De Tweede Punische Oorlog (11): Spanje

Iberische soldaten, zoals ze met Scipio meevochten, op een een stuk aardewerk uit Catalonië (Museu d’Arqueologia de Catalunya, Barcelona)

[Dit is de elfde aflevering van een feuilleton over de Tweede Punische Oorlog (218-201 v.Chr.). Het eerste is hier. In het laatste stukje van gisteren verkeerde de strijd in een impasse en diende de jonge Romeinse generaal Scipio zich aan.]

De Romeinen hadden sinds de dood van Scipio’s vader in Spanje terrein moeten prijsgegeven, maar beheersten nog altijd het gebied benoorden de Ebro. Bovendien waren ze goed getraind. Elders op het Iberische schiereiland waren drie Karthaagse legers actief en de jonge generaal begreep dat hij niet moest wachten tot die zich tegen hem verenigden.

Het geluk lachte hem toe. De Karthaagse strijdkrachten bevonden zich ver van hun hoofdstad, Nieuw Karthago (het huidige Cartagena), en de jonge generaal liet zijn soldaten daar in zeven dagen naartoe marcheren: zeven dagmarsen van vijfenzestig kilometer. Er bestaan parallellen, maar ze zijn zeldzaam en de legionairs zouden het wellicht niet hebben gedaan als Scipio hun niet had verteld dat droomgezichten hem succes hadden voorspeld en dat hij mocht rekenen op de zeegod Neptunus. In zeven dagen presteerden de mannen het bijna onmogelijke. De Karthaagse commandant Mago was totaal verrast.

Lees verder “De Tweede Punische Oorlog (11): Spanje”

De Tweede Punische Oorlog (10)

De stadsmuren van Syracuse

[Dit is het tiende stukje in een reeks over de Tweede Punische Oorlog (218-201 v.Chr.). Het eerste is hier. In het negende deel behandelde ik de diplomatieke situatie na de Karthaagse overwinning bij Cannae.]

De Romeinen heroverden Syracuse in 212, hoewel de beroemde ingenieur Archimedes de Syracusanen bijstond met de grootste blijden die ooit waren gemaakt. (De beroemde anekdote dat hij met behulp van brandspiegels Romeinse schepen in brand wist te steken, is een sprookje.) Een jaar later viel ook Hannibals belangrijkste stad in Italië, Capua, hoewel Hannibal nog probeerde de aandacht af te leiden met een opmars richting Rome. Omdat die stad, zoals we al zagen, niet in te nemen viel, hoefden de Romeinen niet in paniek te raken en ze wachtten geduldig de capitulatie van Capua af.

Alleen in Spanje verliep de oorlog in Karthaags voordeel doordat de inheemse stammen zich afwendden van Rome en partij kozen voor hun oude meesters. Daardoor konden de Karthagers de legioenen terugdringen naar Catalonië. Al met al was de oorlog enigszins in balans gekomen en was alles nog mogelijk.

Lees verder “De Tweede Punische Oorlog (10)”

Romeinse droom

De
De “lichtblauwe stip”

Waar droomden Romeinse politici van? Van roem! Dat heeft alles te maken met hét grote verschil tussen toen en nu: er was destijds nauwelijks economische groei. Wij worden als samenleving elk jaar een tikje rijker en kunnen zelfs tot achter de komma uitrekenen hoeveel procent welvarender we zijn, maar in de Oudheid had men zelfs geen idee dat er economische groei bestond. De welvaart op aarde was als een grote taart, dachten ze, en als iemand daar een grotere punt afsneed, hadden de anderen minder. Dat de taart, zoals wij het zien, ook als geheel groter kon worden konden ze niet bedenken.

Het gevolg was dat de Romeinen – maar eigenlijk iedereen vóór de zeventiende eeuw – dachten dat alles wat de één teveel had, ten koste ging van de ander. Had de een teveel te eten, dan had de ander te weinig. Was de een vrij, dan was de ander onvrij (en daarom had men geen problemen met slavernij). En als de ene familie heel beroemd was, ging dat ten koste van het aanzien van de andere. De concurrentie tussen de politici was daarom scherper dan wij ons kunnen voorstellen: het ging niet om het beleid, het ging niet om het prestige van een minister, het ging om de eer van je eigen familie. Een politicus moest “scoren” – niet om zijn eigen loopbaan maar omdat hij het ging om de familie-eer.

Lees verder “Romeinse droom”

Imperator

De imperator-inscriptie uit het Louvre
De imperator-inscriptie uit het Louvre

Voor de bovenstaande bronzen plaat, gevonden in Cádiz in Andalusië, ben ik eens speciaal naar het Louvre gegaan. Vooruit, ik was al in Parijs en zou er vroeg of laat toch wel zijn beland, maar toch. De inscriptie is interessanter dan ze op het eerste gezicht lijkt; als u de Latijnse tekst precies wil lezen, kan het hier.

De strekking is dat de Romeinse veldheer Lucius Aemilius Paullus, die later de Macedoniërs zou onderwerpen, de burgers van een dorp ontsloeg van de diensten die ze moesten verrichten als slaven voor hun burgers in Hasta, het huidige Mesas de Asta. Een en ander gebeurde ergens tussen 191 en 189 v.Chr.

Lees verder “Imperator”