Het Parthische Rijk (2): Bestuur

Portret van een heerser uit het Parthische Rijk uit Aššur (Pergamonmuseum, Berlijn)

Van alle Iraanse dynastieën regeerden de Arsakiden het langst: bijna een half millennium heersten ze over het Parthische Rijk. In mijn vorige stukje beschreef ik hoe ze in de loop van de ruime eeuw tussen 245 en 139 v.Chr. vanuit Hyrkanië hun macht uitbreidden naar Baktrië in het oosten en naar Hyrkanië en Medië in het westen, en tot slot Babylonië en Elam. Deze laatste twee gebieden waren veel verstedelijkter dan de gebieden op de Iraanse hoogvlakte. De veroveraars zouden hun bezittingen moeten gaan organiseren.

In alle gebieden was het bestuur Griekstalig geweest en de nieuwe heersers moesten zich, als ze wilden dat hun heerschappij duurzaam was, daaraan aanpassen. De steden behielden daarom hun oude rechten en het bestuur bleef min of meer hetzelfde. Een interessant detail is de muntslag: de opschriften waren in het Griekse alfabet, ook toen de kennis van deze taal achteruit was gegaan en niemand nog goed wist hoe hij Griekse karakters moest schrijven.

Lees verder “Het Parthische Rijk (2): Bestuur”

Het Parthische Rijk (1): Ontstaan

Parthische prins (Nationaal museum, Tashkent)

Alexander de Grote had een einde gemaakt aan het rijk van de Achaimenidische Perzen. De macht in Voor-Azië kwam na zijn dood in handen van koning Seleukos I Nikator en zijn afstammelingen, de Seleukiden. Deze Macedonische dynastie beheerste dus ook het gebied in noordoostelijk Iran dat sinds mensenheugenis Parthië heette.

Seleukidische onderdanen

Toen de Seleukiden in 245 v.Chr. in het verre westen verzeild waren geraakt in de Derde Syrische Oorlog kwam in Parthië de gouverneur in opstand, Andragoras. In de verwarring verschenen ook de Parni, een nomadenstam uit het huidige Turkmenistan, op het toneel. Hun voornaamste residentie was Nysa, niet ver van het huidige Ashkhabad. Zeven jaar later veroverden ze een district dat bekendstaat als Astavene en weer drie jaar later, in 235, rondde de leider van de Parni, Tiridates, de verovering van Parthië af.

Lees verder “Het Parthische Rijk (1): Ontstaan”

Maës, de antieke Marco Polo (2)

Een priester en een kind (Dalvarzin Tepa; Uzbeekse Academie van Wetenschappen, Tasjkent)

In het eerste stukje vertelde ik dat Maës was begonnen aan een reis die hem naar de Stenen Toren zou brengen, ergens in Centraal-Azië. Het einddoel was de hoofdstad van China.

Het Parthische Rijk

Ptolemaios noemt in 1.12 diverse plaatsen die Maës heeft aangedaan. Na het oversteken van de Eufraat was hij in het Parthische Rijk. Het reisgezelschap trok eerst door Mesopotamië, waar het de steden Edessa en Nisibis moet hebben aangedaan. Vervolgens bezocht het de Aramees-sprekende bevolking van Assyrië. Dat Ptolemaios niet de later populaire naam “Adiabene” gebruikt voor Noord-Irak, suggereert een vroege datering van Maës’ reis.

Lees verder “Maës, de antieke Marco Polo (2)”

Zijderoute

De Bibi Khanum-moskee in Samarkand

Ik beken dat ik er altijd moeite mee heb, met al die Centraal-Aziatische volken die je, als je je bezighoudt met de Oudheid, geacht wordt te herkennen. Het begint al in het tweede millennium v.Chr., toen de sprekers van de Indo-Europese talen uitzwermden: de Indiërs, de Iraniërs, de Hittiten, de Armeniërs, de Thraciërs, de Grieken, de Italiërs, de Kelten, de Germanen en dan mis ik er nog een paar. Dat uitzwermen duurde tot ver in het eerste millennium.

Op de steppe zelf woonden de Skythen en de Saken, van wie de Griekse onderzoeker Herodotos zegt dat het verschillende volken zijn maar die volgens moderne onderzoekers vreselijk veel op elkaar leken. We kennen ze ook als Sogdiërs, terwijl de Chinezen hen aanduiden als de Sai of de Saklai. Uit de Perzische en Griekse bronnen kennen we diverse Skythisch/Sakische volken: de Sakā haumavargā of Amyrgische Saken (de haoma-drinkende Saken), de Sakā tigrakhaudā of Orthokorybantiërs (puntmutsdragende Saken), de Pausiken ofwel Apā Sakā (water-Saken), de Māh-Sakā of Massageten (zonne-Saken), de Sakā paradrayā (Saken van overzee ofwel Skythen).

Lees verder “Zijderoute”

Voorislamitisch Iran (5): Parthen en Romeinen

Een kentaur op een Parthische drinkhoorn (Metropolitan Museum, New York)

[Dit is het vijfde deel van een artikel over de archeologie van Iran; het eerste is hier.]

De pluriformiteit van het Parthische staatsapparaat maakt de bestudering van deze periode moeizaam, en de waarheid gebiedt te zeggen dat er weinig aan gebeurt en fondsen vrijwel ontbreken. Onbekend maakt onbemind. Eén van de belangrijkste geleerden op dit terrein, Farhad Assar, weet met hangen en wurgen zijn studies voort te zetten en overweegt Groot-Brittannië in te ruilen voor Iran, waar het allemaal wat goedkoper kan.

Lees verder “Voorislamitisch Iran (5): Parthen en Romeinen”