
Er valt iets te zeggen vóór pseudowetenschap. De theorieën zijn vaak origineel en tonen de menselijke fantasie op haar mooist. Bovendien vinden pseudowetenschappers, steeds op zoek naar argumenten, hun aanwijzingen overal. Ze denken interdisciplinair en dat is goed. Pseudowetenschap daagt je daardoor uit na te denken over wat echte wetenschap is. Als je die uitdaging echter aangaat, lopen de rillingen je over het lijf.
Alle redenatiefouten die je aanwijst in een pseudowetenschappelijke theorie, zie je namelijk ook in de officiële wetenschap (wat dat ook moge zijn). Je zou willen zeggen dat de peer-review weliswaar niet onfeilbaar is maar excessen toch verhindert, maar je kent legio voorbeelden van het tegendeel. Je zou willen zeggen dat het zelfreinigend vermogen van de academische wetenschap blunders uiteindelijk corrigeert. Alleen weet je dat dit verrotte langzaam gaat of onvolledig is. Je zou willen zeggen dat de toetsing aan de empirie uiteindelijk allesbeslissend is. Maar je weet dat dat in de oudheidkunde niet gaat. Er is immers dataschaarste en dus onvoldoende empirie.
Wetenschap en pseudowetenschap
Als ik het nu ga hebben over Achilles’ Shield Decoded van Henk van Oosten, dan is het eerste wat ik zeg: de theorie klopt niet. Het tweede is: Van Oostens visie is origineel en interdisciplinair. Het derde is: hij dwaalt in commissie. Al zijn redenatiefouten zijn ook aanwezig in peer-reviewed artikelen. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg niet dat de academische wetenschap even slecht is als pseudowetenschap. Ik zeg alleen dat de academische oudheidkunde niet volmaakt is.
Ook zeg ik niet dat, omdat de academische oudheidkunde onvoldoende functioneert, buitenstaanders gelijkwaardig mee kunnen praten. Natuurlijk is het weleens gebeurd dat een geïnteresseerde leek met een onverwacht idee de oudheidkunde verder bracht, maar dat was doorgaans doordat zo iemand methodisch te werk ging, aansluiting zocht bij het normale onderzoek en de peer-review niet schuwde.
Het schild van Achilleus
Van Oosten presenteert in Achilles’ Shield Decoded een nieuwe kijk op de homerische poëzie. Zijns inziens is de uitvoerige beschrijving van het Schild van Achilleus, die we vinden in de Ilias, de sleutel tot begrip van de omzwervingen van Odysseus, te vinden in de Odyssee. Daarmee geef ik alvast één complicatie aan: de auteurskwestie. Dat één auteur beide werken geschreven zou hebben, is zeker niet onomstreden.
Verder neemt Van Oosten aan dat de Trojaanse Oorlog een enorm conflict is geweest om de beheersing van de tinroute, waarbij hij als strijdende partijen Ithaka en Troje noemt, steden die hij lokaliseert in Zuid-Spanje en op de Britse Eilanden. Ook dit staat ver van de wetenschappelijke consensus.
Dat maakt het op zichzelf niet tot pseudowetenschap, overigens.
Consensus
De wetenschappelijke consensus is immers niet in steen gehouwen. Ze is echter wel iets om rekening mee te houden. Het is immers absurd aan te nemen dat alle deskundigen zich vergissen op het gebied waarop zij deskundig zijn. Tegelijk is het argument “consensus is een aanwijzing voor betrouwbaarheid” in de oudheidkunde weleens sterker geweest. De oudheidkundige opleidingen zijn sinds de studieduurbekorting van de jaren tachtig immers te kort om wetenschappers voldoende breed te vormen. De consensus van de geleerden heeft daardoor betrekking op steeds smallere gebieden. Het is in 2022 aannemelijker dan in 1982 dat een buitenstaander iets ziet dat hyperspecialistische academici niet weten.
Zoals ik de archeologen ken, zullen ze de eersten zijn om te erkennen dat de consensus van de archeologen niet het laatste woord kan zijn. Ik denk ook dat de consensus van de classici over de homerische poëzie ruimte laat voor stemmen van buitenaf. Maar ik denk óók dat intellectuele bescheidenheid gebiedt de consensus minimaal te overwegen. Ik denk bovendien dat je heel zeker van je zaak moet zijn als je de consensus van én archeologen én classici én oudhistorici naast je neerlegt. Dan hebben we immers te maken met een consensus die, anders dan de consensus van óf archeologen óf classici óf oudhistorici, wel voldoende breed is.
De ideeën van Van Oosten staan echter vér van de drievoudige consensus af. Dat moet aanleiding zijn tot aarzeling. Tegelijk: hoewel ik niet op de hoogte ben van een onjuist gebleken drievoudige consensus, kan het natuurlijk zijn dat Van Oosten gelijk heeft. Iemand kan de eerste zijn die drie specialismen tegelijk weerlegt.
Dwalingen (in commissie)
Als dataschaarste de empirische toetsing bemoeilijkt en als de consensus inmiddels een wat minder overtuigend argument is, dan komt het aan op de toepassing van de methode. Als Van Oostens methode niet klopt, zijn de conclusies van Achilles’ Shield Decoded onbewezen.
Ik vrees dat er weinig van klopt.
Om te beginnen neem ik een bekende passage uit de Odyssee, die ook Van Oosten citeert: Ithaka ligt in de buurt van Doulichion, Same en Zakynthos (Odyssee 9.22). De locatie van Doulichion was al in de Oudheid vergeten, maar de twee laatste eilanden zijn goed bekend. Als Van Oosten wil aantonen dat Homeros’ Ithaka niet het huidige eilandje is, zal hij ook voor Same en Zakynthos nieuwe locaties moeten vinden. Ik kan iets over het hoofd hebben gezien, maar geloof dat hij dat achterwege laat. Zijn eerste methodische vergissing is dat zijn bewijs onvolledig is.
Een andere observatie: Van Oosten overweegt de alternatieven niet. Hij reconstrueert hoe zuidelijk Spanje eruit zag, vergelijkt dit met informatie over Ithaka en concludeert dat er overeenkomsten zijn. Van Oosten kan de schaarse informatie echter moeiteloos op honderd andere plekken binnen of buiten de Middellandse Zee plaatsen. Zijn tweede methodische vergissing is dat zijn bewijs niet precies genoeg is.
De koude rillingen komen echter als je bedenkt dat peer-reviewed artikelen dezelfde fouten bevatten. Het gebeurt regelmatig dat geleerden informatie over het antieke landschap combineren met te ambigue informatie uit geschreven teksten en toch conclusies trekken. Zo roept elk jaar wel iemand dat hij sporen van de Intocht heeft gevonden, weet Bill Maheney waar Hannibal de Alpen is overgestoken en is de Drususgracht geïdentificeerd. Steeds wordt schaarse en ambigue informatie in een al dan niet gereconstrueerd antiek landschap gepast en steeds staan in peer-reviewed artikelen stelliger conclusies dan het bewijs toestaat.
[Dit stuk over pseudowetenschap, wetenschap en wetenschapscommunicatie wordt om 9:00 vervolgd. Interessanter dan de vraag waar Ithaka lag, is immers de vraag hoe pseudowetenschap ontstaat en hoe we het ontstaan verhinderen.]
Het schild op de cover lijkt wat op de hemelschijf van Nebra. Een beetje ernstige pseudowetenschapper sleurt die er best bij.
Nieuw is zijn idee alvast niet. Ik herinner me de titel niet meer, maar ergens in de jaren ’90 las ik een boekje van iemand die de Trojaanse oorlog en Ithaka in het noorden (Engeland? Nederland?) situeerde. Ik geloof dat etymologie van de koude steen daar voor de argumenten zorgde.
Ik kan me de aandacht voor dat boek in Nederland wel herinneren. Nooit meer wat van gehoord.
Je bedoelt vermoedelijk Iman Wilkens, “Where Troy Once Stood”.
Nee, de econoom Iman Jacob Wilkens schreef in 1990.
Hij jatte (zonder bronvermelding) vooral van Ernst Gideon, die Odysseus op Schouwen-Duiveland situeerde (1973, ‘Homeros, Zander der Kelten’, herdrukt in 1991 als ‘Troje lag in Engeland’), die zich weer bediende van twee 19de-eeuwse Belgische auteurs, Charles-Joseph De Grave en Theophile Cailleux.
Het geval Van Oosten staat zeker niet alleen. Je treft het ook in andere disciplines aan. Soms zijn fouten alleen te ontdekken door replicatie van het onderzoek met de oorspronkelijke data. Dat is geen populaire activiteit. Maar een dilemma stelt het wel: moet je er aandacht aan schenken en proberen de redeneringen te weerleggen, of gewoon negeren. Er is niets in de achtergrond van Van Oosten die deskundigheid suggereert. JonaL noemt pijnlijke methodologisch fouten. Dat lijkt me afdoende.
Hangt per geval af. De paar malloten die menen dat Julius Caesar model stond voor de held van de Evangeliën hoeven geen aandacht te krijgen. Maar geloof het of niet, er lopen figuren rond die ervan overtuigd zijn dat de RKK Galilei martelde en op de brandstapel zette. Het zijn er ook maar een paar, maar de potentiële schade is veel groter.
“Er valt iets te zeggen vóór pseudowetenschap.”
Pseudowetenschappen hebben mij geleerd om drogredenen te herkennen en mij genoopt mijn best te doen die zelf te vermijden. Behalve als het om voetbal gaat. Dan geldt: hoe groter en duidelijker de drogreden hoe beter.
“Een andere observatie: Van Oosten overweegt de alternatieven niet.”
Kijk, dan haak ik af. Fred Hoyle weigerde dat ook toen hij het begin van ons universum de spotnaam “Oerknal” gaf.
Ben benieuwd naar het vervolg, want ik heb ook al jarenlang belangstelling voor het fenomeen. En het is actueel – pseudowetenschappelijke boeren en milieufanaten kunnen niet zinnig met elkaar praten. Een tijdje geleden heb ik daarentegen een boer gesproken (mogelijk zeer protestant, dus zeer verschillender van mij) en ben ik onder de indruk geraakt van zijn wetenschappelijke benadering van zijn vak. Daar werd ik enthousiast van, maar het is verrotte moeilijk om er een zinvol gevolg aan te geven.
“Ithaka ligt in de buurt van Doulichion, Same en Zakynthos (Odyssee 9.22). (…) de twee laatste eilanden zijn goed bekend.” Nou, dat is wel erg optimistisch. Er ligt tegenwoordig geen eiland met de naam Sámê in de buurt van Ithaka (nu: Itháki) en dat was in de klassieke oudheid evenmin het geval. Wél ligt naast het huidige Itháki een eiland (Kefallínia, in de oudheid Kefallênía) met daarop een plaatje Sámi. Is het huidige Kefallínia het Homerische Sámê? Maar waar is Doulichion dan naartoe? De topografie van de Odyssee is om het zacht uit te drukken nogal gecompliceerd, ook wanneer Spanje en Engeland geen serieuze opties zijn.
Ja, maar daarmee wilde ik mijn stukje niet belasten. Punt is: als je Ithaka niet zoekt waar het meestal wordt gezocht, moet je ook voor de andere plaatsnamen plausibele alternatieven vinden. Dat doet Van Oosten niet.
Curieus is in dit verband ook het boek: Troje lag in Engeland: Odysseus landde in Zeeland, heruitgegeven in 1991, geschreven door Ernst Gideon. Op de achterkaft: ‘Hij voert nieuwe en onweerlegbare bewijzen aan, die hij ontleent aan de beschrijvingen van de dichter zelf’.
Het boek is oorspronkelijk uitgegeven onder de titel: Homerus, zanger der Kelten: Odysseus op Schouwen-Duiveland, in 1973.
De naam Zierikzee zou afkomstig zijn van de godin Circe, wier heiligdom eens op Schouwen-Duiveland lag; zo lezen we op de achterkaft.
Dit boek ken ik wel van naam. Ik denk dat Dirk Zwijsen ook dit boek bedoelde.
Of de heruitgave onder een andere titel, nadat Wilkens dat boek nogal had overgeschreven.
Om nog maar te zwijgen van Holger Kalweit ”Die Trilogie der Drachen” uitgegeven bij Fischer Verlag.
Atlantis! Wij worden beheerst door Reptielachtigen! Antieke Griekse teksten bewijzen het!
Zulke boeken brengen wat leven in de brouwerij. Ik kan dat wel waarderen.
Ik geloof overigens vrijwel nooit iets, al dan niet wetenschappelijk. Ik neem alles voor kennisgeving aan.
Misschien schaf ik dat boek over het Schild van Achilles wel eens aan.