
Het is menselijkerwijs onmogelijk een tekst van enige lengte te kopiëren zonder een fout te maken. Dat geldt voor u en mij, en dat gold ook voor de professionele schrijvers uit de Middeleeuwen. Hun schrijffouten zijn onderzocht en filologen herkennen veel voorkomende soorten vergissing. Dat is handig. Als je namelijk een raar woord vindt in een manuscript dat je kunt herleiden tot een bekend type schrijffout, heb je enige zekerheid als je dat corrigeert. Of, zoals het in jargon heet, als je een conjectuur voorstelt. En als je daarentegen een raar woord ziet dat zich niet laat herleiden, moet je er rekening mee houden dat het echt een zeldzaam of misschien wel uniek woord is.
Ik bedacht vorige week dat ik daar nog nooit systematisch over had geblogd, hoewel ik op deze blog soms attendeer op schrijffouten. Dus vandaag maak ik die omissie goed. Eerst maar eens de haplografie. Dat is het weglaten van informatie tussen twee dezelfde letters, bijvoorbeeld “banen” in plaats van “bananen”. Soms kan het ook gaan om een paar woorden, bijvoorbeeld als twee zinnen eindigen met hetzelfde woord.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.