Joodse literatuur (5): wat te lezen?

Byzantijns kistje met bijbelse scènes

Ik heb u in vier blogjes, te beginnen hier, een chronologisch overzicht van de joodse literatuur geboden. Ik vermoed dat de meeste lezers van deze blog daaraan genoeg hebben, maar wie weet is er iemand die nu besluit zich er eens in te verdiepen.

Dat kan. Sterker, deze reeks was bedoeld als handreiking aan mensen die meenden dat ze toch die Bijbel eens moesten lezen. Ik weet dat er veel mensen zijn die vinden dat ze toch eigenlijk eens zouden moeten doen. Het is immers belangrijk erfgoed. En die mensen beginnen dan voorin de Bijbel, bij Genesis, en haken allemaal af halverwege Exodus, want die wet- en regelgeving is nu eenmaal onverdraaglijk saai. Dat is jammer, voor de lezer én voor de joodse literatuur, die allebei beter verdienen. Een betere aanpak is

Lees verder “Joodse literatuur (5): wat te lezen?”

Kwakgeschiedenis: Daar is Colin Humphreys weer

Jozua op een gevelsteen bij het Joods Historisch Museum (Nieuwe Amstelstraat 32)

Ach ja, Colin Humphreys. Die wil zó graag dat de Bijbel letterlijk waar is. Kwam al eens op de proppen met een krankzinnige theorie over het Laatste Avondmaal, waarbij hij de informatie negeerde waarover de evangeliën het onderling eens zijn en waarbij hij datgene overnam waarover ze elkaar tegenspreken. Normaal gesproken lach je dat weg, en dat doet dan ook iedereen die ze allemaal op een rijtje heeft. Maar ja, Humphreys werkt aan een universiteit en dus is er altijd wel een of andere domme journalist die het toch gelooft. Zoals destijds Het Parool. Ik heb er hier over geschreven.

En nu heeft hij de theorie opgerakeld die Hezi Yitzhak c.s. eerder dit jaar naar buiten brachten over Jozua en de slag bij Gibeon. Dit keer is het de website Scientias die er met open ogen invloog. Omdat het gewoon een herhaling van zetten is van wat al in januari in het nieuws was, herhaal ik mijn stukje uit januari ook maar. Heb ik het ook eens gemakkelijk.

Lees verder “Kwakgeschiedenis: Daar is Colin Humphreys weer”

Factcheck: De slag bij Gibeon

Jozua op een gevelsteen bij het Joods Historisch Museum (Nieuwe Amstelstraat 32)
Jozua op een gevelsteen bij het Joods Historisch Museum (Nieuwe Amstelstraat 32)

Bijbelverhalen zijn vaak zo verschrikkelijk mooi. Hier is er een die altijd tot de verbeelding spreekt: Jozua, de aanvoerder van de Hebreeën, trekt ten strijde tegen vijf Amoritische koningen, kort nadat hij het land van Israël is binnengetrokken.

Na een nachtelijke mars vanuit Gilgal deed Jozua een onverwachte aanval op de vijanden en Jahwe bracht hen voor Israël in verwarring. Zo brachten de Israëlieten hun bij Gibeon een zware nederlaag toe, achtervolgden hen de berghelling op naar Bet-Choron en bleven hen bestoken tot bij Azeka en Makkeda. Toen zij, vluchtend voor Israël, op de steile afdaling van Bet-Choron gekomen waren, liet Jahwe uit de hemel grote stenen op hen neerhagelen, die hen doodden. Dat duurde tot Azeka toe. Er stierven er meer door de hagelstenen dan de Israëlieten met het zwaard konden doden. (Jozua 10.9-11)

Hierna voegt de auteur iets toe dat hij lijkt te hebben ontleend aan een verder niet bekend Boek van de Rechtvaardige.

Lees verder “Factcheck: De slag bij Gibeon”

Archeologie van Israël (7): Hazor

De verbrande muren van Hazor

Maximalisme of minimalisme? We naderen het einde van deze reeks stukjes, die hier begon. We hebben gezien dat de minimalist op punten voorstaat als het gaat om de vraag of het glorieuze koninkrijk van koning Salomo ooit heeft bestaan, terwijl de minimalist er ook redelijk voorstaat als het gaat om het archeologisch bewijs van de Intocht. Zelfs als we de bijbelse chronologie loslaten en de verovering van Kanaän plaatsen in de twaalfde eeuw, zijn er teveel aanwijzingen dat het bijbelse verhaal niet zonder goede argumenten kan worden aangenomen voor waar.

We hebben het alleen nog niet gehad over Tel Hazor. Het gaat hier om een enorme burcht die in het uiterste noorden van Israël de plaatst beheerst waar de route van Damascus naar de zee de bovenloop van de Jordaan kruist. Archeologisch is de plek een goudmijn, maar het is bovendien prettig dat de belangrijke stad ook wordt genoemd in de teksten uit Mari in Syrië, uit Babylonië en uit Egypte. De farao lijkt de koning van Hazor te hebben beschouwd als zijn onderkoning in Kanaän, het hoofd van de andere stadstaatjes. Dit staat ook in de Bijbel (Jozua 11.10-11). Er moeten ongeveer 30.000 mensen hebben gewoond.

Lees verder “Archeologie van Israël (7): Hazor”