Middeleeuws Jeruzalem

Rotskoepel, Jeruzalem

[Dit is het laatste van drie blogjes over wat een toerist kan bekijken in Jeruzalem. Het eerste was hier.]

Middeleeuwen

Met de Middeleeuwen kom ik buiten mijn specialisme, maar ik wil toch nog wat dingen noemen. Uit deze tijd zijn immers ook allerlei bouwwerken en monumenten bekend die je als toerist niet wil missen.

Aan het kerkje van het graf van Maria, even buiten de stad, heb ik speciale herinneringen. We wandelden er met een groepje geen werkelijk overdreven religieuze mensen binnen, maar iedereen werd tegelijk stil en bleef luisteren naar de monnik die er aan het zingen was. Maria is hier vanzelfsprekend niet begraven geweest. Hier is echter wel het graf van koningin Melisende, een van de machtigste vrouwen uit het Koninkrijk Jeruzalem.

Lees verder “Middeleeuws Jeruzalem”

Israël en de Palestijnse gebieden (3)

De Ari Synagoge in Safed is een van bijzonderste plaatsen in Israël

In mijn twee vorige stukjes over de archeologie van Israël en de Palestijnse gebieden heb ik eerst de IJzertijd behandeld en daarna de Romeinse tijd. Voor ik afrond met het hedendaagse Jeruzalem, wil ik het nog hebben over de religieuze sites uit de tussenliggende eeuwen. Rabbijns jodendom en christendom zijn allebei ontstaan in deze regio. Vanaf de vierde eeuw hebben zij allerlei pelgrimsmonumenten ingericht. In feite nieuwbouw, bedoeld voor de toeristen uit die tijd.

Betlehem

In de eerste plaats Betlehem, waar ik zelf nooit ben geweest, maar waar ik graag eens heen zou willen omdat daar de Geboortekerk is. Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, liet deze basiliek bouwen op de plek waar al een kerkje was. Onder deze kerk zijn grotten, en een daarvan schijnt te gelden als de plaats waar Jezus van Nazaret is geboren. In een andere grot heeft, nadat de grote basiliek was gebouwd, de kerkvader Hieronymus geleefd. Dus onder de grond, als ik het goed begrijp. Het oorspronkelijke apsismozaïek van de basiliek toonde het christogram dat Constantijn liet vereren. Dat mozaïek is er niet langer; de basiliek is in de zesde eeuw afgebrand en herbouwd. Maar ik ken deze plek dus niet persoonlijk.

Lees verder “Israël en de Palestijnse gebieden (3)”

De Oude Man van Masyaf

Ik blogde gisteravond over de Oude Man van de Berg en vertelde dat die Hassan-i Sabah heette, rond 1100 in Alamut in Noordwest-Iran zijn hoofdkwartier had en leiding gaf aan een islamitische sekte. In de twaalfde eeuw kreeg die een tweede basis in Masyaf in het westen van Syrië. Deze groep mensen wordt weleens nizarische ismaïli’s genoemd en ook wel Assassijnen. De leider hier heette Abu Mohammed.

Moord

In 1152 liet hij graaf Raymond II van Tripoli, de zoon van de Pons van Tripoli over wie ik al eens blogde, uit de weg ruimen. Bisschop Willem van Tyrus, de auteur van een belangrijke bron over de Kruisvaardersstaten, vertelt:

Lees verder “De Oude Man van Masyaf”

De Oude Man van de Berg

De Oude Man van de Berg

Ergens aan het begin van zijn reisverslag, nog vóór hij op weg gaat naar China, vertelt Marco Polo (1254-1324) over de Oude Man van de Berg. Dat is de leider van een sekte. Hij woont in een kasteel met een prachtige tuin, waar mooie meisjes en jongens leven en beekjes zijn waardoor hij wijn laat stromen. Jonge mannen die toetreden tot de sekte, krijgen weleens wat opium en worden dan uit hun roes wakker in de tuin. Ze denken dat ze in het Paradijs zijn. Later kan de Oude Man van de Berg de sekteleden op zelfmoordmissies sturen, die ze gretig vervullen omdat ze weten naar welk Paradijs ze zullen terugkeren als ze bij de aanslag om het leven komen. Uiteindelijk zou de Mongoolse leider Hulagu in 1256 het kasteel hebben ingenomen.

Dat is ongeveer alles wat Marco Polo, die het kasteel ergens in het noordoosten van het huidige Iran plaatst, weet te vertellen over de Oude Man van de Berg. Hij weet ook nog dat de sekte bekendstaat als die van de Assassijnen. Dat is voldoende om vast te stellen dat Marco Polo minimaal vier stukjes informatie in elkaar schuift. Eén daarvan betreft de locatie: in het noordoosten van Iran. Het tweede is het in 1256 veroverde kasteel Alamut, dat ligt in het noordwesten van Iran, ruim honderd kilometer ten oosten van Qazvin. Het derde is de Oude Man, wat niets anders is dan de weergave van het Arabische woord sjeik. En tot slot: de Assassijnen.

Lees verder “De Oude Man van de Berg”

Pons van Tripoli

De zuidgrens van het graafschap Tripoli. Dromedarissen waden door de monding van de Nahr al-Kalb; de kaap erachter is nauwelijks te passeren (schets van Joseph Bonomi, 1834).

Ik vertelde al over de kruisvaarder Raymond van Saint-Gilles, die in het noorden van Libanon een graafschap voor zichzelf was begonnen. Toen hij in 1105 sneuvelde, ontbrak alleen de hoofdstad Tripoli nog, maar zijn zoon Bertrand wist die in te nemen. Daarvoor had hij zich weliswaar moeten verplichten tot leenhulde aan koning Boudewijn I van Jeruzalem, maar keizer Alexios I Komnenos in Constantinopel en emir Toghtekin van Damascus erkenden hem als zelfstandig. Tot zover was ik gistermorgen gekomen.

De jeugd van Pons van Tripoli

Graaf Bertrand bezweek op 3 februari 1112 aan een ziekte, waarna enkele voorname officieren het regentschap aanvaardden voor zijn minderjarige zoon Pons van Tripoli. Dus niet zijn moeder, zoals we zouden hebben verwacht. Het is jammer dat we niet veel meer weten over de regenten, want ze namen het cruciale besluit Pons op te laten nemen onder de ridders van prins Tancred van Hauteville in Antiochië. Dat komt als verrassing na het conflict in 1109, waarin Pons’ vader tegenover de Antiochenen had gestaan en zich had geplaatst onder bescherming van koning Boudewijn van Jeruzalem.

Lees verder “Pons van Tripoli”

Het ontstaan van het graafschap Tripoli

Qalat Sanjil: het kasteel van Tripoli.

Ik blogde een tijdje geleden over Raymond van Saint-Gilles, de Provençaalse kruisvaarder die in 1105 om het leven kwam terwijl hij Tripoli belegerde. De stad, zo vertelde ik toen, was onneembaar omdat Raymond geen vloot bezat, waardoor de Fatimiden uit Egypte de stad konden blijven bevoorraden. Op een enorme rots ten oosten van de stad had Raymond een kasteel gebouwd.

Hij had twee zonen, waarvan de een in het Nabije Oosten was maar nog een kleuter, terwijl de ander volwassen was maar in de Languedoc. Raymonds opvolger werd dus zijn achterneef Willem Jordan van Cerdagne, die zowel meerderjarig was als in het Midden-Oosten en er geen bezwaar tegen had op te treden als leider van het christelijke leger. Terwijl het beleg van Tripoli voortsleepte, deed hij invallen tot vér in de vallei van de rivier de Orontes en in april 1109 veroverde Willem Jordan Arqa in het noorden van het huidige Libanon. Tien jaar eerder hadden de Kruisridders de stad nog vergeefs belegerd. Eerder had hij ook Tartus in handen gekregen, nog verder naar het noorden, in het huidige Syrië.

Lees verder “Het ontstaan van het graafschap Tripoli”

Raymond van Saint-Gilles

Het mogelijke graf van Raymond van Saint-Gilles (Qalat Sanjil, Tripoli)

Ik blogde gisteren over Tripoli en noemde het Kruisvaarderskasteel. Over het graafschap Tripoli is wel iets meer te vertellen en dat begint in 1071 , als de Byzantijnse keizer Romanos IV oprukt tegen de Seljukische Turken. Bij Manzikert verslaat sultan Alp Aslan de Byzantijnen, die vervolgens een gunstig vredesverdrag met voeten treden en zo een Turkse invasie over Anatolië uitlokken. (Dit is het moment waarop zeelieden uit Bari het gebeente van Sint-Nikolaas uit Myra roven.) De Byzantijnen zoeken nu steun in het westen, en inderdaad komen duizenden ridders naar Constantinopel, waar ze keizer Alexios trouw zweren. Ze rukken op door Anatolië, drijven de Seljuken terug en veroveren Antiochië.

Eerste Kruistocht

En daar gaat iets verkeerd. De keizer begint de Kruisridders – want we hebben het natuurlijk over de Eerste Kruistocht – te wantrouwen en andersom. Beide partijen beschouwen de eed van trouw als verbroken. Meteen daarna loopt nog iets spaak: de relatie tussen de Kruisridders en de Fatimiden. Dat was de sji’itische dynastie in Egypte, die traditioneel het Nabije Oosten deelde met de christelijke Byzantijnen, met als grens de Nahr al-Kabir, die ook nu de grens vormt tussen Syrië en Libanon. Tot dan toe hadden niet alleen de Byzantijnen maar ook de Fatimiden de westerse barbaren beschouwd als bondgenoten tegen de Seljuken, maar nu de Kruisvaarders oprukten richting Jeruzalem, keerden ook de Fatimiden zich tegen de indringers.

Lees verder “Raymond van Saint-Gilles”

De Omari-moskee in Beiroet

De Omari-moskee in Beiroet

Wie momenteel Beiroet bezoekt, zal altijd de in 2008 door de familie Hariri uit okergele steen gebouwde moskee zien, de Mohammed el-Amine-moskee. Een prachtig monument, maar niet het belangrijkste islamitische heiligdom van de stad. Dat is namelijk de even verderop gelegen Omari-moskee.

Heidens, Grieks-orthodox, Rooms-katholiek

Die toont Libanons religieuze leven in een notendop. Het heiligdom is namelijk rond 245 na Chr. neergezet door keizer Philippus en gewijd aan de oppergod, die hij wel Baʿl zal hebben genoemd, want hij kwam uit een Arabischsprekende provincie. Anderen hadden het natuurlijk over Jupiter of Zeus. In de vierde eeuw namen de christenen de tempel over als kerk. De gelovigen erkenden de patriarch van Constantinopel.

Lees verder “De Omari-moskee in Beiroet”

Middeleeuws Byblos

De Grieks-Orthodoxe kerk van Byblos

Vandaag begint in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden de expositie over Byblos, waarover ik al een slordig half jaar elke week heb geblogd. Ik heb dat met plezier gedaan. Libanon is me dierbaar, ik gun de Libanezen leukere publiciteit dan waarmee ze doorgaans in het nieuws komen, en ik heb bij elk bezoek fijne dagen doorgebracht in Byblos. Oftewel, zoals het nu heet, Jbeil.

Modern Byblos

Jbeil heeft een aardige souq vol kleine winkeltjes, waarvan er een onderdak biedt aan een piepklein fossielenmuseum. (Over de fossielen van Byblos is ook een interessant verhaal te vertellen, maar dat deed ik al eerder: hier.) Het haventje is tegenwoordig vooral in gebruik voor vissers en een paar kleine plezierjachten. Er is een wassenbeeldenmuseum en er zijn wat cafés, waarvan sommige betere dagen hebben gehad. Ik eet graag in Al-Bahr, wat gewoon “zee” betekent. Het ligt even buiten de stad, naar het noorden, aan het strand.

Lees verder “Middeleeuws Byblos”

Geliefd boek: A History of the Crusades

Ik had mijn studie (Oude) Geschiedenis al afgesloten toen ik op de driedelige History of the Crusades stuitte. De auteur, wiens officiële naam Sir James Cochran Stevenson Runciman was, maar die beter bekend stond als Steven Runciman, leefde zo’n beetje de hele twintigste eeuw vol: van 1903-2000. Uitgeverij Penguin had deze monumentale studie uit de jaren 1951-1954 als goedkope paperback herdrukt, en daarmee bereikbaar gemaakt voor een grote lezersschare. De drie pockets hebben mijn selectie ter voorbereiding van een verhuizing gemakkelijk overleefd: ik weet namelijk zeker dat ik ze wil herlezen.

Wat maakt deze allesomvattende geschiedenis van de Kruistochten nu zo bijzonder? Allereerst het feit dat Runciman in staat was om bronnen uit vele talen te lezen: naast zijn kennis van de moderne talen en Grieks en Latijn kon hij bronnen in het Arabisch, Turks, Perzisch, Hebreeuws, Syrisch, Armeens en Georgisch lezen. Voor een geschiedenis van de Kruistochten is dat natuurlijk enorm handig, ook omdat er daarmee een vollediger beeld van die Kruistochten kan worden geschreven dan de doorgaans Europees/Christelijke versie.

Lees verder “Geliefd boek: A History of the Crusades”