Gouden Vrouwen in Rhenen

Mijn laatste blogje in de Week van de Klassieken kan natuurlijk alleen maar gaan over de Late Oudheid. In het Engelse taalgebied is die periode (van pakweg Constantijn tot Karel) ook wel aangeduid geweest als “Dark Ages”, wat niet wilde zeggen dat het een deprimerende tijd was, maar dat onderzoekers beschikten over weinig geschreven bronnen. Lange tijd vormden die immers onze voornaamste bron van informatie.

Zo’n zwart gat trekt onderzoek aan. Dankzij formalistische analyses begrijpen we de weinige teksten beter, maar het is natuurlijk vooral de archeologie die ons verder helpt. Onderzoekers als Chris Wickham hebben de contouren geschetst van een tijdperk, “Late Antiquity”, dat door de bronnenschaarste weliswaar behoort tot de Oudheid, maar een heel eigen karakter heeft. Recente exposities waren “Gouden Middeleeuwen” in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden en “Crossroads” in het Amsterdamse Allard Piersonmuseum. Ze benadrukten de internationale contacten en de rijkdom van de elite. Voor de gewone man kunt u terecht bij Erve Eme in Zutphen.

De Donderberg

Een voorbeeld van onze gegroeide kennis is de wereld van Cunera van Rhenen, wier heiligenleven is geschreven in 1488. Ze zou na 337 te Rhenen hebben geleefd als bediende van een heerser voor wie de hagiograaf de standaardnaam Radboud weer eens van zolder haalde. Zoiets geeft te denken over de betrouwbaarheid. Cunera kreeg volgens de legende een zo belangrijke rol in het beheer van de goederen, dat ze de woede van de koningin opwekte, die haar uit de weg ruimde. Omdat de legende ruim een millennium na de beschreven gebeurtenissen is opgetekend, was de historische kern moeilijk te identificeren. Een extra probleem was dat we niet weten in welke jaartelling dat jaar 337 uitgedrukt is geweest; het hoeft niet per se een datum “na Chr.” te zijn. In elk geval: als er een Cunera is geweest, leefde ze in de vierde of vijfde eeuw.

In 1951 groeven archeologen echter op de Donderberg (even ten westen van Rhenen) een enorm grafveld op, waar zo’n 800 mensen lagen begraven. Er waren ook zo’n 300 crematiegraven. Alles te dateren tussen 400 en 800, waarbij de jongere graven voorzien waren van minder grafgiften – doorgaans een aanwijzing voor kerstening. Rhenen was dus inderdaad, zoals de legende wilde, een belangrijke nederzetting, die uiteindelijk overvleugeld is door het even stroomafwaarts gelegen Dorestad.

De in 2017 ontdekte schat van Lienden, drie kilometer van de Donderberg, toont dat de noordelijke rand van het zich vormende Frankische Rijk in elk geval in 461 via de Gallische potentaat Aegidius en een Frankische leider als Childerik nog altijd contact had met Rome. Het hof van archeologisch gedocumenteerde Frankische heren van Lienden of Rhenen is de wereld waarin een geletterde christelijke vrouw uitstekend carrière als beheerder van de goederen gemaakt kan hebben.

Gouden Vrouwen

Wetenschappelijk bezien zijn de vondsten van de Donderberg van internationaal belang. Ze liggen in het Rijksmuseum van Oudheden, maar het zijn er zó veel dat het merendeel in het depot ligt. Dat er in het Stadsmuseum Rhenen nu een expositie over de Donderberg is, Gouden Vrouwen, is dan ook een daad van elementaire gerechtigheid. Niet alleen omdat deze belangrijke vondsten nu tenminste te zien zijn, maar ook omdat de balans tussen het wetenschappelijk belang (alles op één plek) en publiek belang (lokaal exposeren) hier wordt recht getrokken. Er is immers geen reden waarom wetenschappelijk onderzoek voorrang moet hebben op de liefde van mensen om wier verleden het gaat of op de geschiedenisliefde die kinderen het beste lokaal ontwikkelen.

De Rhenense expositie is heel geslaagd. Omdat er zoveel is gevonden, was selectie noodzakelijk en de organisatoren kozen ervoor te focussen op het rijke graf van een dame die rond het midden van de zesde eeuw na Chr. zal zijn overleden. Ze staat hierboven afgebeeld. Er waren schitterende sieraden en een heel bijzondere glazen “slurfbeker” met holle buisjes, die een prachtig effect moeten hebben gehad als de beker met bessensap of rode wijn werd gevuld. Een broche bevatte almandijn uit Pakistan en India. Als er een koningin is geweest die verantwoordelijk was voor de dood van Cunera, zal ze een vergelijkbaar graf hebben gehad.

Slurfbeker

Dat men bij de selectie keek naar Cunera, blijkt ook wel uit de sleutels, waarvan de samenstellers vertelden dat die voor al in vrouwengraven zijn aangetroffen. De ogenschijnlijk oninteressante voorwerpen documenteren de rol die vrouwen hadden in het beheer van allerlei goederen – dus wie weet ook de bezittingen van een lokale heerser als Radboud.

De samenstellers van de expositie benadrukken de aanzienlijke invloed die vrouwen in deze periode hebben. Ze noemen Clothilde die (volgens Gregorius van Tours) haar Clovis overhaalde zich te laten dopen. Nu mogen we Gregorius vanzelfsprekend niet geloven, maar het feit dat hij het Esther-motief kon hanteren, bewijst dat het zijn tijdgenoten niet verbaasde. Chrodoara en Plectrudis zijn reële voorbeelden. Of, in de Romeinse wereld waarmee Rhenen was verbonden, machtige vrouwen als Galla Placidia en Theodora.

Gouden halssnoer uit Achterberg

Rhenen en Rome

Wat me werkelijk verbaasde was een gouden halsring, gevonden bij Achterberg, even ten oosten van Rhenen. Die was aan het einde van de vierde eeuw na Chr. vervaardigd van omgesmolten Romeinse goudstukken. Het had een Latijnse inscriptie, wat andermaal documenteert hoezeer het Frankische Rijk is gevormd in een Romeinse context. Ik had totaal niet verwacht dat precies zulke gouden halsringen zijn afgebeeld op het beroemde mozaïek van keizer Justinianus in de San Vitale in Ravenna. Onderstaande hovelingen waren óf Frankische gezanten óf Byzantijnse soldaten die zich presenteerden van een noordelijke grens die ze nooit zullen hebben gezien.

Gouden halssnoeren op het mozaïek van de San Vitale en Ravenna

Wat me eigenlijk brengt bij wat vragen. De expositie en het boeiende filmpje dat u vooraf kunt zien, vertellen allebei dat de Franken vanuit het Duitse Rijnland naar Rhenen migreerden. Ik wil geloven dat het waar is; met isotopenonderzoek zou zoiets wel vast te stellen zijn. Het past ook goed bij het steeds duidelijker beeld van de mobiele bevolking in de Prehistorie en Romeinse tijd. Maar van de andere kant: hoe weet je dat ze vanuit het Duitse Rijnland kwamen? Waarom niet Drenthe? Waarom zou het niet gaan om Germanen uit de Gelderse Vallei of het gebied van de Kromme Rijn?

Envoi

Uiteraard is Cunera voor de Rhenenaren een aansprekend aspect en natuurlijk hebben de samenstellers er terecht voor gekozen de nadruk te leggen op de Frankische vrouwen. Maar de archeologische vondsten zijn zo talrijk dat deze expositie schreeuwt om een vervolg, gewijd aan de Frankische etnogenese in de context van de Laat-Romeinse grenspolitiek.

Kortom, u moet gaan kijken. Het filmpje dat het museum in een benedenzaal biedt een goede inleiding en het is de eerste tentoonstelling die ik bezocht waar de organisatoren eraan hebben gedacht vergrootglazen aan te bieden. Een goed idee!

***

De expositie Gouden Vrouwen. De Frankische schatten thuisgebracht is nog tot en met 7 december te zien in het Stadsmuseum Rhenen. Mensen met Frank in de achternaam en bezitters van een Museumjaarkaart mogen gratis binnen, anderen betalen €9,50. Treinreizigers doen er goed aan even te controleren of de trein vanaf Driebergen-Zeist wel rijdt, want er zijn werkzaamheden.

Deel dit:

3 gedachtes over “Gouden Vrouwen in Rhenen

  1. Rob Duijf

    ‘De expositie en het boeiende filmpje dat u vooraf kunt zien, vertellen allebei dat de Franken vanuit het Duitse Rijnland naar Rhenen migreerden. (…) Waarom zou het niet gaan om Germanen uit de Gelderse Vallei of het gebied van de Kromme Rijn?’

    Goeie vraag. Voor zover ik weet, bewoonde het stamverband van de Ripuarische of Rijnfranken aanvankelijk het gehele Rijngebied tot in de Lage landen en regeerden ze over de Betuwe en Hamaland, het gebied boven de Nederrijn. Behoorden ook de Germanen aan de benedenloop van de Rijn tot dat stamverband?

    Het stamverband van de Salische Franken bewoonde het gebied ten noordoosten van de Rijn. Nadat de Ripuarische en de Salische Franken in 507 gezamenlijk de Alamannen hadden verslagen, veroverde de Salische Frankenkoning Clovis ‘Frankia Rhinensis’.

Reacties zijn gesloten.