Riviergod

De rivier Gichon (Qasr Libya)

Een van de aardige aspecten van de laatantieke kunst is de fusie van oude joodse en christelijke ideeën en klassieke vormen, zoals in het mozaïek hierboven, dat ooit was te zien in het museum van Qasr Libya in het noordoosten van Libië, waar de vondsten lagen uit twee van de kerken van de Byzantijnse stad Theodorias. Hoe de situatie nu is, weet ik niet, maar ik heb niet gehoord van oplaaiend geweld in die regio. Wel over religieus fanatisme, dus het muntje kan beide kanten op zijn gevallen.

Hoe dat ook zij, de kerkmozaïeken tonen het paradijs, met allerlei vogels en vissen, wilde en tamme dieren. Er zijn ook afbeeldingen van schepen die een haven binnenvaren, zoals mensen naar de kerk werden geacht te komen voor hun redding. Er zit ergens een pandoura spelende Orfeus (ofwel Christus, die eveneens afdaalde in de Onderwereld) en middenin is een mooie pauw, wiens staart de wederopstanding symboliseert. Orfeus is, zoals u weet, een klassiek motief; de pauw treffen we in de grafkunst – als ik het wel heb – voor het eerst aan op het mausoleum van keizer Hadrianus in Rome.

Je kunt twee kanten op met dit soort heidens-christelijke cross-overs. Sommige kunsthistorici zeggen: de heidense motieven zijn door de makers niet meer herkend als heidens en waren gewoon een bruikbaar motief. Denk hier ook aan de Babylonische horoscopen met Griekse zonnegod in de synagogen van Galilea. Het andere standpunt is dat je in die dagen heidens én christelijk tegelijk kon zijn. Wie zegt immers dat je slechts één religie tegelijk kunt hebben? Ik denk niet dat deze twee visies elkaar uitsluiten. Het zal allebei wel waar zijn, per stad en per kerkbezoeker verschillend.

Maar goed, het gaat me vandaag om het mozaïek hierboven, dat rond 540 is vervaardigd in een periode waarin de Byzantijnen hun macht over dit gebied, de Cyrenaica, aan het herstellen waren in een project dat Ananeosis heette, “vernieuwing”. De rivier hierboven heet de Gichon en wordt afgebeeld zoals alle rivieren in de Oudheid: een half-liggende, half zittende en half naakte bebaarde man, met een kruik waaruit water vloeit. Een hoorn des overvloeds is zijn logische attribuut, want water is vruchtbaarheid is een goede oogst is welvaart. Soms zijn er extra attributen, zoals een kroon van waterplanten (zoals hier) of een dier dat aangeeft om welke rivier het gaat: een tijger voor de Tigris, een wolf voor de Tiber, een  nijlpaard voor de Nijl.

Wat de rivier Gichon op dit mozaïek in de hand heeft, weet ik niet. In het mozaïek zitten nog drie andere rivieren: de Tigris heeft een glas en een plant vast, de Eufraat draagt een bloem en een hoorn des overvloeds, de Pison is voorzien van een drinkschaal en een tak. Ik kan hieruit niet afleiden wat de Gichon vast heeft. [[Toevoeging: een sistrum, een muziekinstrument. Zie hieronder.]]

De Eufraat en de Tigris kent u. De Gichon en de Pison zijn wat minder bekend. Ze komen uit het tweede Scheppingsverhaal en in de Willibrordvertaling staat het er als volgt:

Uit Eden stroomt de rivier die water geeft aan de tuin; hij splitst zich in vier armen. De naam van de eerste is Pison, hij stroomt om geheel Chawila heen, waar goud is; het goud van dat land is voortreffelijk; en ook balsemhars en edelstenen worden er gevonden. De tweede heet Gichon, hij stroomt om geheel Kus heen. De derde heet Tigris; hij loopt ten oosten van Assur. De vierde is de Eufraat.

De verwijzing naar Kus ofwel Nubië maakt het eenvoudig de Gichon te identificeren met de Nijl, terwijl de Pison onbekend is. Het is een zogenaamde hapax, een woord dat in de antieke letteren slechts één keer voorkomt en zich niet verklaren. Chawila is al even onbekend en de vermelde producten helpen ons niet veel verder. In de Oudheid nam men echter veelal aan dat het ging om de Donau, omdat de vier Paradijsrivieren dan stonden voor de hele wereld: de Donau voor Europa, de Gichon voor Afrika en de Eufraat en Tigris voor Azië.

Die universaliteit werd vertaald in afbeeldingen van riviergoden met verschillende leeftijden, terwijl de plantenkronen dan waren samengesteld uit de gewassen van de vier jaargetijden. De attributen konden de vier elementen weergeven: aarde, water, lucht en vuur. Die konden dan weer corresponderen met de vier diersoorten: landdieren, vissen, vogels en de vuursalamander. De vier rivieren waren zo symbolen van de alomvattendheid van het heil en hoewel ons mozaïek er misschien wat klungelig uitziet, behoort het tot een rijke artistieke traditie.

De aanleiding van dit stukje was overigens dit leuke blogstukje over de Neptunusvijver in Katwijk. De auteur wijst er volkomen terecht op dat de halfnaakte, bebaarde man niet Neptunus is maar een riviergod en dat dit, Katwijk zijnde Katwijk, niemand anders zal zijn dan de Rijn.

[Binnenkort meer Katwijk. Dit was de 307e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

11 gedachtes over “Riviergod

  1. Otto Jongmans

    Op de afbeelding van het mozaïek zie ik “Chioon” staan, terwijl ik uit de tekst begrijp dat het de Chigon is. Waar is die gamma gebleven? Of zie ik het niet goed?

    1. In het Hebreeuws staat er Gîḥwōn. Het Grieks kende geen /w/ en maakte er dus Geon van. Als je uit het Hebreeuws vertaalt, keert de tussenklank terug, al weet ik niet waarom het dan Gihon of Gichon is en niet Gihwon.

      1. Roger van Bever

        Is dat wel zo, Jona? De /w/ klank, waarschijnlijk voorgesteld door de digamma ϝ, zou rond of al voor de tijd van Homerus verdwenen zijn uit de verschillende Oud-Griekse dialecten.
        Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Digamma

        Een beetje te vergelijken met de Franse ‘h’ aspiré. Er is een (redelijk klein) aantal Franse woorden, zoals je weet, die beginnen met een h, waarbij een ‘liaison’ tussen het lidwoord en het eropvolgende woord met het lidwoord niet gemaakt mag worden’. Je mag bvb. niet zeggen L’Hollande, maar ‘la Hollande’. En je mag dus bij dit soort woorden ook geen ‘élision’ van het lidwoord maken. Dit is een veel gemaakte fout!

        Overigens wordt de h aan het begin van een woord nooit uitgesproken, of ze nou ‘aspiré’ is of niet. Het heeft alleen belang voor het wel of niet mogen maken van een ‘élision’ van het lidwoord en een ‘liaison’ met het volgende woord dat begint met een h. Niet iedereen kent die al die woorden, ze worden dus ook meestal in woordenboeken aangegeven.

  2. FrankB

    “de vier Paradijsrivieren dan stonden voor de hele wereld”
    Dergelijke naieve gedachten hebben iets schattigs. Het is eigenlijk jammer dat de Tigris en de Eufraat de verkeerde kant op stromen.

  3. Jos Houtsma

    Onder de trap van het Palazzo Senatorio, op de Piazza del Campo folio in Rome zie je twee riviergoden, Tiber en Nijl. De Nijl heeft in de ene hand een hoorn van overvloed, in de andere iets waar hij aandachtig naar kijkt. Een spiegel?

      1. Klaas

        De Britten zijn toch een poosje de baas geweest in Aden? Ik neem aan dat er toen ook wel eens een christelijk lied uit een luidspreker is gekropen…:-)

Reacties zijn gesloten.