
Bijna elke week blog ik over de laatste druk van het handboek waaruit ik in 1985 oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Het hoofdstuk over de Romeinse vroege republiek vat de ontwikkeling van het Romeinse gemenebest in de vijfde, vierde en vroege derde eeuw samen als twee grote processen:
- de Romeinse expansie en
- de standenstrijd.
Dat laatste conflict betreft de complexe sociale geschiedenis, waarin een aristocratisch bestel gaandeweg plaatsmaakt voor een oligarchie. Geen ongebruikelijk proces in de Mediterrane geschiedenis. Voor Rome bestond de erfenis uit een complex stelsel van magistraturen. Ik heb het allemaal weer eens nagelezen en heb geconstateerd dat er sinds mijn studietijd weinig aan inzicht is veranderd. Anders gezegd, ik leerde niets nieuws en ik heb er niets aan toe te voegen dat voor u interessant zou kunnen zijn. Of u zou erg geïnteresseerd moeten zijn het Romeinse staatsrecht en dan is dit boek meer iets voor u. De auteur won de Nobelprijs.
Karthago versus Rome: eerste ronde
Het dertiende hoofdstuk van Een kennismaking met de oude wereld is gewijd aan de verdere expansie en de daaruit voortvloeiende sociale spanningen. Het begint met de eerste twee Punische Oorlogen tussen Rome en Karthago. De eerste daarvan brak uit in 264 v.Chr. naar aanleiding van een conflict om Messina, waarin de twee grootmachten tegenover elkaar kwamen te staan. Deze oorlog om het bezit van Sicilië zou duren tot 241 en was volgens onze voornaamste bron Polybios de grootste oorlog aller tijden. In elk geval was het een heel bloedige: uit ruwweg controleerbare cijfers weten we dat Rome bij twee gelegenheden meer mensen op één dag verloor dan in de beruchte slag bij Cannae. Op de vraag waarom uit het plaatselijke conflict een enorme oorlog is ontstaan, blijven De Blois en Van der Spek het antwoord schuldig.
Of beter, ze maken gewag van een klimaat van wederzijds wantrouwen. Daarvoor zijn echter feitelijk geen aanwijzingen. We hebben namelijk nauwelijks bronnen voor deze periode. Ikzelf speculeer dat beide partijen, omdat ze aan het hoofd stonden van allerlei bondgenoten, geen stap terug konden doen. Maar misschien ben ik in dit opzicht wel een kind van de Koude Oorlog, toen Washington en Moskou nooit stappen terug konden zetten omdat dan hun gezag als bondgenotenleider ter discussie zou staan.
Militaire kundigheid
Of beide partijen, zoals De Blois en Van der Spek beweren, “militair kundig” waren, weet ik zo net niet. In de Franse literatuur wordt het tegendeel verdedigd (samenvatting). Inderdaad kun je zeggen dat Karthago ter zee geen antwoord kon formuleren op de Romeinse vlootacties. Omgekeerd heeft Rome geblunderd met de operatie van Regulus waarover ik al eens blogde. Ook bij de jarenlange belegering van Marsala gaven de Romeinen weinig blijk van militaire kundigheid.
Botsende visies zijn altijd goed en historici gebruiken daarom bij het eerstejaarsonderwijs een handboek. Het is de aanleiding tot discussie. Ik geloof dat de analyse van de militaire kundigheid zich er goed voor leent. Het aantal bronnen is beperkt, de wetenschappelijke literatuur is te overzien en het is belangrijk als aspirant geschiedvorsers zich realiseren dat ze oordelen over iets waar ze geen ervaring mee hebben.

Verder: De Blois en Van der Spek schrijven dat de enterbruggen waarmee de Romeinen enkele zeeslagen wonnen, de oorlogsbodems uit evenwicht brachten, waardoor hele vloten in stormen vergingen. Die dingen lagen echter plat op het dek en veranderden de balans van de schepen niet. Ik mag hierboven dan wel vraagtekens plaatsen bij de militaire kundigheid, zó onkundig waren de Romeinen nou ook weer niet. Waarom er dan zoveel schepen vergingen, weet ik ook niet, maar ik speculeer dat we te maken hebben met een klimaatanomalie die samenhing met het begin van het Romeins klimaatoptimum. Oude zeemanswijsheden waren niet langer betrouwbaar. Ik vertelde er hier meer over.
Karthago versus Rome: tweede ronde
Over de behandeling van de Tweede Punische Oorlog kan ik kort zijn. Ze is accuraat maar gebaseerd op vooral de geschreven bronnen. Andere informatie blijft onderbelicht, zoals numisatisch bewijs. Dat de Romeinen de oorlog inflatoir konden financieren en de Karthagers niet, had wel vermeld mogen zijn.
De Blois en Van der Spek menen dat het tegen Hannibals verwachting was dat de Romeinse bondgenoten Rome trouw blijven. Ik betwijfel dat ten zeerste. Als Hannibal de krant las, en dat zal toch wel, dan moet hij hebben geweten van de slag bij Telamon. De eindeloze oorlog op Sicilië had een complete generatie Italiërs samengebracht en toen de Kelten in 225 v.Chr. de Alpen overstaken, schaarden de Italische volken zich onder Romeinse leiding. Ik zal hier volgende week uitgebreider over bloggen.
Hannibal moet hebben geweten dat hij Rome en zijn bondgenoten niet uit elkaar kon spelen. Niet alleen omdat de Italische bondgenoten zoveel van de Romeinen hielden, al was Rome the devil you know, maar ook omdat het vermogen van Karthago om nieuwe, Italische bondgenoten te beschermen altijd geringer zou zijn dan Romes vermogen om ze te straffen. De Tweede Punische Oorlog is veel mysterieuzer dan de bronnenrijkdom suggereert en is een mooi onderwerp om bij het werkcollege uit te diepen.
Volgende week dus Telamon. En het Romeinse klimaatoptimum, daar moeten we het ook eens over hebben. En wie meer wil weten over de eerste twee Punische Oorlogen, kan natuurlijk terecht op deze blog of in De vergeten oorlog en Hannibal in de Alpen. Dat laatste boek vormt overigens een tweeluik met Bedrieglijk echt, dat ik maar even noem nu ik toch reclame voor eigen werk aan het maken.
Je schrijft dat de enterbruggen plat op het dek lagen. Het prentje echter spreekt dat tegen, dunkt mij. Ook bij afbeeldingen van andere pogingen tot reconstructie van een corvus zie ik ze op het internet nergens meteen plat op het dek liggen. (Naar ik her en der lees, is de beschrijving van een corvus door Polybius niet zo heel duidelijk, het is geen goede handleiding voor zelfbouw.)
Het plaatje (alle plaatjes die je online vindt) tonen de gevechtsopstelling, maar als er geen vijand in de buurt was, waren die dingen neergehaald. Vergelijk het met de helmen van Romeinse soldaten: in de strijd droegen ze die natuurlijk op het hoofd, maar als ze marcheerden hing die ergens aan hun bagage. Zo was het met die enterbruggen ook. Pas als de vijand in zicht kwam, hesen ze die op.
“Hannibal moet hebben geweten dat hij Rome en zijn bondgenoten niet uit elkaar kon spelen. ”
Dat roept de vraag op of hij eigenlijk wel een strategie had die tot winst kon leiden. Maar ik zal braaf tot volgende week wachten.
En wat hij die tien jaar in Italië eigenlijk deed.
Hannibal was tien jaar lang zoekende naar steun vanuit het thuisfront Carthago. Maar die steun werd hem bewust onthouden vanwege de belangen van de oligarchische families in Carthago.
Dus het zijn ook oorlogen tussen oligarchieën.
Ik had al zo’n vermoeden dat er sommigen in Carthago blij waren dat ze van hem af waren.
En dat wist hij van te voren niet?
Misschien wel, misschien niet. Misschien wilde Hannibal ook wel weg. Dit zijn heel veel misschienen, maar wat we weten over de Punische oorlogen komt voornamelijk uit Romeinse bronnen, dus wie weet wat er allemaal speelde in Carthago.
Dat vind ik moeilijk te geloven – de interne politieke verwikkelingen in Carthago waren er al lang voor Hannibal op weg ging naar de Alpen. Dan houd ik het er eerder op dat hij zichzelf voor de gek hield – hij geloofde dat na een paar indrukwekkende overwinningen hij vanzelf voldoende steun in Carthago zelf zou verkrijgen.
Ja dat is wel apart van Hannibal dat hij toch op expeditie gaat. Maar dat doet hij om het belang van zijn familie binnen Carthago te vergroten.
Macchiavelli schrijft over deze situatie in zijn “Discorsi”.
‘Verder: De Blois en Van der Spek schrijven dat de enterbruggen waarmee de Romeinen enkele zeeslagen wonnen, de oorlogsbodems uit evenwicht brachten, waardoor hele vloten in stormen vergingen. Die dingen lagen echter plat op het dek en veranderden de balans van de schepen niet.’
Ook al liggen ze plat op het dek, dan zal dit toch het voordek zijn geweest. Daardoor is het deel van het schip voor de mast zwaarder waardoor het zich in een storm minder snel kan oprichten bij een boeggolf.
Lijkt mij een logische verklaring voor het feit dat zoveel van de oorlogsschepen vergingen.
Dat lijkt me eenvoudig op te lossen door ballast naar achteren te brengen.
Waarmee het hele schip lager in het water komt te liggen.
Als je de reconstructies van die schepen ziet op afbeeldingen, vraag ik me altijd af of er daar überhaupt ruimte voor iets was. De soldaten moeten de roeiers toch constant op de lip hebben gezeten.
Schepen hebben draagvermogen, dat wordt gebruikt om mensen en goederen te voeren. Een deel van die goederen bestaat uit diverse voorraden en materialen om het schip te repareren etc., een deel bestaat uit voorraad voor mens en dier en het resterende deel (nuttig laadvermogen) is voor de lading (bijv. een leger onderdeel).
Schepen hebben/hadden ook veelal een vaste hoeveelheid ballast; tegenwoordig is dat water (in tanks), vroeger werden stenen of zand gebruikt. Een van de redenen om ballast in te nemen is het beinvloeden van de stabiliteit; een ‘leeg’ schip ‘wappert’ alle kanten op. Mensen (als in soldaten) zijn een relatieve lichte lading. AAn het begin van een reis/overtocht zal men in het algemeen de juiste hoeveelheid ballast hebben ingenomen, aangepast aan de lading. De ballast en/of voorraden kan je verplaatsen in het schip (of op dek) om het schip te trimmen (lengterichting) of slagzij te voorkomen.
Ballast onderin het schip zal waarschijnlijk een van de manieren zijn geweest om het negatieve effect van zo’n enterbrug, met een hoog zwaartepunt, te compenseren en de stabiliteit te verbeteren.
Teveel ballast (en/of lading) is vanzelfsprekend niet goed, dan ligt het schip te laag in het water en zal er bij slingen en/of stampen meer water op dek (= gewicht) of in het ruim van het schip komen.
De theoretisch principes van stabiliteit en zeewaardigheid zal men waarschijnlijk niet (veel) hebben gehad in de Romeinse tijd, ervaren zeelieden zullen dit ongetwijfeld in de praktijk hebben geleerd.
Ja maar dan kom je weer bij “oude zeemanswijsheden waren niet meer betrouwbaar.”
Die opmerking is erg breed en heel moeilijk te onderbouwen.
Er zijn rampen gebeurd, maar om die aan de algemene kennis en ervaring van zeemannen te koppelen lijkt me te makkelijk. Voor, na en tijdens die rampen werd er ‘gewoon’ gevaren op de Middellandse Zee.
Ik ben het niet eens met Jona om de veranderingen ten gevolge aan het klimaat, een gemiddelde van het weer over een lange periode, te gebruiken als verklaring van 3 (of meer) grote rampen. Rampen op zee zijn in het algemeen het gevolg van meerdere factoren die in combinatie tot die ramp leiden. Het is niet gezegd dat die rampen door dezelfde oorzaken zijn gebeurd.
Ik wacht met spanning op zijn blog over het Romeinse klimaatoptimum.