A great constitutive myth? (1)

Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

Ik heb het wel eens de simsalabim-methode genoemd: de opvatting dat een historicus beschrijft hoe in een grijs verleden iets is ontstaan en zegt dat dit verklaart hoe iets nu is. Bijvoorbeeld: de Grieken, die een cultuur hadden waarin vrijheid belangrijk was, hielden de Perzen buiten de deur en daarom zijn wij nog steeds vrij. De fouten in deze redenering zijn legio: de aanname dat Grieken vrijer waren dan Perzen (onzin), de aanname dat de Perzen de Griekse vrijheid zouden hebben afgeschaft (weten we niet), de aanname dat onze cultuur op betekenisvolle wijze voort zou bouwen op de Griekse (kul) en de aanname dat die uitsluitend in Griekenland ontstane vrijheid alle eeuwen door steeds aanwezig zou zijn geweest, zodat met andere woorden – en voor dit stukje relevant – een continuïteit van toen tot op heden zou bestaan. De Grieken wonnen bij Marathon en Salamis, en simsalabim, wij zijn vrij.

Dit soort onzin kunt u vinden in de boeken van Paul Cartledge, Tom Holland, Anthony Pagden en Joost mag weten wie nog meer, en dat is triest, want Max Weber maakte al ruim een eeuw geleden gehakt van deze redenering. Dat ga ik nu niet uitleggen, u schuift maar aan bij een eerstejaarscollege theorie van de geschiedenis. Waar het mij nu om gaat is dat je een historische continuïteit niet mag postuleren maar moet bewijzen.

Lees verder “A great constitutive myth? (1)”

Roelands invloed?

Een gem met een kruisridder (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Het Roelandslied is een giftige tekst. Het typeert een werelds conflict als onderdeel van de grote kosmische strijd tussen goed en kwaad, waardoor er voor medemenselijkheid geen plaats meer is. Omdat moslims zijn gedemoniseerd, is kwaad doen aan een moslim iets goeds – en dan wordt zelfs wreedheid aanbevelenswaard. Het Nederlandse Roelandslied gaat hierin verder dan het Franse: in Thuroldus’ versie krijgt de verrader tenminste nog een rechtszaak voordat hij wordt gevierendeeld, in de Middelnederlandse wordt Guelloen afgevoerd om hem te coken (te verbranden).

Ik heb al verteld dat David Levering Lewis, de auteur van het boeiende boek God’s Crucible (2008), het Roelandslied omschreef als “a superordinate factor in the European sense of self and of otherness”. De tekst zou “one of the great constitutive myths of Christendom” zijn en een “foundational document”. Dat zijn deftige formuleringen die erop neerkomen dat Europeanen, te beginnen tijdens de Kruistochten, door deze tekst zijn beïnvloed. Toen ze moslims tegenkwamen, is het idee, werden die meteen beschouwd als “Untermenschen”. De compromisloosheid van de Kruisvaarders was dus gevormd door lectuur van het Roelandslied en soortgelijke teksten.

Lees verder “Roelands invloed?”

Het Roelandslied

Karel en enkele paladijnen (Alte Nationalgalerie, Berlijn)

Zoals ik al eerder beschreef, was het Roelandslied in de tijd van de Kruistochten een tophit. Het werd gezongen in allerlei talen, waaronder het Nederlands.

Van die versie zijn nog ruim duizend regels over, geschreven in de twaalfde eeuw. Het is voldoende om vast te stellen dat het uitgespannen einde van Turoldus’ Franse versie ontbrak en dat het verhaal wat nuchterder wordt verteld, maar verder zijn er vooral overeenkomsten. Net als de Franse versie is de Middelnederlandse een door-en-door religieuze tekst, waarin het christendom staan tegenover de islam. Sterker nog, het heeft trekken van een heiligenleven. Ik weet althans niet wie er anders dan een heilige, bij zijn dood, wordt afgehaald door een engel:

God selve sinen inghel sende,
Daer die grave Roelant ende.

Lees verder “Het Roelandslied”

Chanson de Roland

Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)
Ivoren hoorn (Musée de Cluny, Parijs)

Ik heb gisteren en eergisteren geblogd over de mislukte Spaanse campagne van Karel de Grote en over de nederlaag die zijn achterhoede, beladen met de buit van Pamplona, leed in de pas van Roncevalles. Al heel vroeg moet iemand over die gebeurtenis hebben verteld dat Roeland heel dapper had gevochten en daardoor onsterfelijke roem had behaald. Als ik schrijf “al heel vroeg” bedoel ik “binnen enkele jaren”.

Zeven jaar later, in 785, waren de Franken namelijk begonnen aan een tweede oorlog in noordelijk Spanje. Dat had geleid tot de inname van Girona en hoewel het Umayyadische emiraat van Zuid-Spanje terugvocht door bijvoorbeeld in 793 de Languedoc binnen te vallen, breidde de Frankische invloedssfeer zich gestaag uit. In 795 werd het gebied formeel geannexeerd (de “Spaanse mark”), waarna in 799 Pamplona en in 801 Barcelona vielen. In deze jaren moet het verhaal van Roelands ondergang, dat de Franken eerder zal hebben afgeschrikt dan bemoedigd, een nieuwe draai hebben gekregen: zeker, hij had een nederlaag geleden, maar de wijze waarop hij zich in die moeilijke situatie had gedragen, bewees wat een echte held was. (Een boek over de slag om Arnhem dat ik onlangs besprak illustreert dat dit nog altijd een manier is om te verbloemen dat soldaten hun taak niet konden uitvoeren.)

Lees verder “Chanson de Roland”