
U heeft het afgelopen woensdag misschien al op het internet gelezen: archeologen van de Vrije Universiteit in Amsterdam en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben in de Betuwe een Laat-Romeinse goudschat opgegraven, die daar rond het jaar 460 na Chr. is begraven. Als u er meer over wil weten, moet u vanavond het NRC Handelsblad even lezen, waarin ik er verslag van doe, of morgen het lange achtergrondverhaal in de wetenschapsbijlage van dezelfde krant.
Voor het moment iets anders: het verslag van een van de vinders, Cees-Jan van de Pol. Het berichtje waar ik zojuist naar linkte, noemt hem een “hobbyist”, maar het is nu net iemand die het zoeken naar oudheden met metaaldetectoren serieus neemt en ervoor heeft gezorgd dat de schat niet verloren is gegaan voor de wetenschap. De gouden munten zijn vanaf vandaag te zien in Museum het Valkhof in Nijmegen, maar het is niet voor het eerst dat dankzij Van de Pol een museum een belangrijk voorwerp krijgt: het belangrijke Museum Dorestad heeft aan hem een belangrijke Vikingring te danken. Ik geef hem nu graag het woord over zijn Laat-Romeinse vondst.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.