Raymond III van Tripoli (3)

Hattin: Saladin en Guy strijden om het Ware Kruis (Raymond III is niet afgebeeld)

Vandaag het laatste stukje in mijn reeks over de graven van Tripoli. Korte inhoud van het voorafgaande: de dynastie is in de nasleep van de Eerste Kruistocht gesticht door Raymond van Saint-Gilles, kreeg zijn hoofdstad dankzij graaf Raymond I (r.1105-1112), werd onafhankelijk dankzij graaf Pons (r.1112-1137), maar moest zijn verdediging uitbesteden aan de Hospitaalridders en Tempeliers ten tijde van graaf Raymond II (r.1137-1152). Hij werd door Assassijnen vermoord.

Zijn zoon en opvolger, Raymond III, verwierf als leenman van de koning van Jeruzalem de heerschappij in Galilea en schopte het tot regent voor de minderjarige koning Boudewijn IV de Melaatse. Toen die in 1176 meerderjarig werd, keerde Raymond III terug naar het noorden. In het daarop volgende jaar versloegen de jonge koning en zijn adjudant Reinoud van Châtillon in de slag bij Montsigard de inmiddels gevreesde Saladin.

Lees verder “Raymond III van Tripoli (3)”

Raymond III van Tripoli (2)

Zegel uit de tijd van Raymond III (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik vertelde gisteren hoe Nur-ad-Din een machtsbasis had in Syrië en de Kruisvaarders in 1164 had verslagen. Graaf Raymond III van Tripoli was bij Harim (in het noorden van Syrië) gevangen genomen en koning Amalrik I van Jeruzalem was regent in Tripoli. Ook hij had niet kunnen verhinderen dat Nur-ad-Din het zwakke graafschap had geplunderd. Iedereen was het erover eens dat de Kruisvaardersstaten zich in een conflict met Nur-ad-Din niet voldoende zouden kunnen verdedigen.

Tenzij Nur-ad-Din zelf in moeilijkheden zou geraken. En gelukkig voor de christenen was daar zijn eigenzinnige adjudant Saladin. Nur-ad-Din had al gemeend hem weg te moeten promoveren naar Egypte, waar de (shi’itische) dynastie der Fatimiden ernstig verzwakt was. Saladins machtsovername aldaar bevredigde zijn ambities echter niet en Nur-ad-Din voelde zich voldoende bedreigd om in te zien dat de Kruisvaardersstaten weleens een nuttige buffer konden zijn tegen zijn rivaal. Daarom liet hij Raymond III vrij, vermoedelijk in 1174, nadat deze tien jaar gevangen had gezeten. De Hospitaalridders moesten de losprijs voorschieten, want het graafschap Tripoli had het bedrag niet.

Lees verder “Raymond III van Tripoli (2)”

Raymond III van Tripoli (1)

Munt van het graafschap Tripoli (Bodemuseum, Berlijn)

Ik liet u gisteren achter met een totaal geïsoleerde graaf Raymond II van Tripoli. Hij bezat geen leger meer en had de verdediging van zijn graafschap uitbesteed aan de Hospitaalridders en de Tempeliers. Zelf was hij ongeloofwaardig geworden door samen te werken met Nur-ad-Din: een schending van de solidarité chrétienne die de Kruisvaarders, ondanks al hun ruzies, meestal handhaafden. In 1152 stierf hij door moordenaarshanden. Zijn minderjarige zoon Raymond III erfde een vrijwel failliete boedel, werd vervolgens een van de machtigste mannen in de Levant en eindigde met de reputatie verantwoordelijk te zijn voor de nederlaag die de Kruisridders leden bij Hattin.

Raymond III wordt graaf

Een geluk bij een ongeluk was de aanwezigheid van koning Boudewijn III in Tripoli op het moment van de moord op Raymond II. Hij wees de weduwe, gravin Hodierna, aan als regentes en eiste eden van trouw, die de mensen in Tripoli al snel aflegden. Tegelijkertijd vielen de Tempeliers, die wraak wilden nemen voor de moordaanslag, de Assassijnen aan. Ze hadden enorm succes en legden hun vijanden een schatting op. Die zou nog belangrijk worden.

Lees verder “Raymond III van Tripoli (1)”

Raymond II van Tripoli

De Krak des chevaliers, door Raymond II overgedragen aan de Hospitaalridders

In juni blogde ik over het ontstaan van het graafschap Tripoli, een kruisvaardersstaat in het noorden van Libanon. Ik beschreef hoe Raymond van Saint-Gilles het beleg voor de belangrijke havenstad had opgeslagen en hoe Bertrand van Toulouse de stad innam. Ook vertelde ik al hoe Pons van Tripoli heerste over een onafhankelijk graafschap, gelegen op een plek waar noch de prins van Antiochië noch de koning van Jeruzalem zijn gezag kon doen gelden. Koning Fulco V van Anjou, die Pons tot de orde wilde roepen, slaagde daar niet in. De vrede werd hersteld en Pons’ zoon Raymond trouwde met Hodierna, uit de koninklijke familie van Jeruzalem.

Evengoed had het graafschap in het conflict met Fulco soldaten, kapitaal en prestige verloren, en daar bleef het niet bij. In de jaren na 1132 vestigden de Assassijnen hun gezag in het westen van Syrië. Hun voornaamste vesting was Masyaf, dat ooit schatting had betaald aan de graven van Tripoli, en daarmee ophield. Weer een financiële aderlating. In 1137 trok Bazwaj, de militaire leider van Damascus, over de Libanon en sloeg het beleg op voor Tripoli. Hij kon de stad niet nemen, maar hij versloeg Pons, die de bergen invluchtte. Bergbewoners namen hem gevangen en leverden hem uit aan Bazwaj, die hem executeerde.

Lees verder “Raymond II van Tripoli”

De Oude Man van Masyaf

Ik blogde gisteravond over de Oude Man van de Berg en vertelde dat die Hassan-i Sabah heette, rond 1100 in Alamut in Noordwest-Iran zijn hoofdkwartier had en leiding gaf aan een islamitische sekte. In de twaalfde eeuw kreeg die een tweede basis in Masyaf in het westen van Syrië. Deze groep mensen wordt weleens nizarische ismaïli’s genoemd en ook wel Assassijnen. De leider hier heette Abu Mohammed.

Moord

In 1152 liet hij graaf Raymond II van Tripoli, de zoon van de Pons van Tripoli over wie ik al eens blogde, uit de weg ruimen. Bisschop Willem van Tyrus, de auteur van een belangrijke bron over de Kruisvaardersstaten, vertelt:

Lees verder “De Oude Man van Masyaf”

De Oude Man van de Berg

De Oude Man van de Berg

Ergens aan het begin van zijn reisverslag, nog vóór hij op weg gaat naar China, vertelt Marco Polo (1254-1324) over de Oude Man van de Berg. Dat is de leider van een sekte. Hij woont in een kasteel met een prachtige tuin, waar mooie meisjes en jongens leven en beekjes zijn waardoor hij wijn laat stromen. Jonge mannen die toetreden tot de sekte, krijgen weleens wat opium en worden dan uit hun roes wakker in de tuin. Ze denken dat ze in het Paradijs zijn. Later kan de Oude Man van de Berg de sekteleden op zelfmoordmissies sturen, die ze gretig vervullen omdat ze weten naar welk Paradijs ze zullen terugkeren als ze bij de aanslag om het leven komen. Uiteindelijk zou de Mongoolse leider Hulagu in 1256 het kasteel hebben ingenomen.

Dat is ongeveer alles wat Marco Polo, die het kasteel ergens in het noordoosten van het huidige Iran plaatst, weet te vertellen over de Oude Man van de Berg. Hij weet ook nog dat de sekte bekendstaat als die van de Assassijnen. Dat is voldoende om vast te stellen dat Marco Polo minimaal vier stukjes informatie in elkaar schuift. Eén daarvan betreft de locatie: in het noordoosten van Iran. Het tweede is het in 1256 veroverde kasteel Alamut, dat ligt in het noordwesten van Iran, ruim honderd kilometer ten oosten van Qazvin. Het derde is de Oude Man, wat niets anders is dan de weergave van het Arabische woord sjeik. En tot slot: de Assassijnen.

Lees verder “De Oude Man van de Berg”