Wat is nieuws?

Gevelsteen (Egelantiersstraat, Amsterdam)

Een enkele keer blog ik hier over een recente ontdekking of nieuw inzicht. Dat gaat weleens fout. Met één april alweer even achter ons, is dit een mooi moment om het te hebben over de manieren waarop het ontspoort en over de “filters” waarmee ik probeer fouten te vermijden.

Onlangs werkte zo’n filter niet: ik blogde toen over Sponsianus, de Romeinse keizer waarvan iedereen dacht dat die niet had bestaan, totdat enkele onderzoekers het tegendeel beweerden. Ik schreef erover want dit was leuk. De onderzoekers bleken zich echter te vergissen. Gelukkig is dit een blog, dus ik kon de rectificatie er meteen bij zetten.

De feitelijke moeilijkheid is dat ik moet vertrouwen op de persberichten bij wetenschappelijke publicaties en dat zowel de persberichten als de publicaties onvoldoende goed zijn. Een oorzaak daarvan is dat de bestudering van de Oudheid versnipperd is over historici, archeologen en de diverse soorten literatuur- en taalkundigen. Oudheidkundigen weten vaak niet voldoende van wat anderen weten. Pogingen tot interdisciplinariteit blijven al zestig jaar steken in goede bedoelingen. Als wetenschappers al niet voldoende weten, zullen ook bloggers steken laten vallen. Daarop ben ik voorbereid, maar in het geval van Sponsianus was ik niet alert genoeg. De vraag is: hoe evalueer ik mijn informatie?

Filters

Mijn Sponsianusfout was te vermijden geweest als ik beter had gekeken naar het team dat het onderzoek had gedaan. Het was nogal eenzijdig samengesteld. Ik had dat kunnen en moeten herkennen. Mijn eerste vuistregel bij het beoordelen van informatie is dus: als de auteurs niet minstens twee oudheidkundige bloedgroepen vertegenwoordigen, kan ik er beter niet over schrijven. Dat is dus een eerste filter.

Dat filter vormt geen garantie dat alleen voldoende goed nieuws overblijft. In Israël proberen redelijk breed samengestelde teams archeologisch het gelijk van de Bijbel te bewijzen. Dat valt simpel te herkennen en verdient hooguit een geërgerde grom. Ik negeer het. In Griekenland en Italië spelen vaak soortgelijke kwesties. In alle gevallen zijn er religieuze of nationalistische agenda’s. Dat is een tweede filter: wees voorzichtig als religie of nationalisme een rol spelen. Ik heb daarom niet geschreven over DNA-onderzoek dat zou bewijzen dat de bewoners van westelijk China geen Indo-Europeanen waren, aangezien dat verdacht veel leek op een poging tot sinificatie van de Oeigoeren. Wellicht was ik te voorzichtig.

Overigens is het nou ook weer niet zo dat de archeologie nooit een politieke claim kan bevestigen of niet kan bewijzen dat een antieke bron correct is. Het probleem is dat onderzoekers de discussie over de relatie tussen twee soorten bewijsmateriaal (doorgaans tekst en vondst) niet langer voeren. Veel academici berusten in de versnippering van hun wetenschap. Dat is jammer, want de oudheidkundige bloedgroepen hebben uiteenlopende opvattingen over wat een oudheidkundig bewijs vormt. Er is sprake van wat bekendstaat als asymmetrische interdisciplinariteit.

Ik schrijf dus liever niet over de vraag of het paleis van koning David is ontdekt of over de vraag of de fascinerende ontdekkingen van Arjen Bosman bij Velsen bewijzen dat dit nooit Flevum kan zijn geweest. Zulke claims zijn weliswaar belangrijk maar onttrekken zich, bij de huidige versnippering van de wetenschap, aan beoordeling.

Wat ik nog meer negeer

Een andere filter: schadelijke berichttypen. Voorbeeld één: de amateurwetenschapper – laten we zeggen: iemand zonder academische kwalificaties, al is dat geen wet van Meden en Perzen – die claimt iets te hebben ontdekt. Er zit weleens een scherpzinnig idee bij, maar ik denk dat de kans groter is dat ik ten onrechte aandacht besteed aan kwakgeschiedenis dan dat ik ten onrechte geen aandacht besteed aan echt inzicht. Fout type 1 versus fout type 2. Overigens leg ik soms wel uit waarom iets niet verdedigbaar is. Voorbeelden: een hunebed in Gasselte en de homerische epen.

Een tweede voorbeeld van een schadelijk berichttype: in de tijd dat ik de Livius Nieuwsbrief redigeerde, leerde ik archeologisch nieuws filteren op overdrijving. Zo vonden archeologen eens langs de limes-weg een balk waarop de naam stond van een Romeins legeronderdeel, waarover men vervolgens claimde dat dit een belangrijke ontdekking was. We weten echter allang dat het leger die weg bouwde en het precieze onderdeel is geen urgente kwestie. De limes-voorlichting is feitelijk niet bedoeld om mensen te informeren (anders zou ze wel op orde zijn). Inhoudsloos als ze is, dient ze meer om exposure te krijgen en subsidiënten te paaien. Daarom schrijf ik inmiddels niet meer over de limes, want ik wil niet bijdragen aan de trivialisering van mijn vak. Ook hier geldt fout type 1 versus fout type 2: de kans dat ik ten onrechte schrijf over iets dat geen publiciteit verdient is fors groter dan dat ik ten onrechte iets negeer. De limes is maar één voorbeeld van persberichten die vooral het project van een subsidiënt ophemelen. Als ik zoiets herken, oordeel ik dat de eigenlijke nieuwswaarde gering is.

Een derde voorbeeld van een schadelijk berichttype is I.D.O.H.D.Z.O. ofwel “in de Oudheid hadden ze ook”. Het zijn vooral classici die zich hieraan bezondigen. In de Oudheid hadden ze ook populisten, I.D.O.H.D.Z.O. fake nieuws, I.D.O.H.D.Z.O. pandemieën, I.D.O.H.D.Z.O. klimaatproblemen. Ik verwacht dat dat we binnenkort mogen lezen dat ze in de Oudheid ook stikstofcrises hadden. Als wetenschappers andermans actualiteit volgen, herken ik er geen nieuws in.

Waarover ik wel wil schrijven

Waarover ik wel wil schrijven? Ik heb liever dat oudheidkundigen vertellen wat ze zélf bedenken. Dat is het soort berichten dat ik hoog aansla. Ik heb met plezier geschreven over digitale paleografie en over de high-tech-methoden waarmee ze in het laboratorium verbrande boekrollen kunnen lezen. De DNA-revolutie is ook zo’n mooi thema, vooral omdat de bioarcheologie hier de tekstuitleg verrijkt. Dit is voor de verandering echt interdisciplinair. Ook heb ik met plezier geschreven over ecokritiek, wat welbeschouwd een poststructuralistische vorm is om de antieke cultuur te benaderen.

Dan zijn er nog wat andere aanbevelingen. Als een onderzoeker behalve Engelse publicaties ook de Franse en Duitse literatuur kent, geef ik het een grotere kans dat hij iets te melden heeft dan als hij zich beperkt tot het Engels. Ik heb ook leren vertrouwen op sommige journalisten. Ik weet dat bijvoorbeeld Theo Toebosch geen onzin schrijft. Als hij iets schrijft, weet ik dat hij het al heeft gecontroleerd. Dat je niet kijkt naar de inhoud van wat je leest maar naar de auteurs, wordt weleens aangeduid als lateral reading. Het is natuurlijk feitelijk een argumentum ad verecundiam maar dat is niet per se verkeerd.

Wat is nieuws?

Uiteindelijk ben ik echter onvoldoende in staat kaf en koren te scheiden. Zie Sponsianus. Ik vrees dat mijn schrijfsels niet beter zullen worden als ik wél toegang krijg tot achter de academische betaalmuren. Immers, veel publicaties zijn te gespecialiseerd, te eenzijdig, te onvoldragen om nog nieuws te vormen.

Tegelijk: ik ken veel Nederlandse, Belgische en Duitse onderzoekers waarvan ik weet dat ze weten dat ze niet genoeg weten. Omdat ze ook niet achter hysterische subsidiënten aanlopen, acht ik hen betrouwbaarder dan academici die op TV hun mening over alles geven. Maar uiteindelijk is die inschatting subjectief. Het kan best zijn dat zo’n talking head wél belangrijke dingen zegt en dat een bescheiden geleerde weinig te melden heeft. Dit is dus een vooroordeel.

De beoordeling van de waarde van nieuwsberichten is, denk ik, in laatste instantie gebaseerd op ervaring. Je weet waar de problemen zitten: hyperspecialisme, dubbele agenda’s, ongelukkige frames. Je weet welke websites kritiekloos zijn en welke media goed zijn. Ook lees je weleens wat en overzie je bepaalde deelgebieden. Je bouwt een netwerk op van mensen die je helpen. Maar uiteindelijk, hoezeer je het aanbod van nieuws ook filtert, uiteindelijk blijft het onvermijdelijk dat je fouten maakt.

Deel dit:

19 gedachtes over “Wat is nieuws?

  1. FrankB

    “De oorzaak daarvan is ….”
    De versnippering heeft er natuurlijk mee te maken, maar ze is niet dé oorzaak. Ik herinner mij nog heel goed

    https://www.nature.com/articles/news.2011.554

    Het kostte ongeveer een jaar om dit te ontkrachten. De Sponsianus misser werd dus nog behoorlijk snel rechtgezet.

    “een argumentum ad verecundiam maar dat is niet per se verkeerd.”
    Een tamelijk gebruikelijke misvatting is dat het aantonen van een drogreden het tegenovergestelde van de conclusie rechtvaardigt. Eenvoudig voorbeeld: “X is dom, X zegt dat gras groen is, dus gras is niet groen.” Mbt Toebosch – en jou – is het vele malen waarschijnlijker dat de info betrouwbaar is dan niet. Zonder dat zouden alle leraren kunnen ophouden met hun werk. Ik heb een juf gehad op de lagere school die het op bepaalde punten mis had (ik wist al dat spinnen geen insecten zijn en was ook al vervelend genoeg om dat luidkeels te verkondigen), maar het overgrote deel van wat ze me leerde was natuurlijk gewoon juist.

    “Uiteindelijk ben ik echter onvoldoende in staat kaf en koren te scheiden.”
    En dat zul je altijd blijven ook. Want perfectie is onmogelijk. Maar het is prijzenswaardig dat je die nastreeft. En ach – hoe erg is het nou om de plank mis te slaan? Wat ik erg vind is weigeren je missers toe te geven en te corrigeren. Die vaardigheid is naar mijn onbescheiden mening de essentie van wetenschap. En jij hebt die in ruime mate.

  2. Je toont het vermogen om kritisch te denken, niet in de laatste plaats over je eigen denkwerk. Dat is wetenschap. Bij alles wat we vertellen over vroeger – en geschiedenis is de culturele vorm waarin een samenleving zich rekenschap geeft van haar verleden – leggen we een of ander filter over het verleden. Dat kan niet anders, want zonder dat is het voor ons onmogelijk samenhang en onderscheid te zien. Dat filter kan nationaal bewustzijn zijn (19e eeuw), politieke ideologie (20e eeuw), diepe onvrede met de eigen tijd (alle tijden), godsdienst (alle tijden), en weet ik wat nog meer. Wetenschappelijk is het strikt noodzakelijk je bewust te zijn van je eigen filter en dat eerlijk te verantwoorden. Ik noem het de vooronderstellingen, maar ik vrees dat vele wetenschappen dat parkeren bij de inleidingsvragen in het eerste studiejaar en er daarna niet meer aan denken.

  3. .”..uiteindelijk blijft het onvermijdelijk dat je fouten maakt”
    Als troost wil ik een vroegere collega citeren: “Het is onvermijdelijk dat er vermijdbare fouten gemaakt worden”. En nu ik hem toch citeer, dan ook nog maar deze: “Een foute vraag heeft geen goed antwoord”
    Het uiterst kritisch omgaan met het materiaal is voor mij een van de aantrekkelijke kanten van dit blog, (het klagen over de versnippering niet, dat weten we nu wel) en er zijn diverse lezers die oudheidkundig heel wat in hun mars hebben, en dat zo af en toe laten merken.

  4. Huibert Schijf

    Een belangrijk filter voor mij is in hoeverre de nieuwe ontdekking aansluit bij bestaande kennis. En ook hoe er vooruitgang ten opzichte van die bestaande kennis wordt geboekt. Maar een bericht dat stelt dat de geschiedenis (of welk vak dan ook) herschreven moet worden neem ik met een grote korrel zout.

  5. Jort Maas

    Twee gedachten:

    Fouten maken is niet erg, als er daarna een kritische houding is.
    Individuen zijn nooit objectief, objectiviteit ontstaat meestal alleen binnen een kritische traditie waar een individu wel deel van kan uitmaken. En dan hebben we het niet over absolute objectiviteit, iets dat niet bestaat.

    1. Misschien. Ik herinner me dat de Volkskrant weleens een echte blunder weigerde te rectificeren met het opmerkelijk argument dat de Oudheid daarvoor niet belangrijk genoeg was.

      1. Frans Buijs

        Voor ons is dat opmerkelijk. Maar voor zo’n krant is het gewoon één van de vele onderwerpen die op een dag voorbij denderen en wie leest er nou een rectificatie van een geschiedkundig bericht van zoveel dagen geleden. (En nu ga ik heel cynisch worden:) Matthijs van Nieuwkerk, dat scoort!

        1. Huibert Schijf

          Toen ik nog weleens met journalisten sprak was hun grondhouding toch: de krant van vandaag, ach, morgen wordt de vis er in verpakt. Die houding heeft m.i. weinig met het onderwerp te maken. De krant is echt een voortdenderend bedrijf met enkele deadlines per dag voordat hij gedrukt wordt. Iemand kan altijd proberen een ingezonden brief te schrijven, maar die wordt lang niet altijd geplaatst.

          1. Ja. maar met het internet is dat niet langer zo. Een onwaarheid blijft bestaan en krijgt het gezag dat de krant nu eenmaal heeft. Als mensen momenteel klagen over de kwaliteit van de kranten, is dat vooralsnog vooral domrechts geblaat, maar ik weet niet hoe lang het duurt to de kranten het vertrouwen écht verliezen.

  6. Ben Spaans

    Cynisme over gedrukte kranten is al vrij oud.
    Hij moest vol, dus dan maar wat verzonnen.

    Internet, alle informatie, juist of niet blijft nu eeuwig bestaan…en nou komt AI ook nog, wat is nog echt en wat niet…en we laten het willens en wetens gebeuren…

  7. “Ik schrijf dus liever niet over de vraag of [..] de fascinerende ontdekkingen van Arjen Bosman bij Velsen bewijzen dat dit nooit Flevum kan zijn geweest. ”

    Men schrijft wel over jou:

    “Ook Romeinenkenner Jona Lendering is enthousiast. ‘We wisten al dat dit gebied belangrijk was voor de Romeinen, maar nu zien we nog scherper hóé belangrijk.’”

  8. Mijn huisdokter zegt soms: “ik weet het niet”. Een specialist heeft me ooit gezegd: “Met wat ik vandaag bij u waarneem, zou ik de originele diagnose niet stellen.” Ik blijf mijn huisdokter trouw en zou dat doen met de specialist ware hij niet met pensioen.

    Niet weten, fouten maken en erkennen wekt bij mij en kennelijk de meeste actieve lezers van deze blog, vertrouwen.

    In mijn eigen werk heb ik theoretisch de keuze om met 100% precisie software af te leveren aan klanten. De prijs die zij daarvoor betalen is dat ik de verwachte levertijd verdubbel. De prijs die ik daarvoor betaal is dat niemand me nog wat vraagt.

    Dus ik zou zeggen: wees niet té voorzichtig.

Reacties zijn gesloten.