
In mijn twee vorige stukjes over de archeologie van Israël en de Palestijnse gebieden heb ik eerst de IJzertijd behandeld en daarna de Romeinse tijd. Voor ik afrond met het hedendaagse Jeruzalem, wil ik het nog hebben over de religieuze sites uit de tussenliggende eeuwen. Rabbijns jodendom en christendom zijn allebei ontstaan in deze regio. Vanaf de vierde eeuw hebben zij allerlei pelgrimsmonumenten ingericht. In feite nieuwbouw, bedoeld voor de toeristen uit die tijd.
Betlehem
In de eerste plaats Betlehem, waar ik zelf nooit ben geweest, maar waar ik graag eens heen zou willen omdat daar de Geboortekerk is. Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, liet deze basiliek bouwen op de plek waar al een kerkje was. Onder deze kerk zijn grotten, en een daarvan schijnt te gelden als de plaats waar Jezus van Nazaret is geboren. In een andere grot heeft, nadat de grote basiliek was gebouwd, de kerkvader Hieronymus geleefd. Dus onder de grond, als ik het goed begrijp. Het oorspronkelijke apsismozaïek van de basiliek toonde het christogram dat Constantijn liet vereren. Dat mozaïek is er niet langer; de basiliek is in de zesde eeuw afgebrand en herbouwd. Maar ik ken deze plek dus niet persoonlijk.

Kafarnaüm
Dat ligt anders voor Kafarnaüm, waar een oude synagoge is te zien. Als u heel Bijbelvast bent, denkt u aan de plek waar Jezus is voorgegaan, maar de synagoge is feitelijk een nieuwbouw uit de vierde of vijfde eeuw. Alles voor de christelijke pelgrims dus; er is wat dat betreft weinig nieuws onder de zon. Er liggen in het noorden van het huidige Israël verschillende synagogen, met vaak mooie mozaïeken. Ik noem het, omdat de synagogen bewijzen dat er altijd joden in dit land hebben gewoond, zelfs al beweerde Maimonides dat hij en hij alleen had gezorgd voor de wederopbloei van het joodse leven.
Overigens is in Kafarnaüm ook het zogenaamde huis van Petrus te zien, dat wél de juiste ouderdom heeft. Dat wil vanzelfsprekend niet zeggen dat het echt het huis van de beste man is geweest.
Middeleeuwen
Lange tijd hebben archeologen het verval van de laatantieke steden en dorpen in Israël gedateerd in de tijd waarin de Arabische legers met Nabije Oosten onderwierpen. Inmiddels hebben we scherpere dateringen en blijkt dat dit niet klopt. Caesarea heeft bijvoorbeeld een Umayyadische stadsmuur. Het is echter wel waar dat de bevolking in de achtste, negende eeuw begon af te nemen. Het kan te maken hebben met de verschuiving van het zwaartepunt in het Kalifaat van Damascus naar Bagdad. Ook Libanon raakt in deze tijd in verval.

Israëlische archeologen gaan best netjes om met islamitisch erfgoed, maar het haalt nauwelijks de media en toeristen komen er nauwelijks op af, dus wie door Israël reist, ziet weinig uit deze tijd: door de bevolkingsafname was er weinig en dat is ook nog slecht ontsloten. Joods erfgoed uit de Middeleeuwen is er wel. In Tiberias kun je bijvoorbeeld het graf van Maimonides bezoeken. Ik vond het overigens geen prettige plek; ik had het gevoel dat de vrome mensen die hun gebeden zeiden bij het graf, me wegkeken.
Kruisvaarderskastelen
In 1099 veroverden de Kruisridders Jeruzalem en daarna bouwden ze het ene kasteel na het andere. Bij Panias ligt kasteel Nimrod op een heuvel, Belvoir en Montfort bewaken de toegang tot Galilea over de Jordaan, in Caesarea, Atlit en Akko zijn de havens bewaakt en ook is er het kasteel bij Maresha. In Jeruzalem kun je het Huis van de Duitse Orde zien en de citadel, maar ook de kerk van Sint-Anna. Even buiten de Leeuwenpoort is het prachtige onderaardse kerkje van het graf van Maria, waar ook koningin Melisende is begraven. Voor mij is het een thin place waar ik even meende een parallelle wereld te kunnen aanraken.

Wie geïnteresseerd is in de Kruistochten, zal ook de autoweg van Sepforis naar Tiberias de moeite waard vinden: hier liggen de Hoorns van Hattin, waar Saladin de Kruisvaarders versloeg. Ik noem ook de Leeuwenpoort in Jeruzalem: gebouwd door de Mamlukkenvorst Baibars is dit een monument uit de tijd waarin de Arabieren de Kruisvaarders verdreven.

Ottomaanse periode
Ik zou de Ottomaanse periode willen behandelen. In Jeruzalem zag ik prachtige gebouwen, waar ik niet binnen ben gegaan. De stadsmuur is een geschenk van Suleyman de Prachtlievende. Ik noem Safed nog even, waar de kabbalist Isaac Luria heeft gewoond. Ik blogde al eens over Fakhr ad-Din, wiens biograaf uit Safed kwam.

Tot slot wijs ik op de moskee van Caesarea. Gebouwd door Bosniërs. De Ottomanen raakten in de loop van de negentiende eeuw steeds meer Europese bezittingen kwijt aan Oostenrijk, Rusland en de nieuwe koninkrijken op de Balkan. Moslims die in het land van de Sultan wilden blijven, trokken vaak naar het oosten, waar ze zich vaak in kuststeden vestigden.

PS
Uw mening over het Palestijns-Israëlische conflict mag u elders geven.
Weer een mooie toeristische rondleiding van Jona, met een voor mij nieuw begrip: de “thin place”. Ik zal eens nagaan in mijn herinneringen…
Wilde ik net opmerken: Jona, daar mag je vaker over uitweiden.
“Alles voor de christelijke pelgrims dus; er is wat dat betreft weinig nieuws onder de zon. ”
Een beetje vreemde opmerking – zou deze plaats in trek zijn bij andere pelgrims?
“graf van Maimonides bezoeken. Ik vond het overigens geen prettige plek; ik had het gevoel dat de vrome mensen die hun gebeden zeiden bij het graf, me wegkeken.”
De vraag die hier bij mij opkomt is: waarom zou iemand, anders dan om te bidden, het graf van Maimonides willen bezoeken? Wat beleeft de niet-bidder daar? Het deed me denken aan die Paasmorgen dat ik in 1976 als toerist in de St Vitus kathedraal in Praag was, terwijl daar ook een de Paasdienst aan de gang was. Ik voelde me daar onprettig, tot ik rolwisselde van toerist naar kerkganger. Toen klopte het weer.
Ik denk dat het antwoord is: omdat het graf er is.
Ik ben ook niet specifiek geïnteresseerd in het graf van Jacobus in Santiago de Compostella, en toch wil ik er een keer naartoe. Het is cultureel interessant.
Ik denk wel dat religieuze mensen een streepje voor hebben op zo’n plek. Als ik een rondleiding verzorg bij een kerk, doe ik de uitleg buiten.
Als toerist rondstruinen in een gebedshuis terwijl er een dienst aan de gang is, voelt wat voyeuristisch en oneerbiedig.
Boekentip: zelf niet gelezen, maar de bespreking in Knack van “Islam” van Ahmet T. Kuru was interessant. In het boek zoekt de auteur naar een verklaring van de hedendaagse malaise in de moslimwereld terwijl het oosten in de vroege middeleeuwen het westen op zoveel gebieden vooruit was. Hij komt uit bij het verdwijnen van de onafhankelijkheid van de oelema, islamitische geleerden. Door o.a. klimaatverandering en het wegvallen van handelsstromen zou de moslimwereld militaristischer en orthodoxer zijn geworden. De kruistochten versterkten deze evolutie. De middenklasse die de filosofen leverde, kwam onder druk te staan. Uiteindelijk bleven enkel de madrassa’s, gecontroleerd door de staat, over.
Klinkt aannemelijk, maar dat van die klimaatverandering snap ik niet helemaal.
Volgens Floris Cohen (De herschepping van de wereld. Het ontstaan van de moderne natuurwetenschap verklaard.) is het normaal dat op een periode van bloei een periode van neergang volgt, dus wat betreft de Islam hoeft er niets verklaard te worden, die volgt het normale patroon dat vele andere culturen ook gevolgd hebben. De te verklaren anomalie is de ontwikkeling in West Europa.
Ik meld dit omdat ik het er wel mee eens ben, zij het dat ook hier de verklaring alleen achteraf mogelijk is. Als iemand omstreeks 1400 had moeten voorspellen waar de wetenschappelijke revolutie zou plaatsvinden zou hij vermoedelijk China hebben genoemd.
De kaliefen waren soms toch ‘ruimdenkender’ dan de Oelema?
Wat hebben al die theorieën nou eigenlijk precies voor zin? Alsof er een historisch onrecht is, dat rechtgezet moet worden. Dingen gebeuren. Het ‘Westen’ was eeuwenlang niet minder geobsedeerd door theologie.
(Misschien zat er vanaf het begin al een systeemfout in ‘de’ Islam, ook een theorie…
Niet al te populair hier, denk ik…
Of de theorie dat juist het ‘Westen’ de uitzondering is…
Ook theorieën te over wat er ‘misging’ in Rusland te op zichte van het ‘Westen’ trouwens).