
Waarom, zo kreeg ik als vraag voorgelegd, zijn er in het Midden-Oosten zoveel plaatsen die Nimrod heten?
Dat weet ik toevallig.
Eerst maar even wat achtergrond. Genesis bevat een opsomming van alle volken die de auteur van dat deel van de Bijbel kende, gepresenteerd als afstammelingen van Noach. Hierin zit ook het volgende stukje:
Kus was de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen. Vandaar de uitdrukking: een voortreffelijk jager, een tweede Nimrod. Eerst heerste hij over Babel, Uruk, Akkad en Kalne in het land Sinear. Vanuit Sinear trok hij later naar Assyrië, waar hij Nineveh, Rechobot-Ir en Kalach bouwde, en ook de grote stad Resen, tussen Nineve en Kalach. (Genesis 10.8-12; NBV21)
Nimrod de Mesopotamiër
We hebben dus te maken met een machthebber over Mesopotamië: eerst Babylonië, dat hier Sinear heet, en daarna de steden Nineveh en Kalach. Dat zijn allebei Assyrische hoofdsteden. Wie er behoefte aan heeft deze legendarische figuur gelijk te stellen aan een personage uit de Mesopotamische beschaving, kan denken aan de god Ninurta: krijger, jager en grondlegger van de menselijke beschaving. Het type “grote held” is echter vrij algemeen en er kunnen meer modellen zijn, inclusief historische vorsten als de Sumeriër Lugal-Banda, de Akkadische vorsten Sargon en Naram-Sin of de Assyriër Tukulti-Ninurta I. De Assyrische beeldhouwkunst kent reliëfs van beschermgeesten als die in Khorsabad (foto hierboven). Ook zulke sculptuur kan de achtergrond zijn geweest van de Nimrod-figuur.
Hij kan ook een symbool zijn geweest van de Mesopotamische beschaving in het algemeen. De zojuist geciteerde lijst van steden valt te lezen als samenvatting van de Mesopotamische geschiedenis. Het is veelzeggend dat de joodse profeet Micha de naam “Nimrod” metonymisch gebruikt voor “Mesopotamië” (Micha 5.5).
Uiteraard sluiten bovenstaande theorieën elkaar niet uit.
Legende
Omdat Nimrod een lekker vaag personage was zonder duidelijke geschiedenis, was hij bij uitstek bruikbaar in volksverhalen (vgl. Kreon in Griekse tragedies). In zijn boek Over de reuzen (15.65) identificeerde Filon van Alexandrië hem rond 40 na Chr. als de bouwer van de toren van Babel (de Etemenanki). Een halve eeuw later typeerde Flavius Josephus in zijn Joodse Oudheden “Nebrod” als een tiran (1.113-114).
Ongeveer tegelijkertijd beschreef de auteur die bekendstaat als Pseudo-Filon een conflict tussen Nimrod en Abraham (Bijbelse Oudheden 6). De strekking van deze legende is dat terwijl Nimrod de toren van Babel aan het bouwen was, enkele vrome mensen weigerden daaraan mee te werken, waaronder Abraham. De koning wilde de rebel toen werpen in een vurige oven, maar Abraham werd op wonderbaarlijke wijze gered. Deze joodse legende was al snel razendpopulair.

Historisch revisionisme
Er was ook een positieve traditie over Nimrod, te vinden in de Pseudo-Jonathan-Targum. De samensteller legt de woorden “een geweldig jager” uit als “machtig strijder voor God”. In deze traditie – feitelijk een vorm van literair-historisch revisionisme – wordt Nimrod voorgesteld als een dergenen die Babylon verliet omdat hij weigerde mee te werken aan de bouw van de toren van Babel.
Overigens kent de auteur van de Pseudo-Jonathan-Targum ook de negatieve traditie, die nu eenmaal algemeen bekend was. Hij weet bovendien dat Abrahams broer Harran stierf in de vurige oven.
Harran en Edessa
De naam van broer Harran bracht de traditie naar de stad Harran of, iets preciezer, naar het nabijgelegen Edessa. (Deze stad heette ook Urhai, wat leek op Ur, de geboorteplaats van Abraham.) In Edessa/Harran werd de joodse legende onderdeel van de christelijke en islamitische traditie, vermengd met een oudere, heidense cultus van heilige vissen. In het Edesseense verhaal wilde Nimrod Abraham gooien in de vurige oven, maar veranderde het vuur in water en veranderden de stukken hout in vissen.
We hebben hier te maken met een oude vissencultus, zoals ook Xenofon vermeldt (Anabasis 1.4.9). Dat de verering van vissen zich niet tot Anatolië beperkte, maar ook in Edessa populair was, bewijst het reisverslag van de christelijke pelgrim Egeria, die de vijver in Edessa vermeldt (De heilige plaatsen 18).

Ruïnes
Omdat de legende van Abraham en Nimrod in heel het antieke Nabije Oosten bekend was, zijn allerlei ruïnes naar Nimrod vernoemd. Het is niet heel anders dan bij ons, waar mensen in de Middeleeuwen en Vroege Nieuwe Tijd de grote bouwwerken van weleer toeschreven aan de Hunnen (zoals de Hunnenschans). In Engeland vernoemden ze alles naar koning Arthur. En in het Nabije Oosten dus naar Nimrod. Borsippa werd dus Birs Nimrod. De Assyrische hoofdstad Kalhu (het bijbelse Kalach van hierboven), de citadel van Edessa, een burcht bij Panias, en natuurlijk het grafmonument van Antiochos I Theos van Kommagene: allemaal vernoemd naar Nimrod.
Ere worden wel veel mensen in vurige ovens gegooid. Gebeurt in de bijbel wel vaker – in het boek Daniël gooit Nebukadnezar mensen die niet willen buigen voor zijn beeld erin – ook tevergeefs.
Men neemt wel aan dat de Abraham-legende op Daniël is gebaseerd. Maar het kunnen ook twee versies van hetzelfde motief zijn. Het is vrij standaard natuurlijk. Ook Ifigeneia en Kroisos werden miraculeus van de vuurdood gered.
Het motief is ongetwijfeld te vinden in de Aarne–Thompson–Uther Index maar de online-versie die ik meestal raadpleegde, is offline.
In andere vertalingen, zoals de NBG 1951 (de echte, 😏) staat er over Nimrod ‘hij was een ‘geweldig jager voor het aangezicht des Heren’ – dat zou minder op concreet jagen slaan, maar op dat Nimrod God op Aarde naar de kroon aan het steken was, met zijn machtig zijn.
Nimrod, de Mesopotamiër, had kennelijk ‘african roots’.
Hij was een zoon van het machtige Koesjitische rijk en nazaat van het roemrijke Kemet, het land dat thans Egypte wordt genoemd.
Overigens een prachtige foto van deze leeuwentemmer en het zoveelste mooie artikel van deze website. Ik zocht meteen Xenophons’ Anabasis I.4.9 op. Jammer dat de Landmark uitgave nog steeds niet in het Nederlands verkrijgbaar is.
Uit een verzameling van andere echte (etc.) vertalingen, voor wie het leuk vindt.
– Statenvertaling 1882: En Kusch gewon Nimrod, deze begon geweldig te zijn op aarde. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN;
– Buber/Rosenzweig 1954: Kusch zeugte Nimrod, der began, ein Held uber die Erde zu sein. Er war ein Held der Jagd vor SEINEM Antlitz
– NBG 1958: En Kusch verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde; hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEREN;
– Genesis Reisel 1966: En Koesch verwierf Nimrod als kind. Hij begon een geweldenaar te zijn op de aarde. Hij is een geweldige veroveraar geweest voor het aangezicht van de Paraatblijkende.
– Willibrord vertaling 1982: Kus verwekte Nimrod. Deze was de eerste machtige heerser op aarde; hij was een geweldig jager voor Jahwe.
– Groot Nieuws Bijbel 1982-1996: Nubie kreeg een zoon, Nimrod. Nimrod was de eerste machthebber op de aarde. Hij was een geweldig goed jager, ook in de ogen van de heer.
– Tora Buijs/Storm 1994: Koesch baarde Nimrod – hij begon – er te zijn als een overmeesteraar van het land. Hij, hij was er als een jachtmeester voor het aangezicht van JHWH
– La Sainte Bible L.Segond: Cusch engendra aussi Nimrod; c’est lui qui commenca a etre puissant sur la terre. Il fut un vaillant chasseur devant l’Eternel;
– Naardense Bijbel Oussoren 2004: Koesj baarde Nimrod; hij is begonnen – een geweldenaar te wezen op de aarde. Hij is geweest: geweldig in de jacht, voor het aanschijn van de ENE;
– NBV 2004/2021: Kusch was (ook 04) de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen.
Die NBV 2004/21 nieuwlichters lijken de minst nauwkeurige vertaling te bieden, dan.
Oh? Leg eens uit?
In al de door Robbert gegeven vertalingen van het vers komt in de een of andere vorm ‘in de ogen des Heren’ danwel ‘de Paraatblijvende’ voor. Waarom ontbreekt dit dan in de 2004/21 vertaling? Temeer daar ‘machtig jager in de ogen des Heren’ weleens niet op concreet jagen kan slaan, maar op een vorm van rivaliteit met ‘de Paraatblijvende.’
Dank voor de uitleg!
“Waarom ontbreekt dit dan in de 2004/21 vertaling?”
Goede vraag, maar het loutere feit dat iets in de nieuwste vertaling ontbreekt of, liever gezegd, anders vertaald is (inplaats van voor het aanzicht van de HEER staat er “door niemand overtroffen”) is toch geen aanwijzing dat die vertaling onnauwkeurig is? Het kan ook op veranderend inzicht duiden toch?
Veranderend inzicht is een punt naast tig andere verschillende uitgangspunten (waaronder theologische) en dus verschillende resultaten bij (bijbel-)vertalen, waarover ik af en toe iets lees. In mijn rijtje vond ik interessant: de verschillende aanpak van JHWH; Nubie ipv. Koesj; dat een vertaler het jagen vervangt door veroveren, wat meer past bij het zinnetje daarvoor.
En dat inderdaad de deskundigen van de NBV ervoor kozen het aanschijn of aangezicht van JHWH hier louter als versterking van de capaciteiten van Nimrod te zien. Zo ook de vrije vertaling zonder JHWH in NBV 2004/21 in het volgende zinnetje: Vandaar het gezegde: een jager zonder weerga (een voortreffelijk jager, NBV 21), een tweede Nimrod.
De NBV deskundigen zijn, wrsch. vanuit de uitgangspunten: begrijpelijk en modern Nederlands, allergisch voor aanschijn en ook voor aangezicht. Elders vertalen ze die termen niet (zoals ook Willibrord en de Franse vertaling) of er staat alleen: met God of Hij, of nabijheid, gelaat, blikken, oog, verschijning, aanwezigheid van de Heer/God..
Niets om van wakker te liggen, maar ik lees, ook af en toe, liever de meer letterlijke vertaling van eenpitter Oussoren, maar als ik daarin iets niet begrijp, dan is een blik in de NBV weer heel handig.
In al de eerst door Robbert gegeven vertalingen.
Nimrod als rivaal, ‘jager’ naar de positie van JHWH op Aarde lijkt logischer dan dat God zo’n bewondering zou hebben gehad voor de prestaties van Nimrod als jager op wilde dieren.
Ik ben een volslagen leek m.b.t. tot zowel de oudheid, de oudheidkunde, de bijbel, de talen waarin deze geschreven is en de kunst van het vertalen, maar (of ‘daarom’?) het lijkt me niet onlogisch dat ‘voor het aangezicht van de heer’ een uitdrukking weergeeft die in de brontekst niet specifiek naar het gelaat van de God van de auteur verwees, maar iets betekende als ‘vanuit het perspectief van iemand die alles kan overzien’ (in de Angelsaksische filosofie wordt de term ‘God’s-Eye View’ regelmatig op die manier gebruikt). Als dat zo is, is “een geweldig jager, door niemand overtroffen” duidelijker en minder nauwkeurig dan “hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEREN”.
“en minder nauwkeurig” moet natuurlijk zijn “en NIET minder nauwkeurig”!
Dus:
Als dat zo is, is “een geweldig jager, door niemand overtroffen” duidelijker en niet minder nauwkeurig dan “hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEREN”.
‘Voor het aangezicht des Heren’ moet een weergave zijn van wat het oorspronkelijke hebreeuws wil zeggen.
De nieuwe vertalers zouden hun keuze voor een een andere formulering in ieder geval moeten toelichten.
Engelse vertalingen geven ‘In the eyes of the Lord.’ Dus in de oorspronkelijke tekst moet iets staan over een persoonlijke waarneming door de ‘Paraatblijvende’. Nogmaals, de nieuwe vertalers zijn hun publiek daarover een toelichting verschuldigd.
Ik lees in the Cambridge Bible for Schools and Scholars:
‘The phrase “before the Lord” is merely descriptive of magnitude’.
Ook in dat geval zou “een geweldig jager, door niemand overtroffen” duidelijker en niet minder nauwkeurig zijn dan de NBG1951.
De New Living Translation zegt “Since he was the greatest hunter in the world, his name became proverbial”
Maar ik houd hier mee op, want we lijken niet verder te komen dan gespeculeer over wat er in de brontekst heeft gestaan op basis van recente vertalingen in West-Europese talen en persoonlijke intuïties over wat al dan niet logisch is, zonder enige kennis te hebben van de bronteksten zelf en de wetenschappelijk discussie daarover.