Een dag in Córdoba

Een Turdetanische dame (Archeologisch Museum van Córdoba)

Ik ben dus in Córdoba, een van de voornaamste steden in Romeins Andalusië. En Andalusië was weer een van de voornaamste provincies van het imperium. De regio stond vol olijfbomen, langs de Guadalquivir waren pottenbakkersovens, de groengele olie ging per schip richting Rome, waar de amforen belandden op een enorme schervenberg. De olie diende als brandstof voor lampjes, als zeep en als smaakmaker in het eten van de mensen. Andalusië moet 52.000.000 liter per jaar hebben geëxporteerd. De geleerde die het allemaal heeft onderzocht, was de op deze blog al eens genoemde Heinrich Dressel.

Antieke stad

Córdoba was ouder. De naam bevat het element qrt, “stad”, wat duidt op Karthaagse aanwezigheid, maar die is archeologisch niet geïdentificeerd. Ik hoorde vandaag een andere etymologie, namelijk dat de naam is afgeleid van Fenicische koteba, “olijfpers”. Ook heb ik gelezen dat achter het woord Cordoba de naam van de stam der Turdetaniërs schuilgaat. (Ik schreef al eens over deze Iberische stam.) Ten westen van de huidige stad is inderdaad een heuvelfort gevonden van de Turdetaniërs, die ook wel worden aangeduid als de Tartessiërs. Volgens mij is dat hetzelfde woord. Ik laat het voor wat het is.

Lees verder “Een dag in Córdoba”

Jan van Akens woordenpracht

De Bibi Khanum-moskee in Samarkand

Vroeger woonde romanschrijver Jan van Aken in een woonboot op loopafstand van mijn huis, tegenwoordig woont hij kilometers verderop en hoewel die niet onoverkomelijk zijn, zie ik hem minder vaak dan ik zou willen. Dat komt overigens niet alleen door zijn verhuizing maar ook doordat hij voor zijn schrijfwerk een studio heeft gehuurd die nog verder weg is. En ook doordat ik altijd teveel aan mijn hoofd heb. Vorige week ben ik echter eindelijk weer eens bij hem langs gegaan en ik fietste naar huis met op de bagagedrager een print van zijn nieuwe roman, De ommegang, die later dit jaar zal verschijnen. Ik heb het manuscript rond de jaarwisseling gelezen. En het is weer een echte Van Aken.

Een echte Van Aken wil zeggen dat de helden middeleeuwse vagebonden zijn die, zelfs als ze wat geld hebben (zoals de held in De ommegang), in feite aan de zelfkant van de samenleving verblijven. Mensen zonder vaste verblijfplaats, of het moeten de kroegen en bordelen zijn in de grote en kleine steden van de toenmalige wereld – Oxford, Konstanz, Parijs, Bologna, Trebizonde of Samarkand. Want de personages reizen ook dit keer heel wat af en ook De ommegang is weer een waar bestiarium, al is het dan niet bevolkt met fabeldieren maar met de wonderbaarlijkste mensen.

Lees verder “Jan van Akens woordenpracht”

Jan van Aken, De afvallige

Full disclosure: de Nederlandse schrijver Jan van Aken woonde tot voor kort bij me om de hoek, in een mooie woonboot. We delen een belangstelling voor het verleden en onze boeken worden uitgegeven door dezelfde uitgeverij. Toen Van Aken schreef aan De afvallige, hebben we de tekst verschillende keren besproken, en toen de tekst af was, heb ik hem in zijn geheel gelezen en becommentarieerd. U weet nu dus wat u hebt aan mijn oordeel als ik u zeg dat De afvallige een heerlijk boek is.

Wie de eerdere boeken van Van Aken las, weet welke personages hij mag verwachten: verslaafden, zwervers, soldaten, vorsten en geletterden met ongebruikelijke opinies. De verslaafde doet zich dit keer niet, zoals in Het fluwelen labyrint, tegoed aan harddrugs, maar kan niet zonder wijn. De zwerftochten gaan dit keer niet, zoals in Koning voor een dag, naar Egypte, maar door het hele Romeinse Rijk, van Trier via Constantinopel en Antiochië tot Damascus. De geletterde is dit keer geen pythagorese filosoof, zoals in De dwaas van Palmyra, maar een bisschop-intrigant. Stuk voor stuk interessante karakters, met wie je ook in het echt wel eens een glas teveel wil drinken, een reis wil maken en een goed gesprek wil voeren.

Lees verder “Jan van Aken, De afvallige”

Beroemd om het verkeerde boek

Orfeus (Archeologisch Museum, Stara Zagora)

Het Handelsblad wijdde kort voor kerstmis enkele pagina’s aan auteurs die beroemd waren om het verkeerde boek. Neem Herman Melville, wiens beroemde Moby Dick een goed boek is, ook al is zijn minder bekende The Confidence-Man beter. Ik kon het niet laten te bedenken wie ik zélf een mooi voorbeeld van een om het verkeerde boek beroemde auteur, en dacht meteen aan Jan van Aken.

De reden kan ik het beste illustreren met een analogie. Onlangs schaakte ik tegen mijn neefje, die kwam met een briljant nieuwtje: hij plaatste een loper op een toren en zei dat ik het stuk niet kon slaan zolang het in het kasteel veilig was. De zet getuigde natuurlijk van creativiteit, maar schaken is nog mooier als een speler iets verrassends doet binnen de regels.

Lees verder “Beroemd om het verkeerde boek”

Orfeus in de jaren tachtig

stara_zagora_orpheus_sIII_archmus_ab
Orfeus (Archeologisch Museum, Stara Zagora)

Een van mijn eerste recensies was gewijd aan De dwaas van Palmyra van Jan van Aken. Niet veel later liep ik hem in Amsterdam tegen het lijf. Ik schoot hem aan en we maakten een praatje. We stelden vast dat we bij elkaar om de hoek woonden en zijn nadien een paar keer wezen lunchen. Ik zou dus liegen als ik zei dat ik onbevooroordeeld ben begonnen aan Het fluwelen labyrint, het boek dat Van Aken zelf beschouwt als zijn beste werk. Het publiek dacht daar overigens anders over: Het fluwelen labyrint is als enige van Van Akens romans uitverkocht en niet meer in druk gebracht.

Is het inderdaad zo goed als Van Aken zelf denkt? Of hadden de recensenten gelijk die het beschouwden als minder dan bijvoorbeeld zijn veelgeprezen De valse dageraad? Aanvankelijk neigde ik naar het tweede. Ik las Het fluwelen labyrint vooral omdat ik wist dat ik Van Aken daar een plezier mee deed: niet met tegenzin, maar het duurde even voor ik “erin kwam”.

Lees verder “Orfeus in de jaren tachtig”

De dwaas van Palmyra

Munt van Gondofares
Munt van Gondofares

In de nacht en door de mist begeef je je naar de plaats waar je schip zal afvaren, je gaat aan boord, vaart uit, en ontdekt de volgende ochtend dat je bent ingescheept in het verkeerde vaartuig. Je reisgenoten zijn niet op weg naar Italië, maar naar het verre westen. Zo begint De dwaas van Palmyra. Ik hoopte dat de auteur, Jan van Aken, de lezer op het verkeerde been wilde zetten, maar nee, in het vervolg vernemen we dat het schip ook een mummie vervoert waaraan een cruciaal onderdeel ontbreekt, net als aan het stoffelijk overschot van Osiris. We zijn in de letteren wel eens subtieler aan boord van een dodenschip gegaan.

Er moet een degelijk verhaal komen om zo’n opening te doen vergeten, en gelukkig heeft Jan van Aken zijn stof goed gekozen. De roman bestaat in feite uit de levensbiecht van de hoofdfiguur, Damis van Nineve, ten overstaan van de weduwe die de mummie uitgeleide doet. Damis is de leerling van de Griekse filosoof Apollonios van Tyana (4 v.Chr. – 96 na Chr.?), die op zoek naar wijsheid een lange zwerftocht zou hebben gemaakt die hem in de jaren veertig van de eerste eeuw bracht tot in de Indusvallei.

Lees verder “De dwaas van Palmyra”