A great constitutive myth? (2)

horn_mus_cluny
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

De letterenfaculteit van de Amerikaanse Harvard University kampte een jaar of twee geleden met wat problemen en liet, zoals grote instellingen dan doen, een rapport opstellen. Weliswaar had dat een aanleiding die voor u en mij niet zo relevant is, maar het rapport biedt een mooi overzicht van de zin, de ambitie en de toekomst van de humaniora.

One of the major contributions of the Humanities over the past thirty years has been a project of critique: of revealing the extent to which culture serves power, the way domination and imperialism underwrite cultural production, and the ways the products of culture rehearse and even produce injustice.

Ik denk dat dit een grosso modo correcte beschrijving is van althans een deel van de humaniora.

Lees verder “A great constitutive myth? (2)”

A great constitutive myth? (1)

Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

Ik heb het wel eens de simsalabim-methode genoemd: de opvatting dat een historicus beschrijft hoe in een grijs verleden iets is ontstaan en zegt dat dit verklaart hoe iets nu is. Bijvoorbeeld: de Grieken, die een cultuur hadden waarin vrijheid belangrijk was, hielden de Perzen buiten de deur en daarom zijn wij nog steeds vrij. De fouten in deze redenering zijn legio: de aanname dat Grieken vrijer waren dan Perzen (onzin), de aanname dat de Perzen de Griekse vrijheid zouden hebben afgeschaft (weten we niet), de aanname dat onze cultuur op betekenisvolle wijze voort zou bouwen op de Griekse (kul) en de aanname dat die uitsluitend in Griekenland ontstane vrijheid alle eeuwen door steeds aanwezig zou zijn geweest, zodat met andere woorden – en voor dit stukje relevant – een continuïteit van toen tot op heden zou bestaan. De Grieken wonnen bij Marathon en Salamis, en simsalabim, wij zijn vrij.

Dit soort onzin kunt u vinden in de boeken van Paul Cartledge, Tom Holland, Anthony Pagden en Joost mag weten wie nog meer, en dat is triest, want Max Weber maakte al ruim een eeuw geleden gehakt van deze redenering. Dat ga ik nu niet uitleggen, u schuift maar aan bij een eerstejaarscollege theorie van de geschiedenis. Waar het mij nu om gaat is dat je een historische continuïteit niet mag postuleren maar moet bewijzen.

Lees verder “A great constitutive myth? (1)”

De invloed van het Roelandslied

Een gem met een kruisridder (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Het Roelandslied is een giftige tekst. Het typeert een werelds conflict als onderdeel van de grote kosmische strijd tussen goed en kwaad, waardoor er voor medemenselijkheid geen plaats meer is. Omdat moslims zijn gedemoniseerd, is kwaad doen aan een moslim iets goeds – en dan wordt zelfs wreedheid aanbevelenswaard. Het Nederlandse Roelandslied gaat hierin verder dan het Franse: in Thuroldus’ versie krijgt de verrader tenminste nog een rechtszaak voordat hij wordt gevierendeeld, in de Middelnederlandse wordt Guelloen afgevoerd om hem te coken (te verbranden).

Ik heb al verteld dat David Levering Lewis, de auteur van het boeiende boek God’s Crucible (2008), het Roelandslied omschreef als “a superordinate factor in the European sense of self and of otherness”. De tekst zou “one of the great constitutive myths of Christendom” zijn en een “foundational document”. Dat zijn deftige formuleringen die erop neerkomen dat Europeanen, te beginnen tijdens de Kruistochten, door deze tekst zijn beïnvloed. Toen ze moslims tegenkwamen, is het idee, werden die meteen beschouwd als “Untermenschen”. De compromisloosheid van de Kruisvaarders was dus gevormd door lectuur van het Roelandslied en soortgelijke teksten.

Lees verder “De invloed van het Roelandslied”

Het Roelandslied

Karel en enkele paladijnen (Alte Nationalgalerie, Berlijn)

Zoals ik al eerder beschreef, was het Roelandslied in de tijd van de Kruistochten een tophit. Het werd gezongen in allerlei talen, waaronder het Nederlands.

Van die versie zijn nog ruim duizend regels over, geschreven in de twaalfde eeuw. Het is voldoende om vast te stellen dat het uitgespannen einde van Turoldus’ Franse versie ontbrak en dat het verhaal wat nuchterder wordt verteld, maar verder zijn er vooral overeenkomsten. Net als de Franse versie is de Middelnederlandse een door-en-door religieuze tekst, waarin het christendom staan tegenover de islam. Sterker nog, het heeft trekken van een heiligenleven. Ik weet althans niet wie er anders dan een heilige, bij zijn dood, wordt afgehaald door een engel:

God selve sinen inghel sende,
Daer die grave Roelant ende.

Lees verder “Het Roelandslied”

Het Franse Roelandslied

Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

Ik heb gisteren en eergisteren geblogd over de mislukte Spaanse campagne van Karel de Grote en over de nederlaag die zijn achterhoede, beladen met de buit van Pamplona, leed in de pas van Roncevalles. Al heel vroeg moet iemand over die gebeurtenis hebben verteld dat Roeland heel dapper had gevochten en daardoor onsterfelijke roem had behaald. Als ik schrijf “al heel vroeg” bedoel ik “binnen enkele jaren”.

Zeven jaar later, in 785, waren de Franken namelijk begonnen aan een tweede oorlog in noordelijk Spanje. Dat had geleid tot de inname van Girona en hoewel het Umayyadische emiraat van Zuid-Spanje terugvocht door bijvoorbeeld in 793 de Languedoc binnen te vallen, breidde de Frankische invloedssfeer in Spanje zich gestaag uit. In 795 werd het gebied formeel geannexeerd (de “Spaanse mark”), waarna in 799 Pamplona en in 801 Barcelona vielen. In deze jaren moet het verhaal van Roelands ondergang, dat de Franken eerder zal hebben afgeschrikt dan bemoedigd, een nieuwe draai hebben gekregen: zeker, hij had een nederlaag geleden, maar de wijze waarop hij zich in die moeilijke situatie had gedragen, bewees wat een echte held was. (Een boek over de slag om Arnhem dat ik onlangs besprak illustreert dat dit nog altijd een manier is om te verbloemen dat soldaten hun taak niet konden uitvoeren.)

Lees verder “Het Franse Roelandslied”

Roncevalles 778

Romantische afbeelding van Roeland in Roncevalles

Ik blogde gisteren over de vergeefse veldtocht waarmee Karel de Grote in 778 probeerde zijn invloed in Spanje te vergroten. Geen vijandelijke stad viel in zijn handen, de enige stad die werd geplunderd was zijn bondgenoot Pamplona. Wat er daarna gebeurde, lezen we bij Einhard, wiens woorden ik hieronder zal weergeven in de vertaling van Patrick De Rynck.

Niet dat Einhard de betrouwbaarste bron is, overigens. Lees maar hoe hij schrijft over de mislukte Spaanse campagne:

Karel trok de Pyreneeën over, aanvaardde de overgave van alle steden en burchten die hij aandeed en keerde met een behouden en ongedeerd leger terug.

Lees verder “Roncevalles 778”

Karel de Grote in Spanje

Beeldje van Karel de Grote uit Metz, nu in het Louvre. Het kan ook Karel de Kale voorstellen.

Het huis van mijn ouders staat vol boeken, maar mijn ouders weten dat ze die niet allemaal meer zullen (her)lezen. Daardoor gebeurt het regelmatig dat ik wat boeken meekrijg: ik heb immers de gelegenheid nog wel de boeken te benutten waarvoor ze zijn bedoeld. Dus las ik onlangs de Middelnederlandse versie van het Roelandslied.

De historische achtergrond: in 750 was een einde gekomen aan het kalifaat van Damascus, de daar heersende Umayyadenfamilie was uitgemoord maar er was één overlevende, die in Spanje een Umayyadisch emiraat voor zichzelf begon en lokale potentaten bedreigde, zodat emir Suleyman ibn al-Arabi van Barcelona naar Paderborn trok om zich te plaatsen onder bescherming van Karel de Grote. Die brak zijn campagnes tegen de Saksen af en stak in 778 de Pyreneeën over met – zo vertelt Karels biograaf Einhard – “een zo groot mogelijke troepenmacht”.

Lees verder “Karel de Grote in Spanje”