
Gisteren ging een lang gekoesterde wens in vervulling: ik zag de scheepslift van Strépy-Thieu. Na een knap vermoeiende fietstocht over de slagvelden van Fleurus en langs Liberchies was ik uitgeput aangekomen in La Louvière; uitgerust en wel ging ik vrijdag in een lichte regen op pad naar de bestemmingen die ik wilde aandoen: de Espace Gallo-Romain van Aat, de Archéosite van Aubechies (een soort Archeon) en uiteindelijk Doornik. Even ten noordwesten van La Louvière lag het kanaal-aquaduct dat een voorspel vormde voor het eigenlijke werk.
Eerst even dit: Henegouwen, met name het gebied dat Borinage heet, vormt een oud industrieel centrum. Om het te verbinden met de Schelde en de Samber/Maas, zijn allerlei kanalen aangelegd. (Willem I dankte er zijn bijnaam “kanalenkoning” aan.) Eén van die kanalen is het Centrumkanaal, waarvan de aanleg voor de vroege negentiende eeuw nog te moeilijk was: het moest namelijk een hoogteverschil van bijna honderd meter overbruggen. Pas toen het mogelijk was scheepsliften in plaats van sluizen te bouwen, was de aanleg mogelijk. Koning Leopold II opende het Centrumkanaal in 1888.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.