De sji’ieten van Irak (slot)

Vlag van de Vredesbrigade, een van de milities van de sji’ieten van Irak

[Dit is het laatste stuk over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

Wie nu door Irak reist, merkt overal dat de sji’a bestaat en het politieke leven domineert. Een simpel voorbeeld: in de kopermarkt in Bagdad hangen overal vlaggen met de portretten van de imams. Dit is opvallend, want Bagdad is traditioneel een gemengde stad, waar alle gezindten wonen. De soennitische koperwerkers zijn echter tijdens de Surge vertrokken. Pas nu keren ze terug.

De Surge was de naam die president Bush Jr in 2007 gaf aan de versterking van de Amerikaanse troepenmacht die in 2003 Saddam Hussein had verdreven en een steeds chaotischer land had geërfd. Het werd inderdaad rustiger, maar dat was niet doordat de Amerikanen het gebied nu pacificeerden maar doordat de sji’ieten hun politieke doelen bereikten: meer gezag in hun woongebied. Hun milities wisten grote gebieden in hun macht te krijgen en breidden hun invloedssfeer ook uit, terwijl sji’itische politici meer macht kregen.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (slot)”

De sji’ieten van Irak (4)

Abbas haalt water: afgebeeld op een fontein in Basra. Dit is een standaardmodel-fontein dat je overal in Irak ziet.

[Dit is het vierde stuk over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

Irak is momenteel een overwegend sji’itisch land. De imams die ik in het vorige stukje noemde, liggen begraven in grote heiligdommen in Najaf, Kerbala, Bagdad en Samarra en meer dan de helft van de bevolking rekent zich tot de sji’a. Na de verdrijving van Saddam Hussein wonnen de sji’ieten aan politieke invloed. Toen het leger op de vlucht sloeg voor de zogenaamd Islamitische Staat, speelden sji’itische milities een belangrijke rol bij het herstel van het centrale gezag. De laatste verkiezingen gingen vooral over de vraag welke sji’itische groep de meeste stemmen zou krijgen, degenen die vooral naar Iran keken of degenen die een meer nationale koers wilden varen.

Soennitisch Irak

Omdat de heiligdommen hier zijn en het sji’itische bevolkingsdeel zo groot is, zou je verwachten dat deze vorm van islam altijd de meeste aanhang heeft gehad. Toegegeven, de Abbasidische kaliefen en de Ottomaanse sultans waren soennieten, maar een soennitische overheid sluit een sji’itische bevolking niet uit. Het wonderlijke is dat de bevolking van het Tweestromenland pas na pakweg 1830 is gesji’itiseerd. Voordien beperkte de sji’a zich tot de steden met de heiligdommen – en die waren klein. In Najaf woonden op een gegeven moment maar dertig families.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (4)”

De sji’ieten van Irak (3)

Najaf, het graf van de door sji’ieten vereerde Ali

[Dit is het derde stukje over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

De graven van de imams zijn belangrijke pelgrimsoorden waar honderdduizenden sji’ieten naartoe komen. Anders dan de voor alle moslims aanbevolen pelgrimage naar Mekka, die plaatsvindt op specifieke data, is het bezoek aan de sji’itische pelgrimsheiligdommen niet aan een bepaalde tijd van het jaar verbonden. Langs de weg van Teheran naar Mashhad en langs de grote wegen in Centraal-Irak zie je dus altijd wel mensen wandelen met vlaggen, op weg naar zo’n mausoleum. In dit blogje wat foto’s.

Hieronder ziet u de mihrab in Kufa, waar de eerste imam, Ali dus, is vermoord. Daarna is hij begraven in Najaf, dat u hierboven zag. Het is een mooi heiligdom, waar ik met plezier heb rondgelopen. Het is met het Iraanse Qom het belangrijkste centrum voor sji’itische studie. U heeft wellicht gezien hoe de lokale leider, grootajatollah Sistani, dit voorjaar in zijn bescheiden huis in Najaf een ontmoeting had met de paus.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (3)”

De sji’ieten van Irak (1)

Ali, de “leeuw des geloofs”, de ongewilde leider van de sji’ieten

De islam kent twee hoofdstromingen: de soennieten ofwel traditionalisten en de sji’ieten ofwel partijgangers. De splitsing gaat terug op een conflict dat meteen na de dood van Mohammed is ontstaan. Ik blogde er al eens over. De Profeet had enerzijds aangegeven te willen worden opgevolgd door de beste moslim en had anderzijds zijn schoonzoon Ali aangewezen. Misschien ontwikkelde Mohammeds denken en zag hij aanvankelijk de geloofsgemeenschap (de umma) als alternatief voor de familie en benadrukte hij later toch verwantschapsbanden.

De soenna en het kalifaat

Hoe dat ook zij, toen Mohammed was overleden en Ali de gebruikelijke verplichtingen vervulde, koos Mohammeds inner circle van vertrouwelingen de oude Abu Bakr als opvolger. Er was haast. Het was namelijk crisis: er was een concurrerende Arabische leider, sommige stammen meenden dat verdragen met Mohammed na diens overlijden kwamen te vervallen en tal van andere zaken waren onvoldoende geregeld. Abu Bakr bezat de voor het voortbestaan van de umma benodigde doortastendheid. Wat een nette manier is om te zeggen dat hij geweld niet afwees.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (1)”