Raymond van Saint-Gilles

Het mogelijke graf van Raymond van Saint-Gilles (Qalat Sanjil, Tripoli)

Ik blogde gisteren over Tripoli en noemde het Kruisvaarderskasteel. Over het graafschap Tripoli is wel iets meer te vertellen en dat begint in 1071 , als de Byzantijnse keizer Romanos IV oprukt tegen de Seljukische Turken. Bij Manzikert verslaat sultan Alp Aslan de Byzantijnen, die vervolgens een gunstig vredesverdrag met voeten treden en zo een Turkse invasie over Anatolië uitlokken. (Dit is het moment waarop zeelieden uit Bari het gebeente van Sint-Nikolaas uit Myra roven.) De Byzantijnen zoeken nu steun in het westen, en inderdaad komen duizenden ridders naar Constantinopel, waar ze keizer Alexios trouw zweren. Ze rukken op door Anatolië, drijven de Seljuken terug en veroveren Antiochië.

Eerste Kruistocht

En daar gaat iets verkeerd. De keizer begint de Kruisridders – want we hebben het natuurlijk over de Eerste Kruistocht – te wantrouwen en andersom. Beide partijen beschouwen de eed van trouw als verbroken. Meteen daarna loopt nog iets spaak: de relatie tussen de Kruisridders en de Fatimiden. Dat was de sji’itische dynastie in Egypte, die traditioneel het Nabije Oosten deelde met de christelijke Byzantijnen, met als grens de Nahr al-Kabir, die ook nu de grens vormt tussen Syrië en Libanon. Tot dan toe hadden niet alleen de Byzantijnen maar ook de Fatimiden de westerse barbaren beschouwd als bondgenoten tegen de Seljuken, maar nu de Kruisvaarders oprukten richting Jeruzalem, keerden ook de Fatimiden zich tegen de indringers.

Lees verder “Raymond van Saint-Gilles”

De Omari-moskee in Beiroet

De Omari-moskee in Beiroet

Wie momenteel Beiroet bezoekt, zal altijd de in 2008 door de familie Hariri uit okergele steen gebouwde moskee zien, de Mohammed el-Amine-moskee. Een prachtig monument, maar niet het belangrijkste islamitische heiligdom van de stad. Dat is namelijk de even verderop gelegen Omari-moskee.

Heidens, Grieks-orthodox, Rooms-katholiek

Die toont Libanons religieuze leven in een notendop. Het heiligdom is namelijk rond 245 na Chr. neergezet door keizer Philippus en gewijd aan de oppergod, die hij wel Baʿl zal hebben genoemd, want hij kwam uit een Arabischsprekende provincie. Anderen hadden het natuurlijk over Jupiter of Zeus. In de vierde eeuw namen de christenen de tempel over als kerk. De gelovigen erkenden de patriarch van Constantinopel.

Lees verder “De Omari-moskee in Beiroet”

Middeleeuws Byblos

De Grieks-Orthodoxe kerk van Byblos

Vandaag begint in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden de expositie over Byblos, waarover ik al een slordig half jaar elke week heb geblogd. Ik heb dat met plezier gedaan. Libanon is me dierbaar, ik gun de Libanezen leukere publiciteit dan waarmee ze doorgaans in het nieuws komen, en ik heb bij elk bezoek fijne dagen doorgebracht in Byblos. Oftewel, zoals het nu heet, Jbeil.

Modern Byblos

Jbeil heeft een aardige souq vol kleine winkeltjes, waarvan er een onderdak biedt aan een piepklein fossielenmuseum. (Over de fossielen van Byblos is ook een interessant verhaal te vertellen, maar dat deed ik al eerder: hier.) Het haventje is tegenwoordig vooral in gebruik voor vissers en een paar kleine plezierjachten. Er is een wassenbeeldenmuseum en er zijn wat cafés, waarvan sommige betere dagen hebben gehad. Ik eet graag in Al-Bahr, wat gewoon “zee” betekent. Het ligt even buiten de stad, naar het noorden, aan het strand.

Lees verder “Middeleeuws Byblos”

Geliefd boek: A History of the Crusades

Ik had mijn studie (Oude) Geschiedenis al afgesloten toen ik op de driedelige History of the Crusades stuitte. De auteur, wiens officiële naam Sir James Cochran Stevenson Runciman was, maar die beter bekend stond als Steven Runciman, leefde zo’n beetje de hele twintigste eeuw vol: van 1903-2000. Uitgeverij Penguin had deze monumentale studie uit de jaren 1951-1954 als goedkope paperback herdrukt, en daarmee bereikbaar gemaakt voor een grote lezersschare. De drie pockets hebben mijn selectie ter voorbereiding van een verhuizing gemakkelijk overleefd: ik weet namelijk zeker dat ik ze wil herlezen.

Wat maakt deze allesomvattende geschiedenis van de Kruistochten nu zo bijzonder? Allereerst het feit dat Runciman in staat was om bronnen uit vele talen te lezen: naast zijn kennis van de moderne talen en Grieks en Latijn kon hij bronnen in het Arabisch, Turks, Perzisch, Hebreeuws, Syrisch, Armeens en Georgisch lezen. Voor een geschiedenis van de Kruistochten is dat natuurlijk enorm handig, ook omdat er daarmee een vollediger beeld van die Kruistochten kan worden geschreven dan de doorgaans Europees/Christelijke versie.

Lees verder “Geliefd boek: A History of the Crusades”

Kijk, dat snap ik dus niet

Vandaag was ik in het Kruisvaarderskasteel van Tripoli. Het is in 1102 door Raymond de Saint-Gilles gebouwd op een heuvel ten oosten van de stad, met het doel de toegang daartoe af te snijden. De belegering sleepte zich voort tot 1109; toen viel Tripoli in Kruisvaardershanden. Dat zou zo blijven tot 1289.

In de fenomenale burcht maakte ik bovenstaande foto. En ik vraag me dus nu al de hele dag af waarom in dit raam dat hoekje rechtsboven ontbreekt. Iemand heeft er echt werk van gemaakt om deze wonderlijk gevormde lijst te maken, maar waarom in vredesnaam? Aan de binnenkant is niets bijzonders te zien, dus wat is hier aan de hand geweest?

Saladins

De hoorns van Hattin
De hoorns van Hattin

In juli 1187 versloeg de Koerdische leider Saladin, sultan van Egypte en Syrië, het leger van het Kruisvaarderskoninkrijk Jeruzalem. Kort na de Slag bij Hattin nam hij ook Jeruzalem in en nog een handvol andere steden. Hij wist echter de havens van het Heilig Land niet te veroveren, zodat een christelijk tegenoffensief mogelijk werd: de Derde Kruistocht, waaraan onder andere Richard Leeuwenhart deelnam. Die slaagde er weliswaar nog niet in Jeruzalem te heroveren maar wist de christelijke posities voldoende te versterken om de Kruisvaarders in staat te stellen de klus in 1229 alsnog af te maken.

In de islamitisch wereld kreeg Saladin een slechte naam. De soennieten beschouwden Hattin als een overwinning waarvan de winst uiteindelijk werd verspeeld, de sjiitische moslims herinnerden zich vooral dat Saladin de sjiitische Fatimidendynastie had beëindigd. In het westen was Saladins reputatie vanzelfsprekend ook niet al te best. In de Carmina Burana worden de gebeurtenissen beschreven in apocalyptische termen, met Saladin als aanvoerder van ruim twee dozijn met naam en toenaam vermelde vreemde volken.

Lees verder “Saladins”

Hattin

De hoorns van Hattin
De Hoorns van Hattin, waar Saladin de Kruisridders versloeg.

Elk jaar reizen duizenden toeristen in Israël van Megiddo naar Tiberias, dwars door Galilea. Vanuit de busramen zien ze eerst de slagvelden van Toetmozes III, Debora en Barak, Napoleon en Allenby, alvorens aan te komen bij Golani Junction, dat is vernoemd naar een Joodse brigade die hier actief was in 1948. Van een afstandje zien de toeristen dan de Hoorns van Hattin, waar in juli 1187 de Koerdische sultan Saladin het leger vernietigde van het Kruisvaarderskoninkrijk Jeruzalem.

Deze veldslag vormt slechts een van de onderwerpen in Hattin, het korte boek van de Britse medievist John France over de Kruistochten. Het kan alleen worden getypeerd als een krachttoer: ik was verbaasd hoeveel informatie een schrijver in 168 pagina’s kan persen. Zo noemt France de etnische spanningen binnen de Fatimidische legers, een onderwerp dat weinig met het eigenlijke betoog heeft te maken maar dat de lezer desondanks niet stoort. Ondanks de hoge informatiedichtheid blijft Frances boek prettig leesbaar.

Lees verder “Hattin”

Het Franse Roelandslied

Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

Ik heb gisteren en eergisteren geblogd over de mislukte Spaanse campagne van Karel de Grote en over de nederlaag die zijn achterhoede, beladen met de buit van Pamplona, leed in de pas van Roncevalles. Al heel vroeg moet iemand over die gebeurtenis hebben verteld dat Roeland heel dapper had gevochten en daardoor onsterfelijke roem had behaald. Als ik schrijf “al heel vroeg” bedoel ik “binnen enkele jaren”.

Zeven jaar later, in 785, waren de Franken namelijk begonnen aan een tweede oorlog in noordelijk Spanje. Dat had geleid tot de inname van Girona en hoewel het Umayyadische emiraat van Zuid-Spanje terugvocht door bijvoorbeeld in 793 de Languedoc binnen te vallen, breidde de Frankische invloedssfeer in Spanje zich gestaag uit. In 795 werd het gebied formeel geannexeerd (de “Spaanse mark”), waarna in 799 Pamplona en in 801 Barcelona vielen. In deze jaren moet het verhaal van Roelands ondergang, dat de Franken eerder zal hebben afgeschrikt dan bemoedigd, een nieuwe draai hebben gekregen: zeker, hij had een nederlaag geleden, maar de wijze waarop hij zich in die moeilijke situatie had gedragen, bewees wat een echte held was. (Een boek over de slag om Arnhem dat ik onlangs besprak illustreert dat dit nog altijd een manier is om te verbloemen dat soldaten hun taak niet konden uitvoeren.)

Lees verder “Het Franse Roelandslied”

Bloedbad

Een bevriende mediëvist deed een tijdje geleden een grappige vondst. Het ging om een beruchte passage uit het verslag dat Raymond d’Aguilers, een van de chroniqueurs van de Eerste Kruistocht, deed van de inname van Jeruzalem. Al het bloedvergieten wordt in detail geschetst, inclusief deze constatering:

De mannen in de tempel en het voorhof van Salomo [d.w.z., het plein rond de Rotskoepel] waadden tot aan hun knieën en de teugels van hun paarden door het bloed.

Lees verder “Bloedbad”

Amin Maalouf

Wie zich gaat verdiepen in de Kruistochten, zal vrijwel ogenblikkelijk stuiten op een Rainbow-pocket: “Rovers, Christenhonden, Vrouwenschenners”. De Kruistochten in Arabische kronieken, geschreven door de Libanese auteur Amin Maalouf. Bij het uitbreken van de Libanese burgeroorlog vestigde hij zich in Parijs, zodat al zijn boeken zijn geschreven in het Frans. Frankrijk heeft hem, om het eens wat archaïsch te zeggen, erkend als een van zijn eigen zonen: toen Claude Lévi-Strauss in 2009 overleed, werd diens zetel in de Académie Française doorgegeven aan Maalouf.

Afgelopen zaterdag heeft hij ook in zijn vaderland een onderscheiding gekregen: president Michel Sleiman verleende hem de Orde van de Ceder, een ridderorde die het Libanese equivalent is van het Franse Legioen van Eer. Er zal ook een postzegel aan hem worden gewijd.

Lees verder “Amin Maalouf”