De vroege Stoa (2): De Natuur

Zenon, de stichter van de Stoa (Vaticaanse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Wat de natuur betreft herkende Zenon zich meer in het standpunt van de tweehonderd jaar eerder levende filosoof Herakleitos, dan in dat van de cynici. Van Herakleitos leent Zenon het idee dat onze wereld continu verandert en zich laat leiden door natuurwetten. Deze natuurwetten vormen de ware aard van de natuur.

En hier sluit Zenon zich bij aan. Maar Herakleitos dacht in tegenstellingen, die beschouwde hij als de moeder van alle verschijnselen. Zenon heeft (geheel in lijn met de hellenistische tijd, waarin de natuurwetenschappen een hoge vlucht namen) een natuurwetenschappelijke manier van kijken, en verwerkt deze in zijn versie van de filosofie van Herakleitos. Hij ziet in plaats van tegenstellingen oorzaak-gevolg-relaties als de kracht achter verandering.

Lees verder “De vroege Stoa (2): De Natuur”

De Romeinse expansie (of zoiets)

Een ruiter uit Capua (Altes Museum, Berlijn)

Ik liet u in mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, vorige week achter met de constatering dat ik me wat ongemakkelijk voelde bij de uitdrukking “Romeinse expansie”. Wat Rome onderscheidde van andere steden, was alleen dat het succes had. De eenwording van Italië onder Romeins gezag lijkt echter niet te verklaren vanuit intern-Romeinse factoren. Het kan althans niet komen vanuit een krijgszuchtiger mentaliteit, want alle antieke staten hielden rekening met oorlog. Het had vermoedelijk ook niet te maken met een beter leger, want voor zover bekend gebruikten alle Italische legers vergelijkbare uitrustingen. Romes netwerk van bondgenoten was evenmin uniek. De Etrusken waren verbonden in een statenbond en de Samnieten vormden een federatie.

Gedachtenexperiment

Ik wil een gedachtenexperiment doen. We nemen als speelbord Italië in gedachten, met alle steden en stammen als spelers. Elk daarvan krijgt een aantal kengetallen, die corresponderen met het agrarische oppervlak (en dus bevolkingsomvang); verder voor toegang tot handelswegen. Deze getallen bepalen de kracht waarmee een staat zijn beleid kan uitvoeren. De relatie tot de buren kunnen we bepalen aan de hand van andere factoren: een punt erbij als er economische banden zijn of als er etnische verwantschappen zijn. Dus 0, 1 of 2. Is die 2, dan ontstaat een bondgenootschap. Als er conflicten zijn tussen twee steden, trekken we een punt af.

Lees verder “De Romeinse expansie (of zoiets)”

Perzen, Grieken en pseudohistorici (2)

Kroisos (Louvre, Parijs)

Er is veel te zeggen voor de stelling dat Herodotos van Halikarnassos geen historicus is in onze zin van het woord, maar er is een belangrijk punt van overeenkomst: Herodotos had in de smiezen dat geschiedenis niet “one damn’ thing after another” is, geen kroniek (zoals), maar dat het draait om verklaringen. Historici – ik bedoel eigentijdse – onderscheiden diverse soorten verklaringen, waaronder de oorzakelijke waarin Herodotos in is geïnteresseerd. Daarin was hij een kind van zijn tijd. Vóór Herodotos zochten de Ionische Natuurfilosofen al naar aitia en na Herodotos systematiseerde Aristoteles wat er zoal over oorzaken te weten viel.

Drie soorten oorzaak

Omdat Herodotos leefde op het moment dat het begrip nog niet was uitgekristalliseerd, valt te verwachten dat hij niet zo systematisch is. Dat zien we mooi in de ouverture van de Historiën, het verhaal van Kroisos, koning van Lydië in West-Turkije, waarin Herodotos alle thema’s van zijn werk aangeeft. Om te beginnen is er in dit verhaal een vorm van causaliteit die we kunnen aanduiden als “actie – reactie”. De Perzische koning Cyrus had een zwager van Kroisos van de troon gestoten, dus moest Kroisos reageren. Kroisos’ leger steekt daarop de grensrivier Halys over, wordt verslagen, en nu is het Cyrus die reageert door over de Halys te komen en Kroisos aan te vallen. Actie en reactie.

Lees verder “Perzen, Grieken en pseudohistorici (2)”

Verovering versus globalisering

Gedachtenexperiment nummer één. Stel u iemand voor die rond 350 v.Chr. besluit vanuit de Lage Landen op reis te gaan. Hij trekt naar het zuiden door het gebied van de Kelten, bereikt de Middellandse Zee bij Marseille, een Griekse kolonie. Per boot zijn reis vervolgend legt hij aan in de havens van Etrurië. Hij bezoekt Rome en de steden in zuidelijk Italië, steekt over naar Sicilië, zeilt naar het kosmopolitische Karthago, scheept in naar Egypte, brengt een bezoekje aan het tempelstaatje Jeruzalem en gaat aan land in de havensteden van Fenicië. Tot slot reist hij via Cyprus, Griekenland en de Donau weer naar huis.

Zo’n reiziger zou terug zijn gekeerd met verhalen over stadstaten en stamsamenlevingen, over zelfvoorzienende dorpen, over handelsnaties en over het Perzische wereldrijk. Hij zou onderweg eerst Keltisch hebben geleerd, maar ook Ligurisch en Etruskisch, Grieks en Latijn, Aramees, Egyptisch, Fenicisch en het daarvan afgeleide Punisch, Perzisch, Thracisch en de talen die ooit in Midden-Europa gesproken zijn geweest. Onze reiziger zal hebben gebeden tot de beschermgoden van de zeevaart en de wegen, eerst in de vierkante velden van de Kelten, later in de hoge Etruskische podiumtempels, in de naar alle zijden open marmeren heiligdommen van de Grieken, in het “huis van alle volken” in Jeruzalem, in de gigantische tempelcomplexen van Egypte en op de offerhoogten van de Levant.

Lees verder “Verovering versus globalisering”

MoM | Levensbeschouwing en causaliteit (2)

[In het voorgaande stukje heb ik uitgelegd dat eenieder die zich bezighoudt met het verleden, moet laveren tussen ontologisch holisme en ontologisch individualisme. Ik heb geconcludeerd dat levensbeschouwingen het beste kunnen worden beschouwd als een voortdurend veranderend netwerk van in meer of mindere mate gedeelde ideeën en sociale relaties.]

Heeft het christendom, om de opmerking van Buma weer op te pikken, het westerse gelijkheidsideaal veroorzaakt? Ik denk dat hij wel een béétje gelijk heeft. De Bijbel zit vol tegenspraken en daardoor stuitten christenen, door de eeuwen heen, steeds weer op passages die hun konden brengen tot egalitaire ideeën. Het gelijkheidsideaal behoort, zo bezien, tot de christelijke bagage, samen met een ongelijkheidsideaal. Het is een deel van het “voortdurend veranderende netwerk van in meer of mindere mate gedeelde ideeën en sociale relaties”.

Lees verder “MoM | Levensbeschouwing en causaliteit (2)”

MoM | Levensbeschouwing en causaliteit (1)

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Vorige week schreef ikniet als enige, overigens – een factcheck over de vraag of het christendom, zoals Sybrand Buma had beweerd, al vele eeuwen een gelijkheidsideaal had uitgedragen. De aard van factchecks maakt het lastig de achterliggende kwestie te behandelen, namelijk hoe levensovertuigingen de samenleving veranderen. Dit is daarom zo ingewikkeld, omdat er verschillende andere vragen in samenkomen, zoals wat een levensovertuiging eigenlijk inhoudt en wat wordt bedoeld met invloed.

Lees verder “MoM | Levensbeschouwing en causaliteit (1)”