Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

Het Rijk van de Sultan

Bayezid
Bayezid

In het Brusselse Bozar, op een steenworp van het centraal station, is momenteel een tentoonstelling over de manier waarop westerse kunstenaars in de vijftiende en zestiende eeuw keken naar het Ottomaanse Rijk. Zondag ben ik er met vrienden wezen kijken en ik kan alleen zeggen dat “Het Rijk van de Sultan” de moeite van een bezoek alleszins waard is. Die moeite bestond in ons geval uit tweemaal drie-en-half uur in de trein, maar je moet er iets voor over hebben.

In ruim twintig zalen worden diverse aspecten getoond van de wijze waarop Europese kunstenaars omgingen met dat wat ze over de Turken wisten (of meenden te weten). Eigenlijk moet ik zeggen: beeldende kunstenaars, want bijvoorbeeld muziek en literatuur blijven onderbelicht. Dat is een keuze en vermoedelijk een verstandige, want wat er nu aan schilderijen, tapijten, penningen, vuurwerkinstallaties, wapenrustingen en etsen wordt getoond, is al bijna meer dan een mens kan bevatten. Het is bovendien allemaal even interessant: dit is typisch zo’n expositie die je twee keer moet bezoeken, wat ons, Hollandse dagjesmensen, vanzelfsprekend niet lukte.

Lees verder “Het Rijk van de Sultan”