
[Vandaag het tweede van vier blogs over de veldtochten van keizer Septimius Severus (r.193-211), die het Romeinse Rijk bracht tot zijn grootste omvang. Dat dit onder Trajanus zou zijn gebeurd is vooral propaganda van Mussolini. Het eerste deel is hier.]
De verovering diende om de welvarende provincie Syrië meer veiligheid te bieden, aangezien deze door de Eufraat alleen slecht werd beschermd. De verovering van Mesopotamië was dus een defensieve maatregel. In dit licht moet ook de tweede Parthische veldtocht van Severus worden gezien: in 197/198 voer hij de Eufraat af naar de Koninklijke Kanalen, de verbinding tussen Eufraat en Tigris op het punt waar deze rivieren elkaar halverwege Irak even naderen. Herodianos schrijft (in de vertaling van M.F.A. Brok):
De troepen van Severus ontscheepten zich en plunderden het land. Alle vee dat hun in de weg kwam dreven ze weg om hun voedselvoorraad aan te vullen en de dorpen waar ze door kwamen staken ze in brand. Na korte tijd bereikten ze bij hun opmars Ktesifon, waar de koning der koningen resideerde. De Romeinse soldaten overvielen de volkomen verraste Parthen, vermoordden iedereen die hun in de weg kwam en plunderden de stad. Alle vrouwen en kinderen namen ze mee als krijgsgevangenen. De koning zelf was gevlucht met een groepje ruiters en zo konden de Romeinen zich ook van zijn schatkamers meester maken. Ze roofden alle sieraden en kostbaarheden en begonnen toen aan de terugtocht. (Herodianus 3.9)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.