Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

De Istharpoort uit Babylon (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het mag met de zorg voor het goede, schone en ware in het land van denkers en dichters beter zijn gesteld dan in de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde, ook in Duitsland slaat men de plank weleens mis. Het Pergamonmuseum in Berlijn, zeg maar het archeologisch museum met de vondsten uit het voormalige Ottomaanse Rijk, gaat later dit jaar dicht. Dat doet pijn.

Verbouwing

De opgegeven reden is dat het gebouw grondig moet worden verbouwd. Dat zal best waar zijn. Ik was er vandaag en het viel me op hoe slecht het was geventileerd. Men beweert dat het museum in 2037 weer heropent. Ook dat zal best waar zijn, althans in de zin dat zulks wel ergens op papier zal staan. Verder schermt men ermee dat het Pergamon-altaar al eerder weer te zien zal zijn. Dat zal ook wel waar zijn, maar het is zoiets als zeggen dat het Planetarium van Eise Eisinga tot 2037 dicht is maar dat het zaaltje met de sterrenkundige instrumenten snel weer open is.

Knots met de naam van Gilgameš

Ik heb de indruk dat er iets meer aan de hand is dan alleen een noodzakelijke verbouwing. Als een museum voor langere tijd wordt verbouwd, zorgt het immers voor een expositie op een tijdelijke locatie in de buurt. Een selectie uit de collectie van het Römisch-Germanisches Museum is, zolang de renovatie duurt, in Keulen te zien in het Belgisches Haus; in Berlijn is het Bauhaus Archiv momenteel ondergebracht aan de Hardenbergstrasse. Dit is alleen maar logisch, want je wil als museum voetafdruk behouden. Het persbericht van het Pergamonmuseum munt echter uit in mooie voornemens zonder concrete data: we lezen over het verplaatsen van enkele beelden en belangrijke voorwerpen naar een nabijgelegen zaal, we lezen over samenwerking met andere musea, we lezen over een virtuele expositie.

Demoralisatie

Het klinkt alsof het nog slechts plannen zijn, want als er concrete data genoemd konden worden, zou het museum dat wel hebben gedaan. Het museum lijkt het behoud van voetafdruk niet als prioriteit te hebben. Alsof de problemen een gedemoraliseerde directie boven het hoofd zijn gegroeid.

Ik proefde die (veronderstelde) demoralisering ook toen ik vandaag de museumwinkel bezocht. Het recentste overzicht van de collectie was een onaantrekkelijk boek van een jaar of twintig oud. In het museum waren wat dingen gedaan om de collectie op te leuken, maar ik word niet blij als het beeld van de stormgod Hadad uit Zincirli in donkerrood licht staat, met blauw oplichtende ogen. Je bent een museum hoor, geen goedkope horrorfilm.

De  Hadad van Zincirli in een goedkope horrorfilm

Gebrek aan inspiratie, moedeloosheid? Ik beken dat als het collegamuseum in Bagdad zou zijn geplunderd, als het negentiende-eeuwse sjabloon van het mystieke oosten tegenover het humanistische westen nieuw leven werd ingeblazen (en jouw collectie dus bij implicatie geen “eigen” Europees erfgoed meer is), als ISIS de boel kort en klein slaat, als je museum nog altijd oorlogsschade heeft en als wetenschappers illegaal verworven oudheden uitgeven … ik beken dat ik dan vermoedelijk ook gedemoraliseerd zou zijn.

Afscheid

Op 22 oktober is het museum voor het laatst open. Wie de vondsten uit Babylon, Aššur of Uruk wil zien, of wie geïnteresseerd is in islamitische kunst, is lelijk de sigaar. 2037 is vermoedelijk synoniem voor nooit. Over veertien jaar zal het toerisme totaal anders van karakter zijn. Over veertien jaar zal anders worden gedacht over de restitutie van erfgoed. En over veertien jaar zal niemand zich de schatten van het museum nog herinneren, want het behoud van voetafdruk heeft geen prioriteit.

Hellenistisch kleitablet met de dierenriem: Spica, Leeuw en Waterslang

En dus ben ik vandaag, ietwat melancholiek, afscheid gaan nemen. Eigenlijk was het vakantieplan deze zomer van Heerlen naar Bonn (Bodi!) te fietsen en dan langs de Rijn terug, maar de sluiting van het Pergamonmuseum dwong tot nieuwe plannen. Behalve de zaal met het Pergamonaltaar bleek ook de kelder met de graven uit Aššur gesloten, maar alle andere hoogtepunten waren er nog.

Om te beginnen de Processieweg en de Ištarpoort uit Babylon: als het Pergamonaltaar het Joodse Bruidje is, dan zijn dit de Nachtwacht en de Staalmeesters van het Pergamonmuseum. Alle vondsten uit Uruk, de oudste stad ter wereld. Even verderop de vondsten uit de Assyrische hoofdsteden Aššur, Nimrud en Nineveh. Een kleitablet met de tekst van het Epos van Gilgameš, een kleitablet met de correspondentie tussen de koning van Jeruzalem en farao Echnaton, een kleitablet met de Wetten van Hammurabi. Schitterend aardwerk uit Syrië. Beelden van goden en koningen, werktuigen van ambachtslieden, een tempeltje uit Aššur en een woonhuis uit Uruk. Het was er allemaal.

Urartees medaillon met een godin en een vrouwelijke vereerder

Melancholie

En ik zag het allemaal voor het laatst. Dat maakt wat melancholiek. Ik ben nu achtenvijftig en tot nu toe ging ik altijd op reis om andere steden en landen te ontdekken. Om nieuwe mensen te leren kennen. Om dingen voor het eerst te doen. De primeur van vandaag was, ietwat paradoxaal, dat ik voor het eerst op reis ging om iets voor het laatst te zien. Dat zal in het resterende kwart van mijn leven wel vaker gebeuren. Het is niet iets om bovenmatig verdrietig om te zijn, maar het trof me.

Ik hoop voor u en mij dat ik me vergis. Dat de aangekondigde samenwerking met andere musea wel iets oplevert, dat mensen komen naar de nabijgelegen zaal. En stiekem hoop ik dat het Drents Museum in Assen, dat wel vaker prachtige exposities organiseert door samen te werken met steeds één museum (Boston, Teheran, Yerevan…) een expositie zal wijden aan Uruk, zodat we tenminste ergens de voorwerpen kunnen zien uit de oudste stad ter wereld.

Deel dit:

11 gedachtes over “Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

  1. Ben Spaans

    Heb je er nog met een staflid of zo over gesproken? Nooit bij je zelf opgevallen dat je regelmatig gitzwarte voorspellingen over van alles doet (‘mijn Liviussite gaat onmogelijk worden door nieuwe regels’)?. Zoek anders zelf contact met het Drents Museum of het RMO, misschien breng je nog mensen op ideeën.
    De archeologische wereld zal toch niet gaan vergeten wat er in het Pergamon staat?

    Ik ben er in september 2019 geweest, met mijn vader. We hebben de foto’s nog…digitaal…

  2. Huibert Schijf

    Ik deel die melancholie volledig. De eerste keer dat ik Het Pergamonmuseum bezocht was een jaar na de val van de muur. In het gebouw heerste nog, hoe zal ik het zeggen, een stevige DDR sfeer. Links van de ingang had een ondernemer een Imbiss geopend waar worst en Kartoffelnsalat te koop was. Ik was daar dik tevreden mee. Zo bleef het het enkele jaren totdat er een duurder restaurant kwam waar ik eigenlijk niets te zoeken had. Daarna ben ik nog vele malen in het museum geweest. Het zit goed in mijn hoofd. Ik ben nu 77 en die volledige heropening maak ik niet meer. Nog een andere melancholie. Waar nu tijdelijk het Bauhausmuseum is gevestigd zat vroeger de grootste en beste boekenzaak van Berlijn van Kiepert. Das war einmal.

  3. FrankB

    “de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde”
    Je bent me bijna een toetsenbord schuldig, want het kostte me grote moeite om mijn thee binnen te houden toen ik dit las.

      1. Frans Buijs

        Ja, ik had ‘m herkend, maar ik vroeg me wel af of er tussen Oostfriesland en de Oder niet ook een roofstaat ligt. Of tussen de Noordpool en de Zuidpool als we toch bezig zijn.

  4. Dirk Zwysen

    Ik heb het nog niet bezocht, dus laat ons ervan uitgaan dat deze collectie te belangrijk is om stof te vergaren in een depot en dat de toekomst rooskleuriger oogt dan je vreest. Optimism is a moral duty, mompel ik clichématig, naïef of misschien toch aarzelend.

  5. Arjen Dijkgraaf

    Punt is wel dat een tijdelijke tentoonstelling alleen de kleinere museumstukken kan laten zien. Daar zou je de beoefenaars en liefhebbers van oudheidkunde een enorm plezier mee doen, maar vermoedelijk niet de toeristen die het grote geld moeten binnenbrengen. Die komen immers vooral voor die Istharpoort, het Pergamonaltaar (ooit) en nog een paar enorme objecten die er ooit zijn opgebouwd en die je haast met geen mogelijkheid het huidige gebouw meer uit kunt krijgen. Begrijpelijk, want die stukken (en vooral ook de manier waarop ze ooit zijn gereconstrueerd door Teutoonse mafkezen uit een ver verleden) maken óók indruk op mensen zoals ik die er eigenlijk de ballen verstand van hebben.

    De suggestie om een deel van de collectie uit te lenen aan Assen, waar ze er ongetwijfeld iets veel leukers van weten te maken dan de aftandse presentatie (al dan niet met lichteffecten) in Berlijn, klinkt me intussen als muziek in de oren.

    Overigens ben ik als treinenliefhebber heel wat beter gewend aan afscheid nemen. Soms van van verouderd materieel, heel soms van complete spoorlijnen. Mocht je nog in Berlijn zijn, kan ik je een tramritje aanbevelen van Rahnsdorf (aan de S-Bahn richting Erkner) naar Woltersdorf… daar rijden nu nog authentieke DDR-trammetjes van eind jaren 50, maar ze hebben nieuwe besteld…

    1. Frans Buijs

      Het zou leuk zijn als je dan uit het raam de Trabbis zou kunnen zien rijden, maar ik denk dat er grenzen zijn aan de Ostalgie. Potztausend, als je alle oudheidmusea en alle DDR overblijfselen zou willen zien kun je beter een tijdje in Berlijn gaan wonen, maar dat zit er voor mij voorlopig niet in. Een stedentripje kan wel.

      1. Arjen Dijkgraaf

        Ze hebben zelfs al een Trabi-museum, nu die dingen in het wild vrijwel zijn uitgestorven.
        Die trams zijn overigens niet zozeer Ostalgie als wel OV-nostalgie. Dat ze uit DDR-productie komen is een detail.

Reacties zijn gesloten.