharias is priester, en als afstammeling van de “dochters van Aäron”, is Elizabeth afkomstig uit het geslacht der Levieten, het joodse geslacht waaruit exclusief priesters werden geworven).
Een vraagje.
De materie, het materiële of de Hyle (Ύλη), ‘hout’. De Grieken hadden oorspronkelijk geen woord voor materie in het algemeen, in tegenstelling tot grondstoffen die geschikt waren voor een of ander specifiek doel, dus paste Aristoteles het woord voor ‘hout’ aan dit doel aan.
Hebben de vroege christenen het woord ‘vlees’ (κρέας) gebruikt voor hetzelfde doel, ingegeven door ‘Christos’, wat Messias betekent: Christus, de vleesgeworden God? Dus is het christendom niet Hellenistischer dan wij denken?
Als je bedoelt: vleeswording = menswording = in de materie opgenomen zijn,
ja, dat is een gedachte die aansluit bij Grieks-filosofische opvattingen dat er iets moet zijn waarmee het goddelijke en onstoffelijke contact heeft met de materiële. Het jodendom kende ook eigen manieren om de goddelijke aanwezigheid in de schepping aan te duiden, zoals de sjechina.
Ik denk niet dat het gebruik van Griekse uitdrukkingsvormen het christendom hellenistischer maakte dan gedacht. Niemand heeft althans gedacht dat het christendom alleen originele ideeën zou hebben. Het is eigenlijk niet heel anders dan het jodendom, dat in die tijd ook gebruik maakte van Griekse taal en filosofie.
Wat het Hebreeuwse woord Messias letterlijk betekent weet ik niet, maar Christos komt niet van kreas, vlees, maar van een werkwoord chriein dat met zalf of olie insmeren betekent, dus gezalfde.
Messias betekent ook “gezalfd”.
Open brief:
Hoi Jona,
“Dikwijls en ook dit keer doet men alsof het extra erg is dat ik over godsdienst schrijf omdat ik toch wetenschapper zou zijn.”
Dit is simpelweg achterlijk. Ik waardeer je uithoudingsvermogen, maar mijn ervaring op internet is dat zulke malloten niet voor andere gezichtspunten vatbaar zijn. Van “In drie van de vier gevallen” geloof ik dan ook niet zoveel; eerder 99 van de 100.
“Ik twijfel al langer over de zin van mijn bezigheden: een mens wil iets zien verbeteren en dat gebeurt in mijn vak almaar niet.”
Op het gevaar af in herhaling te vervallen: dingen in je vak zien verbeteren is niet de enige zin van je bezigheden. Je hebt een paar mensen, inclusief mij, een paar dingen geleerd.
“Maar nu even niet.”
Ook dit is herhaling: vertrouw op je gevoel. Modereren is een hoop werk. Het valt dan ook niet vol te houden als de lol er af is.
“Ook kruipt de corona langzaam onder mijn huid.”
Daar had ik een kleine drie weken geleden last van. De enig mogelijke remedie is dingen doen waar je zin in hebt en van krijgt. Eind vorige week mocht ik ten behoeve van het buurtje waar ik woon voor een kleine, maar goede zaak het plaatselijke college van B&W een lekkere schop onder de kont geven. De coronamisere is nog lang niet ten einde; doe dingen waar je van opkikkert.
Groetjes en houd je taai,
FrankB
PS: het lijkt me verstandig om de mogelijkheid tot reageren ook onder recente stukjes af te sluiten.
U bent zelf een van de voornaamste leveranciers van conflicten binnen deze blog, dus deze steunbetuiging aan Jona’s beslissing lijkt me iets ongepast.
Zelf echter ook niet heilig zijnde -hetgeen deze reactie zelf al bewijst- snap en steun ik zijn beslissing, en wens ik Jona toe dat hij zijn broodnodige rust weet te pakken.
Wellicht is ‘loslaten’ (dat is dus iets anders dan ‘stoppen’) een start…
“U bent zelf een van de voornaamste leveranciers …..”
Klopt. Ik heb een gecompliceerd karakter. Ik begrijp dat u een tegenstrijdigheid waarneemt en ik ga me daar niet tegen verdedigen. Alleen wijs ik er op dat “tegenstrijdig” en “ongepast” geen synoniemen zijn.
Wat gepast is en wat ongepast is bepaalt JonaL en hij alleen.
Beste Jona
Met groot genoegen lees ik al enige tijd jouw blogs: ronduit interessant, leerzaam en boeiend.
Dat er mensen rondlopen met een totaal gebrek aan tolerantie en inzicht hoe onderzoek en wetenschap werkt is helaas bekend, zeker op internet en sociale media.
Deze coronatijden helpen evenmin om dit soort lieden te temperen.
Joe integriteit en kwetsbaarheid siert je en dwingt bij mij bewondering af.
Probeer even een ‘time-put’ te scheppen.
Sterkte
Paul van Ditzhuyzen.
Sterkte!!!!
Compliment voor de moderator: ik heb ook de reacties altijd met genoegen gelezen..
Beste Jona, ook ik lees uw blogs èn de reacties meestal met plezier. Ik ben blij dat u de raad van Frank om alle reactiemogelijkheden te sluiten ‘nog’ niet heeft gevolgd. Wens u en alle lezers rust. Hartelijke groet
Bedoel FrankB.
Laat je niet gek maken Jona, je doet een hoop mensen een hele hoop plezier met je werk !
Beste Jona, je werk heeft zeker zin, op zijn minst ook voor de inmiddels niet meer zo kleine schare lezers van dit niet meer zo kleine blog. Ikzelf beleef er niet alleen veel plezier aan, ik doe er regelmatig nieuwe inzichten op en het scherpt ook mijn kritische zin bij herhaling aan. Laat je inderdaad niet gek maken.
Ja, je biedt mensen een forum met niveau. Probeer je minder op te winden over het beleidsniveau (heel moeilijk maar toch), denk aan de geïnteresseerden.