Het oudste Jeruzalem

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik heb in drie voorafgaande blogjes de IJzertijd van de oude koninkrijken Israël en Juda beschreven, de Romeinse provincie Palaestina en het middeleeuwse gebied. De stad Jeruzalem heb ik al enkele keren genoemd. Vandaag drie korte stukjes over alleen het religieuze centrum van drie wereldgodsdiensten. Een stad met, zoals u al vermoedde, een eigen karakter dat nu eens religieus en dan weer toeristisch is. Ik zou er graag eens drie weken toeven en dan systematisch alles bekijken, want ik heb het gevoel dat ik de stad onvoldoende ken. Misschien handig om vooraf te weten: de Oude Stad, omgeven door de stadsmuur van Suleyman de Prachtlievende, bestaat uit vier delen:

  • de Moslimwijk in het noordoosten,
  • de Christelijke Wijk in het noordwesten,
  • de Armeense Wijk in het zuidwesten
  • de Joodse Wijk in het zuidoosten.

In het oosten is de Tempelberg, met de Klaagmuur en de twee islamitische heiligdommen, en in het westen is de Citadel, die ook wel Toren van David heet.

Lees verder “Het oudste Jeruzalem”

Joodse literatuur (2): Na de ballingschap

Dit kleitablet in het Pergamonmuseum (Berlijn) documenteert hoe de Judese koning Jojachin in Babylonië in ballingschap was.

Dit is het tweede deel van een chronologisch overzicht van de joodse literatuur, waarvan het eerste deel hier was. Een beredeneerd overzicht vindt u daar. In de nu beschreven periode, die begint in 587 v.Chr., vinden we de joodse schrijvers in Babylonië, waar een belangrijke redactie van de Wet van Mozes heeft plaatsgevonden. Die heb ik, wegens de enorme complexiteit, buiten deze tabel gehouden. In 539 onderwierp koning Cyrus van Perzië de Babyloniërs en keerden de joden terug uit hun Babylonische Ballingschap.

Deze terugkeer wordt meestal geplaatst in de jaren na 539, maar er is wel enige twijfel. Het nederzettingenpatroon in het land van Israël veranderde pas in het tweede kwart van de vijfde eeuw v.Chr. en de geslachtslijsten in Kronieken suggereren ook een latere terugkeer. (Als de joden meteen zijn teruggekeerd, zijn de generaties tussen 587 en 539 namelijk wel erg kort en die na 539 wel erg lang.) Deze kwestie is belangrijk, omdat een langer verblijf in het oosten meer gelegenheid laat voor de beïnvloeding die er evident is. Teksten als Kronieken documenteren een van oorsprong Perzisch dualisme. Satan maakt zijn opwachting.

Lees verder “Joodse literatuur (2): Na de ballingschap”

Joodse literatuur (3)

Jona en de grote vis (Sarcofaag, Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

[Dit is het derde van vijf stukjes over de bronnen van mijn komende boek Israël verdeeld; het eerste is hier.]

De Perzische tijd, van 539 tot 332 v.Chr., zag grote veranderingen binnen de Joodse godsdienst. Het exclusivisme van de Verbondstheologie, waarin één uitverkoren volk op één plaats één God diende, werd bijgesteld. Hoewel de tempelcultus inmiddels was hersteld, bevatten de tijdens de Perzische heerschappij geschreven slothoofdstukken van Jesaja opnieuw beschrijvingen van een nieuw Jeruzalem, waarin de tempel het gebedshuis van alle volken zou zijn. Opnieuw is er het idee van een vernieuwde wereld, waarin in feite de paradijstoestand zal worden hersteld.

Lees verder “Joodse literatuur (3)”

Makkabeeën en methode (1)

Alexander de Grote (Museo Barracco, Rome)

In 332 v.Chr. voegde Alexander de Grote Judea toe aan zijn groeiende rijk. Vergeleken met zijn eerdere en latere veroveringen was het geen belangrijke aanwinst, maar dat veranderde na zijn dood, toen zijn kolonel Ptolemaios een koninkrijk voor zichzelf begon in Egypte. Dat land kan alleen over zee en door de woestijn worden benaderd en was daarom betrekkelijk eenvoudig te verdedigen, maar Ptolemaios nam het zekere voor het onzekere en bezette ook de plaatsen waar aanvallers zich konden voorbereiden, zoals het “Holle Syrië”, ruwweg het huidige Israël en Libanon. Ineens was Judea van groot strategisch belang.

De verdediging van Egypte was nog actueel ook. Niet alleen was er een potentiële aanvaller, hij was ook machtig en bezat een motief. Seleukos, een andere kolonel uit het leger van Alexander, gold als diens rechtmatige opvolger in Azië. Omdat Ptolemaios Seleukos ooit had geholpen, achtte deze het oneervol een oorlog te ontketenen, maar de afstammelingen van de twee mannen trokken in de derde eeuw niet minder dan vijf keer ten strijde. Uiteindelijk wist Antiochos III de Grote, een betachterkleinzoon van Seleukos, het Holle Syrië te veroveren.

Lees verder “Makkabeeën en methode (1)”