Archeologie in het Ottomaanse Rijk (2)

Osman Hamdi (Archeologische Musea, Istanbul)

De vijftien essays uit Scramble for the Past belichten een verhaal dat onder oudheidkundigen zeker niet onbekend is. Een archeoloog, die tijdens zijn studie Triggers History of Archaeological Thought heeft gelezen, of een assyrioloog, die Larsens Conquest of Assyria las, kent althans sommige hoofdlijnen en redacteuren Zainab Bahrani, Zeynep Çelik en Edhem Eldem vatten die, enigszins ten overvloede, nog eens samen in hun inleiding.

Europese avonturiers

De Description de l’Égypte. Rechtsbovenaan verjaagt de zonnegod Bonaparte de inheemse barbarij.

Europa heeft altijd belangstelling gehad voor het Nabije Oosten, waarvan men wist dat er eeuwenoude beschavingen hadden bestaan. Er is een doorlopende traditie van verre reizen, die al vaker is beschreven (bijv. door Wolff in How Many Miles to Babylon?). Aan het begin van de negentiende eeuw werd deze belangstelling echter meer wetenschappelijk, waarbij een belangrijke rol was weggelegd voor de Description de l’Égypte, het tussen 1809 en 1822 verschenen rapport van de onderzoekers die (tot ongenoegen van de jonge generaal Bonaparte) in 1798 meegingen met het Franse expeditieleger naar Egypte. Toen Jacques-Joseph Champollion de hiëroglyfen ontcijferde, was duidelijk dat onze kennis van de oudste beschavingen daadwerkelijk vergroot kon worden, en dit bevorderde nog meer onderzoek.

Lees verder “Archeologie in het Ottomaanse Rijk (2)”

De Armeense genocide: De jaren van Abdulhamid

Armeniërs als percentage van de Ottomaanse bevolking, gebaseerd op de officiële volkstelling en cijfers uit tsaristisch Rusland. Er zijn drie concentraties: het oostelijke (Russische) deel, het deel rond het Van-meer, en in het zuidwesten het voormalige Kruisvaardersstaatje Cilicië. (klik=groot)

Genocide is een berucht lastig te definiëren misdrijf, maar in elk geval hebben we te maken met een door een overheid – een koning, een generaal, een staat – geplande, systematisch uitroeiing van een groep onderdanen of een als vijandig beschouwde buitenlandse groep. De mensen worden zonder onderscheid gedood: mannen, vrouwen en kinderen. Ook culturele uitingen worden vernietigd. Alle definities – de Wikipedia biedt een overzicht – dateren van 1944 of later en zijn bedoeld om juridisch vat te krijgen op het fabrieksmatige doden van joden, een misdrijf dat in omvang en technologie zonder parallel is maar vergelijkbaar met eerder uitroeiingen. Zoals de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het land van de Armeniërs was in 1639 door de Ottomaanse Turken en de Safavidische Perzen verdeeld en het laatste, oostelijke, deel was in 1827 in handen gekomen van de Russen. Het is de sinds 1991 zelfstandige republiek. Het westelijke, Ottomaanse, deel van Armenië bestaat niet langer.

Lees verder “De Armeense genocide: De jaren van Abdulhamid”

Communistisch Oezbekistan

Sovjet-oorlogsmonument in Fergana
Sovjet-oorlogsmonument in de Fergana-vallei (oostelijk Oezbekistan)

Ik eindigde gisteren mijn stukje over de geschiedenis van negentiende-eeuws Centraal-Azië met de laatste van de “vier vegen” waardoor het gebied zijn huidige vorm kreeg: op de aanvankelijke integratie van de gebieden waren de komst van de moslims en de Mongolenstorm gevolgd, waardoor de religieuze etnische grenzen waren getrokken, en gisteren arriveerden dus de Russen. Zij onderwierpen de khanaten van Centraal-Azië en namen die op in een groter economisch stelsel, waarbij de katoenteelt en -industrie een rol speelden. Een industrieel proletariaat en een middenklasse begonnen te ontstaan.

En die mensen, of ze nu Oezbeeks waren of Turks of Mongools of Russisch, hadden redenen om ontevreden te zijn. De katoenproductie was namelijk zó intensief geworden dat er soms voedselschaarste was.

Lees verder “Communistisch Oezbekistan”

Ottomanen en Europeanen

De kloosterbibliotheken van Middeleeuws Europa telden hooguit enkele honderden boeken. De overgrote meerderheid kwam niet boven de duizend. Tegelijkertijd lagen er in de bibliotheken van Cordoba, Cairo, Bagdad en Nishapur tienduizenden boeken. Het is een bekende vergelijking, al is ze niet helemaal eerlijk, want hoe machtig sommige abdijen ook waren, geen ervan had de middelen van een compleet kalifaat. Ik zou ook niet goed weten hoe Rome en Constantinopel, waar vele kleine en middelgrote bibliotheken samen één grote verzameling bezaten, passen in de vergelijking. De conclusie is echter wel eerlijk: zo rond het jaar 1000 lagen de grootste intellectuele centra van de mensheid in de islamitische wereld.

Niemand stelt de intellectuele voorsprong van de toenmalige moslims ter discussie. Ze hadden toegang tot oude Indische, Perzische, oosters-christelijke, Grieks-Romeinse en Arabische tradities; ze haalden er het beste uit naar voren; ze combineerden het; ze breidden het uit. De bloei was niet alleen cultureel, maar ook politiek. Zeker, westerse barbaren waren aan het einde van de elfde eeuw de keizer in Constantinopel te hulp geschoten en hadden in de Levant eigen staatjes gesticht, maar deze kruisvaarders waren binnen een eeuw uit Jeruzalem verdreven. De Mongoolse invallen waren schadelijker geweest, maar ook deze barbaren waren uiteindelijk geassimileerd. In de Late Middeleeuwen breidden de legers van de islam het gebied weer uit: de Ottomanen maakten van de Zwarte Zee een islamitische binnenzee en rukten op tot Wenen.

Lees verder “Ottomanen en Europeanen”