Faits divers (19)

Reconstructie van de wandschildering uit de Villa van Maasbracht, nu te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

De vaste bezoekers van deze blog weten het: als er een aflevering is in de nogal onregelmatig verschijnende reeks faits divers, dan zullen het wel weer wat onsamenhangende faits divers zijn. En het is krek zo.

Woorden tellen

Het is vrij algemeen bekend – en ook niet onwaar – dat het Romeinse Rijk in de eerste en tweede eeuw na Chr. een bloeiperiode meemaakte. Maar hoe meet je zoiets? Je kunt scheepswrakken gaan tellen en die aantallen gebruiken om de groei en afname van het handelsvolume te documenteren. Je kunt jaarringen analyseren en constateren dat het klimaat in de derde eeuw veranderde. Je kunt opgegraven botten tellen en uitspraken doen over vleesconsumptie. En je kunt de bouwjaren van monumentale gebouwen in een grafiek zetten en aannemen dat elk gebouw twee eeuwen heeft gestaan, en zo constateren hoeveel monumenten er op een gegeven moment waren. Ook kun je inscripties per decennium tellen, om zo een indruk te krijgen.

En nu is er een nieuwe methode: woorden in papyri tellen. Er is een piek in de tweede eeuw. Niet onverwacht. Wel een extra argument.

Chronologie

Om redenen die ik nu niet ga uitleggen (maar die u kunt nalezen in Oudheidkunde is een wetenschap, blz.175) is chronologisch onderzoek momenteel belangrijker dan ooit. En het nauwkeurigste instrument waarover we beschikken, is de jaarringdatering. Het probleem is dat we voor sommige delen van de wereld geen complete reeks hebben. Soms hebben we een eerste reeks van het heden naar een bepaald moment in het verleden, houdt die reeks daar op, is er een gat, en begint er dan wat dieper in het verleden een tweede reeks die dan nóg dieper het verleden in gaat. Griekenland is daarvan een bekend voorbeeld. Ooit zullen nieuwe houtvondsten het gat tussen twee van die reeksen wel dichten, maar tot het zover is, moeten we die tweede, diepere, oudere reeks op een andere manier ijken.

Dat kan met wiggle matching, waarbij feitelijk een koolstofdatering wordt geplaatst op die tweede reeks. Dat helpt heel goed. Nu is er een nieuwe methode. Er zijn weleens scherpe pieken in de kosmische straling, de zogeheten “Miyake events”, die in jaarringen aanwijsbaar zijn. De verklaring hiervoor is vermoedelijk een zonnevlam en dat wil zeggen dat de hele aarde erdoor wordt geraakt. Anders geformuleerd, we kunnen Miyake Events die zijn gedocumenteerd in een zeer complete jaarringenreeks gebruiken om incomplete reeksen elders te dateren. En dat is nu dus gedaan.

Talaiots

Rond 1000 v.Chr. verrezen in het Nabije Oosten grote, stenen versterkingen; als u Jordanië bezocht, zult u Rujm al-Malfouf wel kennen. Diezelfde monumenten zijn te vinden op andere plaatsen langs de Middellandse Zee. Op de Balearen heten ze “talaiots”, en voor een miljoen euro bent u een gelukkige bezitter.

Slecht wetenschapsnieuws

De rubriek “faits divers” zou niet compleet zonder gebrom op slecht wetenschapsnieuws. De website Historia bakt ze bruin met een artikel over de vondst van drie scheepswrakken tussen Sicilië en Tunesië, die zouden bewijzen dat Romeinse schippers zich, anders dan eerder aangenomen, toch op open zee waagden. Welke maritiem historicus dat heeft beweerd, weet Historia niet te noemen en dat kan ook niet want die zijn er niet. We hebben wél bronnen die het tegendeel bewijzen, zoals de beschrijving van de open wateren van de Indische Oceaan in de Periplus Maris Erythraei.

Het is Historia niet eens aan te rekenen. Het is langzamerhand een standaardpraktijk om een inzicht als nieuw te presenteren door het te vergelijken met een niet-bestaand oud standpunt. Historia mag het dan bont maken, het is bont in een sowieso bont aanbod van pseudowetenschap en kwakgeschiedenis.

Cyprus

Sprekend over zeewaardige schepen. Lange tijd is gedacht geweest dat de eerste mensen rond 7000 tot 6800 v.Chr. op Cyprus zijn aangekomen, vermoedelijk vanuit het noorden. Een eerdere oversteek zou niet mogelijk zijn geweest omdat men toen nog geen zeewaardige schepen kon bouwen. Nieuw onderzoek duidt op menselijke aanwezigheid op Cyprus rond 12.000 v.Chr., dus vijf millennia eerder.

Het harnas van Dendra

Een van de beroemdste vondsten uit de Griekse Bronstijd is het harnas van Dendra, op de oostelijke Peloponnesos. Wie het ziet, vraagt zich meteen af: hoe kun je daar nou in lopen, laat staan een gevecht aangaan?! Tja, eigenlijk wisten we dat dus niet. Het kon natuurlijk ook een ceremonieel harnas zijn. Of het kon – een idee van Peter Connolly – wezen dat het alleen werd gebruikt om in een strijdwagen wat heen en weer te rijden, af en toe eens een speer te werpen, maar verder passief te zijn. En dat maakt het toch wat lastig om uitspraken te doen over oorlogsvoering in de Mykeense tijd.

Gelukkig kun je zoiets ook gewoon onderzoeken. De conclusie van dit onderzoek is dat harnassen als die in Dendra er weliswaar onhandig uit zien, maar flexibel genoeg waren om als voetsoldaat mee te vechten, terwijl ze sterk genoeg waren om bescherming te bieden tegen slagwapens. Bovendien was zo’n harnas licht genoeg om een dag lang te dragen – een praktijk die wordt verondersteld in de bij onderzoek naar Mykeense oorlogsvoering onvermijdelijke Ilias. Kortom: een leuke vorm van experimentele archeologie.

Triviale faits divers

Twee trivialiteitjes om deze aflevering van “faits divers” mee af te ronden. Eén: dit berichtje dat de Duitse autoriteiten ervoor hebben gezorgd dat een gestolen beeld van de Fenicische god Ešmun, gevonden bij Sidon, aan de Libanese oudheidkundige dienst is overgedragen. Een trivialiteitje verdient het vooral gedeeld te worden als het verwijst naar iets wezenlijkers, en dat leest u hier.

En tot slot: spelers van Flight Simulator mogen vooruitzien naar een vlucht over de Muur van Hadrianus. Hopelijk maakt zoiets het Romeinse erfgoed van Engeland bekender. Een PR-trucje dus, maar wel een dat we nog niet eerder hebben gezien en je blijft toch hopen op een vlucht over pakweg de Egeïsche Zee, Memfis, de Via Appia, de Assyrische paleizen of de limes Tripolitanus.

Deel dit:

3 gedachtes over “Faits divers (19)

  1. Rob Duijf

    ‘Een PR-trucje dus’

    De RAF voert routineoefeningen uit boven Cumbria en North Humberland en dus boven Hadrians Wall. RAF Spadeadam bij Gillsland, Brampton in Cumbria, iets ten noorden van Hadrians Wall, is de grootste basis in GB voor elektronische oorlogsvoering De RAF en NAVO-partners voeren daar tactische trainingen uit. Wandelaars op Hadrians Wall Path zijn gewaarschuwd…

    https://youtu.be/l7XFTTJLyig?si=_J6fsBeHP4llDHG2

  2. FrankB

    “Het is Historia niet eens aan te rekenen.”
    Zeker wel. We hebben het hier over een periode van duizend jaar. Nou wil ik best geloven dat Romeinse schepen zo rond 400 BCE inderdaad niet de open zee op gingen (of het werkelijk zo is weet ik niet). Maar helemaal niemand tussen 500 BCE en 500 CE? En dan zijn alle oudheidkundigen van over de hele wereld zo goedgelovig dat ze dat niet betwijfelen? Zoals een bekend voetbaltrainer ooit zei: ben ik nou zo slim of is Historia zo dom?
    Die eerste alinea is een belediging van de intelligentie van de lezer. En dat reken ik Historia zwaar aan.

  3. “Het kon natuurlijk ook een ceremonieel harnas zijn.”

    Nee. Wie dat ooit bedacht heeft valt in het kader van ‘Romeinse schippers waagden zich nooit op zee’. Het is een gemaks-dooddoener in het kader van de ‘1e hoofdwet van de archeologie’.

    Waarom? Ceremonieel kan natuurlijk, en omdat het vooral moet opvallen is het vaak mooier. Maar is een object dat mooi(er) is daarom ook ceremonieel? En waarom zou iets ceremonieel zijn dat niet goed begrepen wordt? Terwijl het niet ‘mooi’ is?

    Natuurlijk is dit moeilijk te bewijzen, omdat we gewoon niet weten welk object nu wel of niet ceremonieel gebruikt werd, maar als we het over wapens uit de Klassieke Oudheid hebben ken ik maar heel weinig objecten die specifiek voor ceremoniële doeleinden gemaakt zijn. Dan denk ik aan wapens van puur goud – dus zinloos als wapen. Maar verreweg de meeste wapens die in een ceremonie werden gebruikt waren gewoon als wapen vervaardigd, maar kregen doordat ze bijvoorbeeld op de vijand werden buitgemaakt een bijzondere waarde.

    Berucht was de opinie over laat-Romeinse helmen die allemaal verguld waren, tot de kleinste klinknagel aan toe. Natuurlijk (..) was het oordeel van de vroege 20e-eeuwse archeologen dat het hier op ‘paradehelmen’ moest gaan, want alles wat mooi was, was zonde om mee te vechten. Inmiddels hebben we strijdsporen op die dingen aangetroffen, we weten waar ze gemaakt werden en voor wie, en dat zelfs een keizer er eentje verloor op veldtocht (net als er een verloren werd in onze Peel). Gewone helmen dus, maar wel mooi.

    Hopelijk is dit briljante experimentele onderzoek naar de Dendra panoplia weer een nagel in de doodskist van de ‘gemakzuchtige archeologie’.

Reacties zijn gesloten.