Raymond III van Tripoli (2)

Zegel uit de tijd van Raymond III (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik vertelde gisteren hoe Nur-ad-Din een machtsbasis had in Syrië en de Kruisvaarders in 1164 had verslagen. Graaf Raymond III van Tripoli was bij Harim (in het noorden van Syrië) gevangen genomen en koning Amalrik I van Jeruzalem was regent in Tripoli. Ook hij had niet kunnen verhinderen dat Nur-ad-Din het zwakke graafschap had geplunderd. Iedereen was het erover eens dat de Kruisvaardersstaten zich in een conflict met Nur-ad-Din niet voldoende zouden kunnen verdedigen.

Tenzij Nur-ad-Din zelf in moeilijkheden zou geraken. En gelukkig voor de christenen was daar zijn eigenzinnige adjudant Saladin. Nur-ad-Din had al gemeend hem weg te moeten promoveren naar Egypte, waar de (shi’itische) dynastie der Fatimiden ernstig verzwakt was. Saladins machtsovername aldaar bevredigde zijn ambities echter niet en Nur-ad-Din voelde zich voldoende bedreigd om in te zien dat de Kruisvaardersstaten weleens een nuttige buffer konden zijn tegen zijn rivaal. Daarom liet hij Raymond III vrij, vermoedelijk in 1174, nadat deze tien jaar gevangen had gezeten. De Hospitaalridders moesten de losprijs voorschieten, want het graafschap Tripoli had het bedrag niet.

Lees verder “Raymond III van Tripoli (2)”

Israël en de Palestijnse gebieden (3)

De Ari Synagoge in Safed is een van bijzonderste plaatsen in Israël

In mijn twee vorige stukjes over de archeologie van Israël en de Palestijnse gebieden heb ik eerst de IJzertijd behandeld en daarna de Romeinse tijd. Voor ik afrond met het hedendaagse Jeruzalem, wil ik het nog hebben over de religieuze sites uit de tussenliggende eeuwen. Rabbijns jodendom en christendom zijn allebei ontstaan in deze regio. Vanaf de vierde eeuw hebben zij allerlei pelgrimsmonumenten ingericht. In feite nieuwbouw, bedoeld voor de toeristen uit die tijd.

Betlehem

In de eerste plaats Betlehem, waar ik zelf nooit ben geweest, maar waar ik graag eens heen zou willen omdat daar de Geboortekerk is. Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, liet deze basiliek bouwen op de plek waar al een kerkje was. Onder deze kerk zijn grotten, en een daarvan schijnt te gelden als de plaats waar Jezus van Nazaret is geboren. In een andere grot heeft, nadat de grote basiliek was gebouwd, de kerkvader Hieronymus geleefd. Dus onder de grond, als ik het goed begrijp. Het oorspronkelijke apsismozaïek van de basiliek toonde het christogram dat Constantijn liet vereren. Dat mozaïek is er niet langer; de basiliek is in de zesde eeuw afgebrand en herbouwd. Maar ik ken deze plek dus niet persoonlijk.

Lees verder “Israël en de Palestijnse gebieden (3)”

De Oude Man van Masyaf

Ik blogde gisteravond over de Oude Man van de Berg en vertelde dat die Hassan-i Sabbah heette, rond 1100 in Alamut in Noordwest-Iran zijn hoofdkwartier had en leiding gaf aan een islamitische sekte. In de twaalfde eeuw kreeg die een tweede basis in Masyaf in het westen van Syrië. Deze groep mensen wordt weleens nizarische ismaïli’s genoemd en ook wel Assassijnen. De leider hier heette Abu Mohammed.

Moord

In 1152 liet hij graaf Raymond II van Tripoli, de zoon van de Pons van Tripoli over wie ik al eens blogde, uit de weg ruimen. Bisschop Willem van Tyrus, de auteur van een belangrijke bron over de Kruisvaardersstaten, vertelt:

Lees verder “De Oude Man van Masyaf”

Saladin in meervoud

De hoorns van Hattin, waar Saladin de Kruisvaarders versloeg

In juli 1187 versloeg de Koerdische leider Saladin, sultan van Egypte en Syrië, het leger van het Kruisvaarderskoninkrijk Jeruzalem. Kort na de Slag bij Hattin nam hij ook Jeruzalem in en nog een handvol andere steden. Hij wist echter de havens van het Heilig Land niet blijvend te veroveren, zodat een christelijk tegenoffensief mogelijk werd: de Derde Kruistocht, waaraan onder andere Richard Leeuwenhart deelnam. Die slaagde er weliswaar nog niet in Jeruzalem te heroveren maar wist de christelijke posities voldoende te versterken om de Kruisvaarders in staat te stellen de klus in 1229 alsnog af te maken.

In de islamitisch wereld kreeg Saladin een slechte naam. De soennieten beschouwden Hattin als een overwinning waarvan de winst uiteindelijk werd verspeeld, de sjiitische moslims herinnerden zich vooral dat Saladin de sjiitische Fatimidendynastie had beëindigd. In het westen was Saladins reputatie vanzelfsprekend ook niet al te best. In de Carmina Burana worden de gebeurtenissen beschreven in apocalyptische termen, met Saladin als aanvoerder van ruim twee dozijn met naam en toenaam vermelde vreemde volken.

Lees verder “Saladin in meervoud”

Hattin

De hoorns van Hattin, waar Saladin de Kruisvaarders versloeg

Elk jaar reizen duizenden toeristen in Israël van Sepforis naar Tiberias, dwars door Galilea. Vanuit de busramen zien ze eerst de slagvelden van Toetmoses III, Debora en Barak, Napoleon en Allenby, alvorens aan te komen bij Golani Junction, dat is vernoemd naar een Joodse brigade die hier actief was in 1948. Van een afstandje zien de toeristen dan de Hoorns van Hattin, waar in juli 1187 de Koerdische sultan Saladin het leger vernietigde van het Kruisvaarderskoninkrijk Jeruzalem.

Deze veldslag vormt slechts een van de onderwerpen in Hattin, het korte boek van de Britse medievist John France over de Kruistochten. Het kan alleen worden getypeerd als een krachttoer: ik was verbaasd hoeveel informatie een schrijver in 168 pagina’s kan persen. Zo noemt France de etnische spanningen binnen de Fatimidische legers, een onderwerp dat weinig met het eigenlijke betoog heeft te maken maar dat de lezer desondanks niet stoort. Ondanks de hoge informatiedichtheid blijft Frances boek prettig leesbaar.

Lees verder “Hattin”

Mongolenstorm (2)

Skeletten van de slachtoffers van de Mongolen in Kara Tepe
Skeletten van de slachtoffers van de Mongolenstorm in Kara Tepe

Gisteren begon ik te vertellen hoe de komst van de Mongolen de verhoudingen tussen islam en christendom op scherp zette. Ik noemde de door Djengiz Khan en Hulagu aangerichte verwoestingen: het huidige Oezbekistan en Iran werden onder de voet gelopen. Bij de val van Bagdad, hét culturele en politieke centrum van de islam, maakten de veroveraars onderscheid tussen wat christelijk en islamitisch was: het eerste werd gespaard, het tweede vernietigd. Hoewel religieuze vervolging al bestond – elke godsdienst stelde andere godsdiensten achter – en hoewel de machthebbers destijds geweld niet schuwden, was het geweld van de Mongolen van een andere categorie. Dit was geen aanmoediging tot bekering en zelfs geen gewelddadige dwang tot bekering, dit was een regelrechte genocide, waarbij de moslims geen kans kregen zich het leven te redden. Wie voordien een stad veroverde, plunderde die en nam de macht over, maar waar de Mongolen waren geweest, waren geen steden meer.

Sommige Mongoolse leiders sympathiseerden met het christendom. Hulagu was getrouwd met een christin, zijn zoon trouwde een Byzantijnse prinses en hijzelf was vermoedelijk zelf ook christen. 100% zeker is het niet maar hoe dat ook zij, hij verleende in de op de moslims veroverde gebieden allerlei rechten aan de christenen die ze eerder hadden verloren: ze mochten weer kerken bouwen en wijn drinken bijvoorbeeld, en openbare processies houden. De Kruisvaarders zagen wel wat in samenwerking met de Mongolen en waren daarom bereid vrije doorgang te verlenen aan de naar Egypte oprukkende Mongoolse generaal Kitbuga, een nestoriaanse christen. In zijn horde trokken ook Georgiërs en Armeniërs mee.

Lees verder “Mongolenstorm (2)”