Qasr el-Azraq

Qasr El-Azraq

Azraq is een oase in de woestijn van het huidige Jordanië, een kilometer of tachtig ten oosten van de hoofdstad Amman. Het water trok mensen aan: de oase is sinds het Neolithicum permanent bewoond gebleven.

De oase voedt een wadi, de Wadi Sirhan, die voor Arabische stammen de snelste weg was om de Romeinse provincie Arabia Nabataea aan te vallen. Om daaraan een einde te maken, gaf keizer Septimius Severus rond 200 v.Chr. opdracht drie forten te bouwen, zo’n vijftien kilometer van elkaar af. Van het noordoosten naar het zuidwesten waren dat Qasr el-Useikhin, Qasr el-Azraq en Qasr el-Uweinid. Door in de woestijn de oases te bezetten, ontzegden de Romeinen hun tegenstanders de toegang tot het water, zodat het onmogelijk werd de steden in het eigenlijke Romeinse Rijk te bereiken. Er is een loepzuivere parallel met de Limes Tripolitanus in het noordwesten van het huidige Libië en het zuiden van Tunesië, die op precies hetzelfde moment is geschapen.

Lees verder “Qasr el-Azraq”

De slag bij Farsalos (7)

De maan

[Zevende deel van het verslag over de slag bij Farsalos. Het eerste was hier.]

De door Caesar behaalde overwinning bij Farsalos was totaal en zijn manschappen wilden al beginnen met de plundering van Pompeius’ kamp. Een deel van het vijandelijke leger had zich echter in veiligheid gebracht op wat nabijgelegen heuvels. Omdat onduidelijk was hoe groot dit leger was, en dus niet viel uit te maken of Caesars mannen het terrein werkelijk meester waren, verlegde Caesar zijn aandacht naar de Pompeianen in de heuvels.

Caesar schrijft het volgende – net als in de eerdere stukken geeft ik het weer in de vertaling van Hetty van Rooijen.

Lees verder “De slag bij Farsalos (7)”

De zeeslag bij Aktion (1)

Victoria met een trofee op een monument na de zeeslag bij Aktion (Pojani, Albanië )

Julius Caesar was vermoord, zijn erfgenamen Octavianus en Marcus Antonius hadden in Macedonië de moordenaars verslagen en verdeelden nu de wereld. Eerstgenoemde keerde naar Italië terug met onder meer het Vierde Legioen, dat in de voorafgaande oorlog de bijnaam Macedonica had gekregen, en het Zevende en Achtste. Antonius behield het Derde Gallica, V Alaudae, VI Ferrata, het Tiende en het Twaalfde, dat zich was gaan tooien met de bijnaam Fulminata, “bliksem”. De legioenen, ooit tijdelijke eenheden, begonnen nu een permanent karakter te krijgen. Het Romeinse Rijk was een beroepsleger aan het ontwikkelen.

Legioenenopbouw

Antonius trok met zijn legioenen naar het oosten, waar hij de provincies reorganiseerde en capabele heersers aanstelde in bevriende koninkrijken. De bekendste daarvan is de Joodse vorst Herodes, die zijn beschermheer eerde door in Jeruzalem een kasteel Antonia te noemen. Ook ontketende Marcus Antonius een oorlog tegen het Parthische Rijk, Romes oosterbuur. Ondanks aanvankelijke tegenslagen eindigden deze campagnes met de annexatie van Armenië. Gaandeweg bouwde Antonius een leger op dat uiteindelijk drieëntwintig legioenen telde.

Lees verder “De zeeslag bij Aktion (1)”

Naar Roemenië

adamclisi_monument_01_ab
Adamclisi

In 97/98 bezocht de pas keizer geworden Trajanus de Lage Landen. We weten dat hij bevel gaf de limes-weg te vernieuwen: dit is dendrochronologisch vastgesteld. Wellicht heeft hij de Rijn tot aan de monding afgereisd: geen enkele antieke heerser kon de verleiding weerstaan de Oceanus te bekijken, de zee die Europa, Afrika en Azië aan de buitenzijde omringde en die zo anders was dan de Middellandse Zee.

Drieënhalf jaar later stond dezelfde keizer helemaal aan het andere uiteinde van de Rijn-Donau-limes. In 101 was hij Dacië binnengevallen, het huidige Roemenië, waar allerlei metaalmijnen een aantrekkelijke buit leken te vormen. Na een reeks plundertochten, die de plaatselijke koning Decebalus niet konden verleiden tot een open veldslag, trok Trajanus zijn leger terug naar de Donau. Dat bood Decebalus een gelegenheid bondgenoten te zoeken. Met de ruiters van de Roxolani en Bastarnae staken de Daciërs onverwacht de Donau over.

Lees verder “Naar Roemenië”