Ibn Khaldun

Standbeeld van Ibn Khaldun in Tunis

Toen ik in mijn boek Vergeten erfenis pleitte voor aandacht voor de oud-oosterse en Arabische bijdragen aan de Europese cultuur, stuitte ik op allerlei interessante geleerden waarvan ik dacht “daar zou ik meer over willen weten”. Denk aan de Ibn Firnas en de Al-Haytham waarover ik onlangs blogde. Of Ibn Khaldun (1332-1406), over wie ik destijds alleen opmerkte dat zijn Muqaddima (“inleiding”) het begin had kunnen zijn van een vorm van sociale wetenschap, maar dat het werk geen navolging kreeg. Ik attendeerde er verder op dat de man zijn werk kon doen dankzij het vorstelijk mecenaat van allerlei vorsten.

Dat mecenaat, dat was zowel de reden waarom de wetenschap kon bloeien als de reden waarom het niet méér werd. Terwijl de wetenschapsbeoefening zich in het Europa van de Nieuwe Tijd ontwikkelde tot een zelfstandige “bedrijfstak” met een financiering die los stond van de wensen van deze of gene vorst, was de middeleeuwse wetenschapper in veel gevallen een hoveling die bedreven was in de kunst der stroopsmeerderij. Wetenschap was geen collectieve en daardoor duurzame activiteit, maar de kwetsbare hobby van enkelingen. Zoals Ibn Khaldun. Dat hij geen navolgers had, zal ermee te maken hebben gehad dat er daartoe ergens een vorst moest zijn die belang stelde in de ontluikende sociale wetenschap. Omdat die ontbrak kreeg Ibn Khaldun pas aandacht in de negentiende eeuw.

Lees verder “Ibn Khaldun”

Timoer Lenk

Timoer Lenk
Timoer Lenk

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie plaatste de eerste postcommunistische leiders voor een probleem: waar laat je al die standbeelden die waren opgericht voor Lenin? De Hongaren legden een park aan waar zo’n tweehonderd van die beelden bij elkaar stonden. In de DDR verstopte Potsdam het monument achter wat bomen en verpatste Merseburg zijn beeld, zodat het nu staat in het Oost-Groningse Tjuchem. En in Oezbekistan zorgde de vorige week overleden president Islam Karimov ervoor dat de leninistische persoonsverheerlijking werd ingeruild voor de cultus van Timoer Lenk. Het was een poging een nieuw focus te geven aan een staat die zijn ideologische veren kwijt was geraakt en een nieuwe identiteit zocht.

De middeleeuwse veroveraar Timoer is in Nederland niet zo bekend, dus eerst even een korte introductie. Rond 1220 had de Mongoolse leider Dzjengis Khan Centraal-Azië onderworpen en de oorspronkelijke bevolking uitgemoord. Het lege land werd overgenomen door Mongools- en Turkssprekende nomaden die, toen het Mongoolse rijk na een kleine eeuw uiteenviel, nieuwe rijken vormden met nieuwe leiders. Een daarvan was Timoer Lenk (1336-1405), die een dynastie stichtte die nog een eeuw zou regeren, tot het land werd overgenomen door weer een nieuwe stam, waarover straks meer.

Lees verder “Timoer Lenk”

Communistisch Oezbekistan

Sovjet-oorlogsmonument in Fergana
Sovjet-oorlogsmonument in de Fergana-vallei (oostelijk Oezbekistan)

Ik eindigde gisteren mijn stukje over de geschiedenis van negentiende-eeuws Centraal-Azië met de laatste van de “vier vegen” waardoor het gebied zijn huidige vorm kreeg: op de aanvankelijke integratie van de gebieden waren de komst van de moslims en de Mongolenstorm gevolgd, waardoor de religieuze etnische grenzen waren getrokken, en gisteren arriveerden dus de Russen. Zij onderwierpen de khanaten van Centraal-Azië en namen die op in een groter economisch stelsel, waarbij de katoenteelt en -industrie een rol speelden. Een industrieel proletariaat en een middenklasse begonnen te ontstaan.

En die mensen, of ze nu Oezbeeks waren of Turks of Mongools of Russisch, hadden redenen om ontevreden te zijn. De katoenproductie was namelijk zó intensief geworden dat er soms voedselschaarste was.

Lees verder “Communistisch Oezbekistan”

De eerste Oezbeken

Shahkrisabz
Shahrisabz

In mijn reeks (1, 2, 3, 4, 5, 6) over de geschiedenis van Centraal-Azië vertelde ik gisteren hoe de Mongolen in de dertiende eeuw de etnische kaart opnieuw tekenden. De oude, Iraanse volken trokken zich terug in Perzië en Tajikistan, terwijl het gebied dat wij kennen als Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan werd overgenomen door de Mongolen en de Turkse volken. Dit was, om het beeld te herhalen dat ik al tot vervelens toe heb gebruikt, de derde van de vier “grote vegen” waartoe ik de geschiedenis van Centraal-Azië probeer te reduceren.

De menselijke prijs van de Mongoolse veroveringen was immens, maar er was één positief gevolg: van Boedapest tot Burma en van Beijing tot Bagdad vormde Eurazië een eenheid, waardoor de handel kon opbloeien. Marco Polo is maar één voorbeeld van een reiziger in dit gebied. Een minder voor de hand liggend voorbeeld is de pestbacil, die in de veertiende eeuw van Tibet naar de Krim kon reizen en daarvandaan zijn verwoestende werk kon doen in West-Europa.

Lees verder “De eerste Oezbeken”