
Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier en hier.
16. Vraag via de blog: Waarom hadden de Romeinen zo onhandig getallensysteem?
Daarop zijn twee tegenstrijdige antwoorden mogelijk. Het ene: de Romeinse cijfers zijn niet zo onhandig. Kijk maar eens hoe snel mensen op een abacus kunnen rekenen met vijf- en tientallen. Het tegengestelde antwoord: het is inderdaad een ramp, net als de Griekse cijfers/letters. En het is hun eigen Romeinse schuld. Toen keizer Trajanus de culturele hoofdstad Babylon innam, had men daar de nul al ontdekt. De veroveraar begreep het belang niet en de Romeinen namen deze vorm van plaatsnotatie niet over.
De Indiërs deden dat wel. Via de Arabieren kwam het uiteindelijk naar West-Europa. De eerste West-Europeaan die ze gebruikte, was Gerbert van Aurillac.
17. Vraag via de mail: Er komen romeinse munten tevoorschijn vanonder smeltende Alpengletsjers. Het klimaat was 2000 jaar geleden heel anders. Maar hoe/hoeveel anders, wat weten we daaromtrent ?
Dit is momenteel een van de grote wetenschappelijke vragen. Er ontstaat pas heel langzaam een beeld van het antieke klimaat. Belangrijk is de zogeheten dendroklimatologie, waarover ik hier al eens blogde. Het komt erop neer dat de dikte van jaarringen toont hoe bomen groeiden, zodat onderzoekers uitspraken kunnen doen over vochtigheid en temperatuur. Het is bovendien mogelijk in jaarringen een berylliumisotoop die een aanwijzing biedt voor de zonneactiviteit. Als deze afneemt, koelt de aarde af.
De expansie en terugtrekking van gletsjers en de antieke vegetatie, zoals gedocumenteerd in pollen, helpen ook. IJslaagjes, warven en stalagmieten lenen zich voor isotoopanalyse. Interessant zijn ook kleitabletten die de jaarlijkse opening van een kanaal langs de Eufraat documenteren en indirect aangeven wanneer in Armenië de sneeuw begon te smelten.
Er zijn nog volop vragen over. We denken echter te weten dat in de derde eeuw v.Chr. een einde kwam aan een fase van relatief geringe zonneactiviteit en betrekkelijk lage temperaturen. Het werd in het Middellandse Zeegebied wat warmer en in de Alpen weken de gletsjers terug, terwijl in oostelijk Europa de temperatuur scherp daalde. In Frankrijk, Midden-Europa en het Iberisch Schiereiland werd het wat vochtiger. Dit “Romeinse klimaatoptimum” duurde tot de derde eeuw na Chr.
18. Vraag via de mail: Was Caesar nu een schurk van formaat of niet?
Ik vind dit een van de lastigste vragen. “Schurk” is een waardeoordeel en daar gaan historici eigenlijk niet over. Ze willen gewoon reconstrueren wat er ooit is gebeurd, dat is alles. Ze hoeven er geen inspiratie aan te ontlenen en ze hoeven er geen oordeel over te geven. Dat laat onverlet dat je je voorkeuren hebt. Ik kan Caesar niet sympathiek vinden, al merk ik dat ik wel respect begin te ontwikkelen voor zijn consistente pogingen om stabiliteit te scheppen. Ook wie een coup d’état heeft uitgevoerd, wil rust in de tent.
Wat we wel zeggen kunnen: hij heeft zowel in Lusitanië (zeg maar Portugal) als in de strijd tegen de Tencteri en Usipeten oorlogsmisdaden gepleegd, ook naar antieke maatstaven. Dus ja, een schurk, dat was hij wel.
19. Vraag via de blog: Over hoeveel mensen spreken we in de Oudheid?
De eerste die schattingen probeerde te maken, was Karl Julius Beloch. Hij kwam voor het Romeinse Rijk in de tweede eeuw uit op zestig tot tachtig miljoen. Die cijfers moeten gecorrigeerd worden en onderzoekers hebben nu de neiging wat hoger te gaan zitten. Er blijven veel vragen onbeantwoord. Een nieuwe synthese zou welkom zijn maar ik ken die niet.
20. Vraag via de mail: Is het waar dat Augustus alle kinderen van Kleopatra vermoordde?
Nee. Ze had van (vermoedelijk) Julius Caesar een zoon die ze Caesarion noemde; die is vermoord toen hij, na de dood van zijn moeder naar Nubië probeerde te vluchten. Hij werd zeventien.
Van Marcus Antonius had ze drie kinderen: de tweeling Alexandros Helios en Kleopatra Selene, en Ptolemaios. Van het meisje is zeker dat ze trouwde met koning Juba II van Mauretanië. Ptolemaios lijkt aan een kinderziekte te zijn overleden. Alexandros Helios was nog in leven toen zijn zus trouwde maar we kennen zijn verdere lot niet.
21. Vraag via de mail: Wat is er waar van het verhaal dat de Bataven medebewoners van het land hebben uitgemoord en verdreven, ter meerdere glorie van de Romeinen, die er een soort verdeel en heers politiek op na hielden?
Ik vermoed dat hier enkele zaken door elkaar lopen. Tacitus vermeldt dat de Bataven, na een conflict met de medebewoners van hun oorspronkelijke woongebied in Hessen, de Rijn afzakten. Ze vestigden zich in de Betuwe. Dat gebied was eerder onderworpen geweest aan enkele genocidale campagnes, dus heel veel mensen hoefden ze niet te verdrijven.
Andere stammen die in de tweede helft van de eerste eeuw v.Chr. zijn verplaatst, zijn de Ubiërs en de Cugerni, die van de oostelijke naar de westelijke Rijnoever verhuisden. De naam Cananefaten, die aanvankelijk te plaatsen is in het gebied tegenover Nijmegen, is later te vinden in Zuid-Holland. Men verhuisde wat af.
[Wordt vervolgd op 17 januari met de vragen tweeëntwintig tot en met zesentwintig.]
“Dat laat onverlet dat je je voorkeuren hebt.”
Volgens mij hoef je hier niet moeilijk over te doen. Ik moet het eerste geschiedenisboek over de Tweede Wereldoorlog zonder waarde oordeel nog lezen. Op vergelijkbare manier is ongeveer iedere politicus/legeraanvoerder uit de Klassieke Oudheid een schurk. Veel interessanter is inderdaad dat Ouwe Sjuul dat ook was volgens de voorkeuren van toen.
“Men verhuisde wat af.”
Ja, die oude term Volksverhuizingen, zoals ik die vroeger leerde, die samenviel met het verlies van het Westelijke Europese Keizerrijk, is zo onvolledig dat die fout genoemd mag worden.
Het is te kort door de bocht te stellen dat de Babyloniërs de nul kenden. Ze kenden een teken om een vacuum aan te duiden (spatie of twee schuine spijkers), maar in de berekeningen speelde de nul geen rol. Dus de Romeinen zouden daar weinig aan gehad hebben. Expert op dit gebied is Mathieu Ossendrijver. https://www.academia.edu/9924769/Babylonian_Mathematical_Astronomy
De Babyloniërs hadden een onhandigheid in hun systeem: ze combineerden het 60-tallig stelsel met het tientallig. Een rechtopstaande spijker kon zowel voor een 1 als 60 staan. De positie bepaalde de waarde. De 10 was een winkelhaak (<). 11 kan dus staan voor 2 of 61. Om twijfel te voorkomen maakte men een spatie tussen de spijkers (een soort nul) om aan te geven dat 61 bedoeld was en niet 11. In plaats van de spatie schreef men ook wel twee schuine spijkers, dus een soort van nul-teken. Dat werd echter nooit gebruikt aan het eidn van een getal en was dud voor berekeningen van geen belang. In niet-wiskundige teksten schreef men gewoonlijk 1-shu-1 voor 61 om aan te geven dat het eerste teken staat voor sushshu = 60. Meer: https://www.theedkins.co.uk/jo/numbers/babylon/index.htm
Die laatste verwijzing maakt ’t nog duidelijker. Fascinerend!