Misschien was een beschermgeest als deze uit Khorsabad wel het model voor Nimrod (Louvre, Parijs).
Waarom, zo kreeg ik als vraag voorgelegd, zijn er in het Midden-Oosten zoveel plaatsen die Nimrod heten?
Dat weet ik toevallig.
Eerst maar even wat achtergrond. Genesis bevat een opsomming van alle volken die de auteur van dat deel van de Bijbel kende, gepresenteerd als afstammelingen van Noach. Hierin zit ook het volgende stukje:
Kus was de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen. Vandaar de uitdrukking: een voortreffelijk jager, een tweede Nimrod. Eerst heerste hij over Babel, Uruk, Akkad en Kalne in het land Sinear. Vanuit Sinear trok hij later naar Assyrië, waar hij Nineveh, Rechobot-Ir en Kalach bouwde, en ook de grote stad Resen, tussen Nineve en Kalach. (Genesis 10.8-12; NBV21)
Kleio, de muze van de geschiedschrijving (Archeologisch museum van Sousse)
[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich werkelijk in de klassieke letteren wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit aanschuiven bij een collegereeks. Voor de Latijnse literatuur kun je verder Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus lezen, maar voor de Griekse en christelijke literatuur bestaat zo’n boek niet.]
Nu heb ik al twee stukjes geschreven over geschiedschrijving en nóg heb ik niet voldaan aan de allereerste eis van het schrijven van stukjes over geschiedschrijving, namelijk het te onpas citeren van Huizinga. Welaan, aan het begin van onze jaartelling zagen we een “vormverandering van de geschiedenis”: het historische proces veranderde van karakter. De republikeinse instellingen werden vervangen door een monarchie, de rivaliteit tussen de voornaamste families ging niet meer om de vraag wie de meeste vijanden wist te onderwerpen en de Romeinse expansie liep ten einde. De concurrentie in de Romeinse adel, die ooit het imperialisme had gevoed, maakte plaats voor de persoon van de keizer als “motor” achter de gebeurtenissen.
De geschiedschrijving veranderde mee: de biografie werd een populair genre. Ik zal daarover later nog schijven. Voor het moment wijs ik op monografieën waarin de persoon van de heerser centraal staat, zoals in het Gezantschap naar Caligula van Filon van Alexandrië, een tekst over – u raadt het al – een gezantschap dat naar keizer Caligula gaat om bij hem te klagen over antijoodse maatregelen. Het karakter van de vorst is albepalend voor de afloop. De Nederlandse vertaling van Gé de Vries, onder de titel Pogrom in Alexandrië, bewijst dat je een antieke tekst ook zó in het Nederlands kunt omzetten dat die zowel literair verantwoord als interessant is. Zo zouden alle vertalingen moeten zijn.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.