Vragen rond de jaarwisseling (4)

Een van de vragen ging over het oude Ierland. Dit is oud-Ierse “bijenkorf”-architectuur

Net als vorig jaar gebruik ik de laatste blogjes van 2023 om uw vragen te beantwoorden. Gisteren behandelde ik vier vragen over de oude talen en zojuist ging ik in op vijf andere onderwerpen. Nu de laatste vragen.

Wat weten we van Ierland na de Romeinse verovering van Engeland en Wales?

Daarvoor ging ik te rade bij Herman Clerinx, de auteur van boeken als boek De god met de maretak. Kelten in de Lage Landen (waarover ik het hier had). Die herinnerde me eraan dat we geen geschreven bronnen hebben uit deze tijd en dat de archeologie ons niet veel verder helpt. De IJzertijd is een archeologisch probleem. “Ons beeld over Ierland in die periode is erg brokkelig,” schrijf Clerinx. “Pas vanaf de vijfde eeuw wordt het beeld duidelijker.”

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (4)”

Vragen rond de jaarwisseling (3)

Een van de onderstaande vragen gaat over de vegetatieloze Atheense Akropolis

Net als vorig jaar gebruik ik de laatste blogjes van 2023 om uw vragen te beantwoorden. Gisteren behandelde ik vragen over de oude talen. Vandaag behandel ik acht andere vragen. Hier zijn de eerste vijf.

Was de Akropolis in Athene in de Oudheid ook de boomloze steenvlakte die hij nu schijnt te zijn?

Deze vraag legde ik voor aan Eric Moormann, die onlangs samen met Janric van Rookhuijzen een boek publiceerde over de Akropolis: De Akropolis van Athene. Geschiedenis van een mythisch icoon. Moormann bevestigde het: waarschijnlijk was er ook destijds al weinig vegetatie. Er is de beroemde put uit de Bronstijd om water op de berg te krijgen.

En er is natuurlijk een beroemde anekdote, te vinden bij Herodotos, dat de olijfboom die de godin Athena ooit aan haar stad had geschonken, niet kapot te krijgen was: de dag nadat de stad was geplunderd en de boom verbrand, was er alweer een nieuwe scheut.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (3)”

Vragen rond de jaarwisseling (2)

Mozaïek met een Aramese inscriptie (Louvre, Parijs)

Net als eind 2022 gebruik de laatste blogjes van het jaar om uw vragen te beantwoorden. In het vorige stukje beantwoordde ik twee vragen over taal; hier zijn er weer twee.

Waarom spreken we van Aramese talen en Latijnse dialecten? Is er zoveel verschil?

Ook voor deze vraag moest ik advies inwinnen bij Gert Knepper. Die herinnerde me eraan dat als je het hebt over een dialect, je het impliciet ook hebt over een standaardtaal of een gemeenschappelijke moedertaal.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (2)”

Vragen rond de jaarwisseling (1)

Oud-Perzische inscripties in Gandj Nameh

Net als vorig jaar, toen u me een stuk of veertig vragen toestuurde, gebruik ik in 2023 de laatste blogjes van het jaar om uw vragen te beantwoorden. Het zijn er nu wat minder, maar ze zijn even leuk. Vandaag vier vragen over taal. Hier zijn de eerst twee antwoorden.

Hoe zit het met de taal/talen van de Avesta? Is dat Perzisch in zijn verschillende stadia?

Ik ben geen linguïst en heb in mijn kaartenbak ook geen specialist van de oostelijke Indo-Europese talen. Maar ik verbeeld me dat ik er wel iets van weet. Om te beginnen is er dus een oostelijke verspreiding van de Indo-Europese talen geweest, die we Indo-Iraans noemen. In de tweede helft van het tweede millennium v.Chr. moet die in Centraal-Eurazië gesproken zijn geweest. Zeg maar binnen de ruimte van de Andronovo-cultuur. Die groep is in tweeën uiteengevallen – ik beschreef het hier – en sommige mensen trokken naar India en andere naar Iran.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (1)”

Vragen rond de jaarwisseling 2023

Vorig jaar rond deze tijd nodigde ik u uit uw vragen over de Oudheid af te vuren. Vragen over de Oudheid. Die uitnodiging bleek niet tegen dovemansoren gericht want ik had al snel kopij voor zes blogjes (één, twee, drie, vier, vijf, zes). Ik voegde destijds aan mijn uitnodiging toe dat ik hoopte dat uw vragen het begin zouden zijn van een leuke oudejaarstraditie. Gegeven de eerdere respons ben ik daarover  nu optimistisch.

Een dubbel voorbehoud is opnieuw dat ik niet onbeperkt in mijn tijd zit en dat een vraag natuurlijk wel binnen mijn expertise moet vallen. Het moet dus gaan over de Oudheid, ofwel de tijd tussen pakweg 3000 v.Chr. en 650 n.Chr., en de regio tussen de rivier de Indus en de Atlantische Oceaan, tussen de Sahara en de Centraal-Euraziatische steppe. Maar dat had u al begrepen.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling 2023”

Vragen rond de jaarwisseling (6)

Een van de vragen ging over stijgbeugels. Het klassieke antwoord van Winckelmann: “Steigbügel der Alten”

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier, hier, hier en hier.

27. Vraag via Twitter: Waarom gebruikten de Romeinen lood in hun waterbuizen terwijl ze wisten van het gevaar voor gezondheid?

Voor zover ik weet wisten ze niets over het gevaar van loodvergiftiging. Dus het antwoord op de vraag is: onwetendheid.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (6)”

Vragen rond de jaarwisseling (5)

Een van uw vragen leidde naar de schat in het Haarlemmermeer (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier, hier en hier.

22. Vraag via de mail: Vaak stuit ik op de zin “Frisia non cantat”, en die wordt dan aan een Romein toegeschreven – Tacitus, meestal – maar ik kan die zin zelf nergens vinden. Is het een verzinsel van later datum?

Ja, dat is een verzinsel. De regel is inderdaad niet te vinden bij Tacitus, die wél de Friese Opstand noemt. De beschrijving daarvan eindigt met de opmerking dat sinds deze revolte de naam der Friese naam vermaard is.

Het Latijnse gezegde dat Friesland niet zou zingen, duikt op in de achttiende eeuw. Riemer Reinsma heeft het voor tijdschrift Onze Taal uitgezocht en zijn conclusies vindt u hier.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (5)”

Vragen rond de jaarwisseling (4)

Een moderne abacus in Kokand, vrijwel onveranderd sinds de Oudheid.

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier en hier.

16. Vraag via de blog: Waarom hadden de Romeinen zo onhandig getallensysteem?

Daarop zijn twee tegenstrijdige antwoorden mogelijk. Het ene: de Romeinse cijfers zijn niet zo onhandig. Kijk maar eens hoe snel mensen op een abacus kunnen rekenen met vijf- en tientallen. Het tegengestelde antwoord: het is inderdaad een ramp, net als de Griekse cijfers/letters. En het is hun eigen Romeinse schuld. Toen keizer Trajanus de culturele hoofdstad Babylon innam, had men daar de nul al ontdekt. De veroveraar begreep het belang niet en de Romeinen namen deze vorm van plaatsnotatie niet over.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (4)”

Vragen rond de jaarwisseling (3)

Boeddha (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Ik beantwoordde in het eerste stukje de eerste vier vragen en in het tweede stukje de vragen vijf tot en met tien. We gaan vandaag verder.

11. Vraag via de mail: Wanneer kozen de Romeinen ervoor om de Griekse godenwereld over te nemen en wat dreef hen daartoe?

Business as usual. Elk volk in de Oudheid nam de goden van de buren over. De Romeinen deelden goden met de Sabijnen (zoals Janus), met de Etrusken (zoals Minerva), met de Grieken (zoals Hercules). Vaak stelde men goden met bekende namen gelijk aan vreemde goden, zodat de Romeinse Jupiter dezelfde kon zijn als de Etruskische Tinia, de Griekse Zeus of de Babylonische Marduk. De Romeinse Liber Pater was dan weer gelijk aan de Griekse Dionysos, aan de Indische Vishnu en aan de joodse Jahweh. Ik noem dit voorbeeld omdat de Grieken de naam Liber Pater weer overnamen van de Romeinen en hun Dionysos zo gingen noemen. De vakterm voor de gelijkstellingen is syncretisme.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (3)”

Vragen rond de jaarwisseling (2)

Zie de zesde van de vragen hieronder: een versierd scheermes uit het Bardomuseum in Tunis.

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Gisteren beantwoordde ik de eerste vier vragen. We gaan vandaag verder.

5.Vraag via de mail: Ik ben nieuwsgierig naar de omgang met hongersnood, alternatieven voor voedsel, directe en indirecte gevolgen.

Het boek daarover is van Peter Garnsey en heet Famine and Food Supply in the Graeco-Roman World. Als er alternatieven zijn geweest voor voedsel, dan heb ik daar overheen gelezen. Garnsey constateert dat we geen harde cijfers hebben en gebruikt statistieken uit het Ottomaanse Griekenland. Daaruit leidt hij af dat de oogst eens in de vier jaar mislukte (voedselschaarste). Dan hielp men zich met importen en zorgde men dat er voldoende zaaigoed was voor het volgende jaar. Een wijze stad hield een strategische voorraad aan; in het keizerlijke Rome lag altijd voor een jaar extra voedsel.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (2)”