Het Romeins klimaatoptimum

Het Romeins klimaatoptimum maakte de bewoning van de woestijn mogelijk. Dit is het badhuis van Bu Njem. Uit ostraca weten we dat er zelfs genoeg hout was om het warm te stoken.

Al ruim twee jaar schrijf ik elke week een stukje over de laatste druk van het handboek waaruit ik ooit oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Dat doe ik niet om de auteurs de levieten te lezen, maar om te kijken of mijn kennis in de pas loopt met recente inzichten. Ik schrijf dan meestal over zaken die de auteurs, een handboek zijnde een handboek, moeten overslaan of vereenvoudigen. Feitelijk verken ik de stof van het werkcollege naast het handboekcollege, waarbij de docenten de complexiteit uitleggen. Soms denk ik echter: dit moet echt anders. Zoals nu. Een van de grote innovaties van de eenentwintigste eeuw ontbreekt: de klimaatwetenschap. Ik lees broksgewijs en kan iets over het hoofd zien, maar het Romeins klimaatoptimum lijkt onvermeld te zijn.

Wetenschapsleer voor eerstejaars

Verplaats u even in de eerstejaarsstudent voor wie het handboek is bedoeld. Die leert bij de colleges wetenschapsleer dat onderzoekers werken met data – denk aan opgravingen, denk aan tekstuitgaven – maar dat patronen niet spontaan zichtbaar worden. Die herken je pas als je een vraag gaat stellen en die vraag is een reactie op de actualiteit. Vandaar het hoge in-de-Oudheid-hadden-ze-ook-gehalte van mijn vak: terwijl de huidige onderzoekers kijken naar ecologische en klimatologische kwesties, keken ze in de jaren negentig naar globalisering en wereldgeschiedenis, was in de jaren tachtig gender een populair onderwerp en was er in de jaren zeventig aandacht voor de sociale en economische verhoudingen. Je vertrekpositie verandert voortdurend. En dus verandert ook de Oudheid voortdurend.

Lees verder “Het Romeins klimaatoptimum”

De Punische Oorlogen

Munt uit Iberië met een krijgsolifant zoals Karthago inzette (British Museum, Londen)

Bijna elke week blog ik over de laatste druk van het handboek waaruit ik in 1985 oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Het hoofdstuk over de Romeinse vroege republiek vat de ontwikkeling van het Romeinse gemenebest in de vijfde, vierde en vroege derde eeuw samen als twee grote processen:

Dat laatste conflict betreft de complexe sociale geschiedenis, waarin een aristocratisch bestel gaandeweg plaatsmaakt voor een oligarchie. Geen ongebruikelijk proces in de Mediterrane geschiedenis. Voor Rome bestond de erfenis uit een complex stelsel van magistraturen. Ik heb het allemaal weer eens nagelezen en heb geconstateerd dat er sinds mijn studietijd weinig aan inzicht is veranderd. Anders gezegd, ik leerde niets nieuws en ik heb er niets aan toe te voegen dat voor u interessant zou kunnen zijn. Of u zou erg geïnteresseerd moeten zijn het Romeinse staatsrecht en dan is dit boek meer iets voor u. De auteur won de Nobelprijs.

Lees verder “De Punische Oorlogen”

Vragen rond de jaarwisseling (4)

Een moderne abacus in Kokand, vrijwel onveranderd sinds de Oudheid.

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier en hier.

16. Vraag via de blog: Waarom hadden de Romeinen zo onhandig getallensysteem?

Daarop zijn twee tegenstrijdige antwoorden mogelijk. Het ene: de Romeinse cijfers zijn niet zo onhandig. Kijk maar eens hoe snel mensen op een abacus kunnen rekenen met vijf- en tientallen. Het tegengestelde antwoord: het is inderdaad een ramp, net als de Griekse cijfers/letters. En het is hun eigen Romeinse schuld. Toen keizer Trajanus de culturele hoofdstad Babylon innam, had men daar de nul al ontdekt. De veroveraar begreep het belang niet en de Romeinen namen deze vorm van plaatsnotatie niet over.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (4)”

Vragen rond de jaarwisseling (3)

Boeddha (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Ik beantwoordde in het eerste stukje de eerste vier vragen en in het tweede stukje de vragen vijf tot en met tien. We gaan vandaag verder.

11. Vraag via de mail: Wanneer kozen de Romeinen ervoor om de Griekse godenwereld over te nemen en wat dreef hen daartoe?

Business as usual. Elk volk in de Oudheid nam de goden van de buren over. De Romeinen deelden goden met de Sabijnen (zoals Janus), met de Etrusken (zoals Minerva), met de Grieken (zoals Hercules). Vaak stelde men goden met bekende namen gelijk aan vreemde goden, zodat de Romeinse Jupiter dezelfde kon zijn als de Etruskische Tinia, de Griekse Zeus of de Babylonische Marduk. De Romeinse Liber Pater was dan weer gelijk aan de Griekse Dionysos, aan de Indische Vishnu en aan de joodse Jahweh. Ik noem dit voorbeeld omdat de Grieken de naam Liber Pater weer overnamen van de Romeinen en hun Dionysos zo gingen noemen. De vakterm voor de gelijkstellingen is syncretisme.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (3)”

Mont Vireux

Laat-Romeinse of Frankische muur

Toen collega Herman Clerinx, de auteur van een tof boek over de Romeinse aanwezigheid in de Lage Landen, hoorde dat ik voornemens was vorige maand te gaan fietsen in de Franse Maasvallei, attendeerde hij me op het Romeinse fort bij Vireux-Molhain. Dat ligt ruwweg halverwege Givet, het eerste stadje dat je in Frankrijk tegenkomt, en Fumay. Clerinx zei nog dat het lastig bereikbaar was.

Dat heb ik geweten.

De Mont Vireux, net als het dorpje vernoemd naar een Keltische riviergodin Viruwa, is een puist die ruim tachtig meter boven de Maas uitsteekt. Je moet een gigantisch eind omfietsen om de heuvel op te komen. Vertrouw daarbij niet op Google Maps, want daarop staan niet-bestaande paden aangegeven. De enige manier om er te komen is vanaf dit punt, dat voor een fietser bereikbaar is door een enorme slinger te maken die begint bij de Rue du 18 Juin 1940 en dan verder te gaan over de straat met de goede naam Derrière les roches. Vanaf het punt waar ik zojuist naar linkte, kun je alleen nog wandelen.

Lees verder “Mont Vireux”

“Woestijnkunst” (bij gebrek aan betere naam)

Een herder met een struisvogel, een haan en een schaap (Wadi Imla)
Een herder met een struisvogel, een haan en een schaap (Wadi Imla)

Als het gaat om antiek materiaal, heb je vandalen en vandalen. Je hebt er die ruïnes plunderen om de vondsten te gelde te maken en je hebt er die verlost willen zijn van erfgoed dat hun niet bevalt. De eerste categorie zal het zichzelf niet al te moeilijk maken en richt zich op plekken waarvandaan de oudheden snel kunnen worden afgevoerd; de tweede groep ziet er geen been in naar moeilijk bereikbare plaatsen te gaan om de boel kort en klein te slaan. Het berichtje, alweer een jaar of wat geleden, dat in Libië mensen diep de woestijn in waren getrokken om daar prehistorische kunst kapot te gaan maken, behoort tot die tweede categorie. Het is pure haat.

Wilde fauna

Terwijl het juist zo boeiend is dat de Sahara ooit een savanne is geweest waar mensen de rotswanden versierden met reliëfs en schilderingen. Er is in het zuiden van Libië van alles te zien: jagers, dansers, krijgers en zelfs zwemmers. Oké, de beroemde “Cave of the Swimmers” is in Egypte maar u snapt mijn punt.

Het is des te fascinerender als we zien hoe oud de woestijnkunst is. Dit is geen primitieve imitatie van Griekse of Romeinse kunst, zoals kunsthistorici aanvankelijk dachten, maar is eeuwen ouder. Dat werd alleen pas duidelijk toen het prehistorische klimaat een beetje werd begrepen, toen was gebleken dat dit gebied ooit een savanne, ja zelfs bos was geweest en toen kon worden beredeneerd welke dieren op welk moment over de savanne zwierven.

Lees verder ““Woestijnkunst” (bij gebrek aan betere naam)”