
[Voorlaatste deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]
Het veld van eer stonk naar uitwerpselen. Doden beheersen hun sluitspier immers niet. Toen de zon de volgende ochtend opkwam lagen de oevers van de Pinaros vol gesneuvelden, een enkele stuiptrekkende stervende, en hier en daar nog wat kermende gewonden, prooi voor honden en vogels. De Macedoniërs zagen eindeloos veel lichamen en het is niet vreemd dat sommige bronnen schrijven dat er wel honderdduizend Perzen waren gesneuveld. Terwijl soldaten probeerden enkele loslopende paarden te vangen en de verstijfde lijken ontdeden van harnassen, wapens en kostbaarheden, bekeek Alexander de strijdwagen van Darius, waarin deze de middag ervoor zijn mantel en boog had moeten achterlaten:
De wagen was aan weerszijden versierd met beelden van goden, vervaardigd uit goud en zilver. Schitterende edelstenen verfraaiden het juk daartussen, en twee gouden beelden van voorouders, elk een el lang, staken erboven uit, de een van Nabu, de ander van Marduk. Daartussen hadden ze een afbeelding van een gouden adelaar met gestrekte vleugels geplaatst. (Curtius Rufus, Geschiedenis van Alexander 3.3.16; vert. Daan Stoffelsen)
Wat Curtius Rufus een adelaar noemt was vermoedelijk een voorstelling van de Perzische oppergod Ahuramazda, die werd afgebeeld als een man, gezeten tussen enorme vleugels. Zie boven.
De doden
Rond Darius’ wagen lagen de voornaamste aanvoerders, die een glorieuze dood waren gestorven voor de ogen van hun koning. Ze lagen met het gezicht voorover op de plek waar ze strijdend waren gevallen en allemaal hadden ze hun wonden aan de voorzijde. Onder hen werden Atizyes, Reomitres en de satraap van Egypte, Sabakes, herkend, alle drie generaals van machtige legers. Daaromheen lag een menigte minder bekende infanteristen en ruiters opgestapeld. (Curtius Rufus, Geschiedenis van Alexander 3.11.9-10; vert. Daan Stoffelsen)
Curtius Rufus vertelt dat bij het appèl, afgezien van ongeveer 4500 gewonden, 150 Macedoniërs ontbraken van wie bekend was hoe ze waren gesneuveld. Er waren 302 vermisten. Al met al had Alexanders leger bijna 5000 man verloren, wat neerkwam op ongeveer een tiende van de totale sterkte. De zege was zwaarbevochten.
Alexander liet de doden verzamelen en in grootse stijl begraven terwijl het hele leger, in galatenue, in slagorde stond opgesteld. In zijn toespraak vermeldde hij met ere allen van wie hij met eigen ogen had gezien of door een eensluidend rapport van anderen had gehoord dat zij in de slag iets bijzonders hadden gedaan, en ieder beloonde hij naar verdienste met een bedrag in geld. (Arrianus, Anabasis 2.12.2; vert. Simone Mooij)
Lopende zaken
De gewonden werden verzorgd, de lichamen van de gedode Perzen verder ontdaan van waardevolle zaken en de buit werd geïnventariseerd, geordend en verdeeld. Sommige troepen marcheerden naar het kamp bij de Zuil van Yunus, waar de Macedonische legertros was achtergelaten, of verder naar Parmenions oude kamp aan de weg naar de Assyrische Poort. De oude generaal vertrok na het appèl met een groot aantal ruiters naar het zuiden om met een snelle actie Damascus in te nemen, de driehonderdvijftig kilometer verder in vijandelijk gebied gelegen hoofdstad van de satrapie Syrië, waar Darius zijn legertros naartoe had gestuurd.
In het kamp aan de Pinaros zal menig Macedoniër aan het eind van de middag, toen het corvée erop zat, zijn gaan kijken naar de dromedarissen die in het Perzische kamp waren aangetroffen, een vrijwel onbekende diersoort die zijn nut nog zou bewijzen. Elders werd bij het verhoor van de gevangenen een interessante ontdekking gedaan: de hoofdstad van het Perzische rijk was niet, zoals altijd was aangenomen, Sousa, maar een nog onbekende stad, Parsa geheten. Voor het gemak maakten de Macedoniërs er “Persepolis” van, wat in het Grieks zoiets wil zeggen als Perzenstad.
Koning Alexander
Voor Alexander zelf was deze tijd van grote betekenis. In de slag bij Issos had hij, anders dan bij eerdere gevechten, het leger geheel alleen gecommandeerd en op het juiste moment de beslissende charge geleid. Kon tot dan toe worden gezegd dat hij steunde op zijn capabele adviseur Parmenion, voortaan was hij onomstreden als enige verantwoordelijk voor de oorlogvoering. Meer dan ooit was hij een koning.

En dat liet hij merken. Er zijn uit de Griekse wereld geen inscripties uit de jaren vóór 333 overgeleverd waarin een Macedonische heerser zich laat aanduiden als koning, maar vanaf de slag bij Issos lijkt Alexander erop te hebben gestaan wel zo te worden genoemd, want de titel wordt in verschillende in steen gehouwen teksten gebruikt. Zoals in Gordion aangekondigd was hij “koning van Azië”.
Nieuwe krijgsdoelen
De ontdekking van het bestaan van Persepolis en het aannemen van de titel “koning van Azië” betekenden dat na de slag bij Issos de krijgsdoelen aanzienlijk hoger werden gesteld. Als de Fenicische steden zouden zijn ingenomen, zou de veldtocht worden voortgezet met een expeditie naar Babylon, Sousa en Persepolis. Macedonische vrouwen die hadden gehoopt dat ze hun echtgenoten snel zouden terugzien, wisten dat ze nog lang zouden moeten wachten.
“Al met al had Alexanders leger bijna 5000 man verloren, wat neerkwam op ongeveer een tiende van de totale sterkte. De zege was zwaarbevochten.”
In onze ogen misschien. Volgens klassieke maatstaven was dit een gemakkelijke zege.
Dat vraagt om toelichting. Dode soldaten hebben nl. een voor legeraanvoerders vervelende eigenschap: ze kunnen niet meer vechten. Slechts enkele tientallen jaren later bleek Pyrrhus van Epirus hier ook van op de hoogte te zijn.
“een nog onbekende stad, Parsa geheten”
Ik heb altijd grote moeite gehad om deze Perzische naam te achterhalen. Ligt zo voor de hand, en toch noemt geen enkele schrijver deze naam. het is ‘Persepolis’ voor en ‘Persepolis’ na. Wiki heeft dit: “To the ancient Persians, the city was known as Pārsa-karta (Old Persian: 𐎱𐎠𐎼𐎿)”, maar de lemma heet.. ‘Persepolis’. 🙁
Voor zover ik weet gewoon Parsa, zonder karta.
Soms moet je dingen maar gewoon accepteren hoor (‘Byzantijnse Rijk’).
Die ontdekking van Persepolis, dat staat ook zo in de bronnen?