W.H. Auden, Musée des Beaux Arts

Museum voor Schone Kunsten, Brussel

Er zijn weinig schilders waarvan ik meer houd dan van Pieter Bruegel, over wiens Landschap met de Val van Ikaros ik al eens blogde. Het is namelijk helemaal niet van Bruegel. In een ander blogje, een van mijn favorieten, beschreef ik hoe de Berlijnse schilder Robert Seidel Bruegels Jagers in de sneeuw gebruikte voor een schitterend nieuw schilderij.

De dichter W.H. Auden verwees naar twee of drie van Bruegels schilderijen in een van zijn beroemdste gedichten, Musée des beaux arts (1938). Het gaat om de Volkstelling in Betlehem, het Landschap met de Val van Ikaros en waarschijnlijk ook De kindermoord in Betlehem. Alle drie zijn te zien in de Musea voor Schone Kunsten in Brussel. Omdat ik ook het gedicht mooi vind, wilde ik daar al jaren een kijkje gaan nemen, maar het kwam er nooit van. Tot vandaag dan.

Het was een fijn bezoek. Het lukt me nooit om in een schilderijenmuseum van meer dan drie doeken écht te genieten, en hier was het niet moeilijk te kiezen welke. Ze hangen bij elkaar in dezelfde zaal. Dus hierbij: het gedicht van Auden, met bijbehorende illustraties.

Lees verder “W.H. Auden, Musée des Beaux Arts”

Klassieke literatuur (1c): epiek

hadrumetum_house_virgil_mosaic_virgil_01_mus_bardo
Vergilius, een van de meesters van de epiek (Musée national du Bardo, Tunis)

[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een collegereeks aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet.

Ik was bezig met de antieke epiek en ik moest nog vertellen over de auteurs die Homeros volgden.]

Homeros’ navolgers

Hoewel ik toch heel wat steden heb bezocht en nogal wat mensen heb mogen ontmoeten, ben ik nog nooit iemand tegengekomen die Homeros niet mooi vond en ik kan alleen erkennen dat er, ook al is het nog zo afgezaagd, veel waars zit in het grapje dat de Griekse literatuur begon op haar hoogtepunt en dat dit sindsdien niet meer is overtroffen. De Grieken beschouwden Homeros als “de dichter” bij uitstek. Ik blogde al eens over het reliëf dat zijn apotheose voorstelt. Homerische echo’s vinden we op de onverwachtste plekken: als de Romeinse historicus Tacitus, die geldt als een vrij zakelijke auteur, beweert dat prins Germanicus aan de Beneden-Rijn een vloot van duizend schepen bouwde, dan is dat geen beschrijving van de ontbossing van de Betuwe maar een verwijzing naar de “Scheepscatalogus” in het tweede boek van de Ilias.

Lees verder “Klassieke literatuur (1c): epiek”