Een prijs voor Mischa Meier

Er zijn allerlei redenen om literaire prijzen te negeren. Om te beginnen zijn er teveel valse voorwendselen. Onder het mom iets te doen aan cultuur, tuigt de boekenbranche een circus op van nominaties voor long en short lists en wat er nog meer voorafgaat aan de prijsuitreiking. Het doel is het creëren van aandacht voor een zo beperkt mogelijk aantal boeken, aangezien dat op voorraad valt te houden. Voorraden zijn namelijk duur. Geen kwaad woord over de hardwerkende boekverkoper, maar hoe smaller het aanbod, hoe beter voor de winkel en hoe smaller onze cultuur.

Non-fictie

Daarnaast zijn er de non-fictie-prijzen. Die dienen nogal eens om betrekkelijk kleine clubs een persmomentje te geven. De biologenclub reikt een prijs uit voor het beste biologieboek en zo voort. Helaas kent zo’n specialistenclub zelden de eisen voor verantwoorde non-fictie. Nu zal ik meteen erkennen dat termen als Public Understanding of Science, Public Awareness of Science en Public Engagement with Science onaantrekkelijk zijn, maar wetenschappers verwoorden daarmee serieuze inzichten over de wijze waarop ze zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk in contact brengen met zo recent mogelijke inzichten. (Stomtoevallig blog ik er maandag over omdat ik PUS, PAS en PES nodig heb voor een stukje van woensdag.)

Lees verder “Een prijs voor Mischa Meier”

Ach ja. Daar is de boekenbranche weer

De boekenbranche, ach ja. Ik kan een nieuwe medische techniek over het hoofd hebben gezien, maar voor zover ik weet heeft iedereen een moeder en ik denk dat iedereen ook wel een beeld heeft bij wat moeders doen, presteren, verlangen, kunnen, nalaten, aanrichten, maken, bereiken, vermogen. Daar kun je een boek over schrijven, daar kun je een Boekenweek aan wijden en daar kun je dan een naam als “De moeder, de vrouw” aan geven. Het is allemaal extreem voorspelbaar, maar zulke dingen kun je doen.

Dan zoek je iemand die een Boekenweekgeschenk schrijft en iemand die een Boekenweekessay schrijft en dat zijn dan twee mannen. Dat kun je doen. En dan krijg je kritiek dat het weer twee mannen zijn die moeten schrijven over vrouwen. Want vrouwen zijn ondervertegenwoordigd.

Lees verder “Ach ja. Daar is de boekenbranche weer”

Toptitels

Stel, je zit in een café waar alle gasten over alles hetzelfde zouden denken. Dan zou de conversatie snel ten einde zijn. Er zouden nooit kroegruzies ontstaan, maar meer voordelen kan ik zo snel niet bedenken. Als er geen verschillende visies, geen verschillende interesses, geen verschillende vooronderstellingen zijn, is er geen uitwisseling van ideeën en is een café eigenlijk nogal saai.

Zo zie ik het ook met onze cultuur. Als iedereen dezelfde belangstelling zou hebben, is de lol er snel vanaf. Hoe meer meningen en ideeën, hoe rijker een cultuur. Helaas heeft niet iedereen daar belang bij. Ik heb het eerder opgemerkt (en in die zin is dit stukje evenmin een bijdrage aan de variatie) maar de grootste vijand van een gevarieerd cultureel leven is een sinister en sluw sujet: uw boekhandelaar.

Lees verder “Toptitels”

Koop eens een boek dat geen bestseller is

Klimaatverandering is een hoax, we gebruiken maar tien procent van onze hersenen en autisme wordt veroorzaakt door vaccinatie: het is allemaal op internet te vinden. Maar wie wil begrijpen hóé we zijn beland in een wereld waarin feiten geen rol meer spelen, hoeft niet verder te kijken dan de plaatselijke boekhandel. Het non-fictie aanbod is schamel, eenzijdig en voor een niet onbelangrijk deel: onzin.

Het probleem zit ’m in het verdienmodel van de boekenbranche. Geen winkel kan alle boeken op voorraad hebben, aangezien de opslagkosten dan te hoog worden. Het is voor de boekhandel veel handiger slechts een beperkt aantal titels in huis te hebben – maar die moeten dan wel worden verkocht in grote aantallen.

Dus probeert de branche uw aandacht te concentreren op een zo smal mogelijk aanbod. Door middel van de Boekenweek bijvoorbeeld, die dit jaar draait om bestsellers van celebrities als Herman Koch, Kluun, Sonja Barend en Katja Schuurman met het ‘spannende’ thema ‘verboden vruchten’. Gedurende de rest van het jaar wordt u afgericht door middel van het toekennen van prijzen, met een traag circus rond long list, short list, nominatie en prijsuitreiking. En het werkt: alle boeken die sinds 2003 de Librisprijs hebben gekregen, zijn terechtgekomen bij de bovenste zestig van de top-100 die de stichting CPNB elk jaar publiceert, zoals Hanneke Chin-A Fo en Toef Jaeger onlangs in het NRC Handelsblad constateerden.

Lees verder “Koop eens een boek dat geen bestseller is”

Is uw boekverkoper een leeghoofd?

Ik had eigenlijk een kwaad stukje willen schrijven over een artikel, waarin een al bijna een eeuw bekende antieke beschaving wordt aangekondigd als een nieuwe ontdekking. Ik was al twee alinea’s bezig toen mijn oog viel op een bericht dat me nóg bozer maakte: de verkiezing van de “Boekverkoper van het jaar”. Hier is de gekte dus helemáál doorgebroken. Een hype om de hype. Niemand kan al die boekverkopers, waarvan ik ongezien aanneem dat het erg aardige mensen zijn, kennen; niemand kan dus op zinvolle wijze een stem uitbrengen. Het is alsof u bij de verkiezingen voor de Staten-Generaal mag stemmen op “Partij 1”, “Partij 2” en “Partij 3” zonder dat u weet wat die representeren. Kortom, de verkiezing van “Boekverkoper van het jaar” zal worden gewonnen door de boekverkoper die het beste in staat is zijn of haar klanten te mobiliseren.

De prijstoekenning zegt derhalve niets. Niet over de gelauwerde, niet over iets anders. Het is gewoon media-aandacht genereren om media-aandacht te hebben. Er is een stichting Elspeet (“voor boekenvakkers”) en die bestaat, en dus moet ze dingen doen, en dus moet er een prijs komen, want dat doet iedereen in het boekenvak. Het is immers het middel waarmee de branche, die liever niet teveel kosten heeft aan het op voorraad hebben van zoveel mogelijk titels, onze aandacht vestigt op een zo gering mogelijk aantal auteurs. Deze week gaat het om Conny Palmen en Douwe Bob.

Lees verder “Is uw boekverkoper een leeghoofd?”

De Nederlandse Boekengids (2)

Een boekenkast van vijftien meter hoog (Lootsstraat 34, Amsterdam)

Ik vertelde gisteren dat ik het nare gevoel heb dat onze samenleving uiteenvalt doordat elke groep  uit het enorme aanbod aan informatie zijn eigen feiten selecteert. Ik sluit niet uit dat het selecteren van diezelfde feiten – lees: het afsluiten voor andere informatie – groepen zelfs helpt zichzelf te definiëren. Ik heb het idee dat deze informatieverzuiling iets wezenlijk nieuws is en ik ben niet de enige die zich zorgen maakt over de gevolgen: Bas Heijne schreef zaterdag iets soortgelijks in het Handelsblad, al ging het hem niet om het informatieoveraanbod als oorzaak van het uiteenvallen.

Ik opperde dat er meer trefpunten moesten zijn waar mensen elkaars ideeën konden leren kennen. Het is vanuit dit perspectief dat ik kijk naar De Nederlandse Boekengids, waarvan onlangs het nul-nummer is verschenen en die ik een warm hart toedraag, zelfs als ik hieronder kritisch ben. Voor een ander perspectief: zie het stuk van Michel Gastkemper dat u eergisteren hier las.

Lees verder “De Nederlandse Boekengids (2)”

Aanslag op de letteren

Ze ogen wat saai maar boeken kunnen ook zonder hype gewoon heel interessant zijn.

Een tijdje geleden werd De Nederlandse Boekengids aangekondigd. Ik vind het een leuk initiatief. Ik heb het vooraf gesteund en zal het met meer dan gemiddelde belangstelling volgen, maar ik beken dat het debuut niet was wat ik ervan had gehoopt. Begrijp me niet verkeerd: het is fantastisch dat we in ons taalgebied een tijdschrift krijgen dat voor ons wil zijn wat de New York Review of Books en de Times Literary Supplement zijn voor het Engelse taalgebied. Het kwam alleen in het eerste nummer niet uit de verf. Ik had gehoopt op tegendraadse stemmen, op auteurs die ik nog niet kende, maar daar waren Maxim Februari, Frans Saris en Willem Otterspeer weer. Het eerste nummer bood vooral meer van wat je toch al leest. En dat mag. Een tijdschrift begint maar één keer en de redactie mag ervoor kiezen op veilig te spelen.

Ik zou dit niet hebben aangestipt – je moet een tijdschrift niet afrekenen op zijn eerste nummer – als ik het niet symptomatisch vind voor het hele boekenvak. Het is elke keer meer van hetzelfde. En deze decembermaand is het extra troosteloos, nu alle kranten en tijdschriften ons doodgooien met eindejaarslijstjes.

Lees verder “Aanslag op de letteren”

Pletter toch op met je “nieuwe boekenseizoen”

(Volkskrant 22 augustus)
(Volkskrant 22 augustus)

Sta me toe met een cliché te beginnen: mensen zijn knooppunten in informatienetwerken. Of het nu gaat om uw agenda of uw boodschappenlijstje, om de gegevens die u op uw computer verwerkt, om het leugentje-om-bestwil dat u ophangt of om het verhaaltje dat u uw kinderen ’s avonds voorleest: we zijn voortdurend bezig met informatie. Betrouwbare, verzonnen, aangename, verontrustende, bruikbare, nutteloze kennis: het is er allemaal.

Informatie is echter op zich onhandelbaar en daarom zijn er genres. Een encyclopedie beoogt feitelijk juiste informatie te geven, een roman levert enigszins intelligent vermaak, terwijl foto’s, landkaarten, liedjes, databestanden, films, Twitter en tijdschriften weer andere doelen hebben. Internet heeft, geloof ik, alle doelen tegelijk.

Lees verder “Pletter toch op met je “nieuwe boekenseizoen””

Het boek is dood. Morsdood.

Het boek is dood (Roermond)

Ik weet heus wel dat de boekenrubriek in een krant een bijzaak is. Over vijf jaar worden boeken besproken in de lifestylebijlage. Dat is onvermijdelijk en wie daar nog over moppert is eigenlijk een zeurpiet. Het boek heeft zijn beste tijd gehad als medium in het culturele debat.

Ik heb me daarbij neergelegd. Het boek dat ik vandaag afrondde, zal mijn laatste zijn. Internet is sneller, staat meer zelfcorrectie toe en bereikt meer mensen. Met het verdwijnen van het boek gaat iets van waarde verloren, zeker, maar het is zoals het is.

En toch.

Lees verder “Het boek is dood. Morsdood.”

Zwervende boeken

(Spuistraat 283, Amsterdam)

Een kennis vertelde me dat het personeel van een grote boekhandel in Nederland elke week wordt geconfronteerd met een curieus probleem: steeds vinden ze een bepaald boek over de gruwelijke moordpartijen die tijdens de Eerste Wereldoorlog plaatsvonden in het oosten van het Ottomaanse Rijk, terug op een andere afdeling. Nu eens bij de dierenboeken, dan weer bij de kinderboeken of op de afdeling techniek. Blijkbaar is er een Turkse bezoeker die het zó oneens is met de westerse lezing van de Armeense genocide dat hij of zij deze, op zich speelse, tegenmaatregelen neemt.

Zo heb ik het boek over de wijsheid van de Dalai Lama wel eens zien staan op de afdeling humor. Het boekje is trouwens opvallend dun.