NWA: Nogmaals de kerstening

De inwijding van de grafbasiliek van Servatius in Maastricht (Rijksmuseum, Amsterdam)
De inwijding van de grafbasiliek van Servatius in Maastricht (Rijksmuseum, Amsterdam)

Alvorens de reeks over de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) te vervolgen, eerst even een algemene opmerking, namelijk dat ik het leuk vind dat deze reeks stukjes zoveel reacties losmaakt. Het illustreert dat de vragenstellers zaken aankaarten die bij meer mensen leven en dat we weinig onomstreden antwoorden hebben, Dat is mooi. Op de vraag van vandaag heb ik zelfs geen begin van een antwoord. Grappig genoeg heb ik een boek klaarliggen, De Franken en het christendom van Pierre Trouillez, waarin zeker meer zal staan, dus ik kom hierop terug.

Hoe verliep de kerstening van de Lage Landen (boven en onder de grote rivieren) op lokale schaal?

Het door de vragensteller gemaakte onderscheid tussen de kerstening onder en boven de grote rivieren is belangrijk. Ten zuiden van de limes, dus in het Romeinse Rijk, kwam de kerstening al in de vierde eeuw op gang. Ze is verbonden met namen als die van Servatius, de in 384 te Maastricht overleden bisschop van Tongeren. Dit is ook de tijd waarin de Cunera-legende speelt, waarover ik al eens eerder schreef. Toen de Franken de macht overnamen, werden ook hun koningen christelijk, wat meestal in verband wordt gebracht met de doop van koning Clovis aan het begin van de zesde eeuw.

Welke missioneringsactiviteit tijdens het eerste Frankische koningshuis, de Merovingen, in het noorden plaatsvond, is niet bekend. Vrijwel alle bronnen hebben namelijk betrekking op zuidelijker streken, al lijkt het erop dat de bisschop van Keulen rond 630 een kerkje heeft laten bouwen in Utrecht. De kerstening in wat nu België heet is beter gedocumenteerd en wordt meestal geassocieerd met de namen van Eligius en Amandus.

Lees verder “NWA: Nogmaals de kerstening”

NWA: De eeuwige stad

De bij mijn weten oudste vermelding van de "urbs aeterna", uit de tijd van keizer Mazentius (r.306-312) (CIL 6.33856)
De bij mijn weten oudste vermelding van de “aeterna urbs”, uit de tijd van keizer Maxentius (r.306-312) (CIL 6.33856)

In mijn reeks rond de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag:

Welke mechanismen spelen een rol bij de vorming van een identiteit in Rome gedurende de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen?

Ik heb, toen ik deze reeks begon, aangegeven dat ik de vragen niet beantwoorden kán, om de doodeenvoudige reden dat het vragen aan de wetenschap zijn. Vragen waarop dus nog geen antwoord is en eigenlijk ook nooit een definitief antwoord zal bestaan, om de al even doodeenvoudige reden dat wetenschap niets anders is dan een methode om de vragen wat te verleggen. En anders is het de onwetendheid van de blogger wel die ervoor zorgt dat een antwoord moet uitblijven. Op de bovenstaande vraag kan ik het antwoord zéker niet geven. (Morgen zullen we hetzelfde meemaken.)

De vragensteller wijst erop dat de bewoners van Rome in de Late Oudheid leefden in een stad vol “oude instituties, tradities en een stadslandschap die hun glorieuze verleden weerspiegelden”. De Senaat kwam nog steeds samen, een oeroud feest als de Lupercalia werd nog altijd gevierd en overal stonden oude gebouwen. De keizers stelden er ook nog een eer in om in Rome te bouwen. Maxentius en Constantijn deden dit nog grootschalig. Daarna werden de subsidiestromen verlegd.

Lees verder “NWA: De eeuwige stad”

NWA: Ingewikkelde oude talen

Manuscript van Caesars Gallische Oorlog (Biblioteca Nazionale, Napels)
Manuscript van Caesars Gallische Oorlog (Biblioteca Nazionale, Napels)

[In onze reeks rond de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) komt vandaag een vraag aan de orde over een onderwerp waar ik zelf te weinig van weet om er veel zinvols van te zeggen. Daarom geef ik het estafettestokje vandaag door aan Suzanne Adema, een classica die werkzaam is aan de VU en UvA. Dank je wel Suzanne!]

Hoe komt het dat de grammatica van oude talen, zoals Grieks en Latijn, ingewikkelder is dan die van moderne talen, zoals Nederlands en Engels?

En de toelichting:

Sinds de opkomst van de eerste beschavingen en de uitvinding van het schrift is de maatschappij steeds complexer geworden. Hierdoor is ook het belang van goede communicatie toegenomen. Hoe is het dan te verklaren dat de voornaamste vorm van communicatie, onze taal, steeds simpeler wordt? We gebruiken geen naamvallen meer, geen mannelijke of vrouwelijke woordvormen meer, nog maar weinig verschillende werkwoorduitgangen. Hoe komt dat?

Lees verder “NWA: Ingewikkelde oude talen”

NWA: De kerstening

Camee van Constantijn de Grote
Camee van Constantijn de Grote, die zich hier presenteert als Jupiter (met bliksemschicht). Met hem in de zegekar staan enkele familieleden, die de dynastieke continuïteit symboliseren. (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

In mijn reeks over de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag de vraag:

Hoe kon het christendom in de vierde eeuw de overheersende religie worden in het Romeinse Rijk?

De vragensteller voegt toe dat het zal gaan om een combinatie van factoren en het is krek zo. Om te beginnen leende het (binnen het toenmalige jodendom niet-unieke) idee dat niet de Wet van Mozes maar een al verschenen verlosserfiguur de kern vormde van het geloof, zich goed voor export naar niet-Joden, waarmee een eerste stap was gezet op weg naar groei: de “markt” voor dit idee was tien tot twintig keer zo groot. In een tweede fase zal het bloed der martelaren het zaad van de kerk zijn geweest. Met een niet-exclusieve boodschap en met het getuigenis van de martelaren hebben we dus al twee factoren die de opkomst van het nieuwe geloof verklaren.

Lees verder “NWA: De kerstening”

NWA: Platte aarde

De triomf van keizer Mauricius (Metropolitan Museum of Art, New York)
De triomf van keizer Mauricius (Metropolitan Museum of Art, New York)

In mijn reeks n.a.v. de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag de vraag:

Hoe is het mogelijk dat mensen zo lang hebben gedacht dat de aarde plat was?

De vragensteller licht toe dat zeelieden toch gezien moeten hebben hoe schepen achter de horizon verdwenen. Ook wijst hij erop het zien van een appel, die van een afstandje een schijf lijkt maar van dichtbij een bol blijkt, altijd voorhanden was als de clou die zeelieden tot de juiste conclusie zou laten komen.

Een eerste antwoord op de vraag zou kunnen zijn: je kunt alle aanwijzingen hebben en nog de oplossing niet herkennen. Ik herinner me dat ik ooit op kerstavond thuiskwam in de Diemense studentenflat waar ik destijds woonde en alle aanwijzingen had dat er moest zijn ingebroken, maar die conclusie niet trok. Ik nam de post uit mijn postvak en lag al op bed toen een huisgenoot thuiskwam en aan de hand van mijn verdwenen post concludeerde dat er een inbreker was geweest. Zoals hij aan de hand van een verkeerde aanwijzing op het juiste spoor kwam, zo kwam ik aan de hand van correcte aanwijzingen niet tot de juiste conclusie. Zo gaan dat soort dingen.

Lees verder “NWA: Platte aarde”

NWA: Antisemitisme

Isis (gevonden in Valkenburg ZH; foto Rijksmuseum van Oudheden)
Even een neutraal plaatje van Isis (gevonden in Valkenburg ZH; foto Rijksmuseum van Oudheden) omdat ik geen zin heb antisemitisch illustratiemateriaal te recyclen.

Deze dagen blog ik wat rond de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda en vandaag wil ik het hebben over twee verwante kwesties:

  • Waar komt het antisemitisme in Europa steeds vandaan?
  • Kan een bestudering van antieke bronnen nieuw licht werpen op het ontstaan van antisemitisme?

Dit is lastige materie en ik kan er alleen een persoonlijke mening over geven. En dan begin ik met een observatie op het snijvlak van antropologie en filosofie: mensen zijn voortdurend de wereld aan het interpreteren en scheppen voortdurend categorieën. Alleen kloppen die nooit en dat roept ergernis op. (Een recent voorbeeld is de intense haat die de draagsters van een boerkini de afgelopen zomer ten deel viel. Als je de wereld verdeelt in vrije westerse vrouwen en onderdrukte moslima’s, is een boerkini-draagster een nachtmerrie, want ze past niet in een van die twee hokjes.) Ik vermoed dat een soortgelijk mechanisme de diepste oorzaak is van het antisemitisme: in een cultuur als de onze, die onderscheid maakt tussen iemands nationaliteit en iemands religie, past het niet dat joden zowel een volk als een religie zijn.

Lees verder “NWA: Antisemitisme”

NWA: Germanen of Kelten?

Nehalennia
Nehalennia: een zuiver Keltische naam

Ik blog deze dagen over de vragen uit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) die betrekking hebben op de Oudheid. Antwoorden heb ik niet – het zijn immers vragen aan de wetenschap – maar ik kan wel iets toelichten. Vandaag:

In hoeverre is het juist dat de Germanen in de strijd tegen de Romeinen in onze vaderlandse geschiedenis een hoofdrol spelen?

In zijn toelichting wijst de vragensteller erop dat de autochtone bevolking die tegen de Romeinen streed, in feite “een mengbevolking” is geweest van “voor-Keltische landbouwbevolking, Kelten en Germanen”. Kortom, geen Germanen maar iets complexers dan dat.

Lees verder “NWA: Germanen of Kelten?”

NWA: Afgebroken neuzen

Romeins mannenportet, laatste kwart eerste eeuw na Chr. (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)
Romeins mannenportet, laatste kwart eerste eeuw na Chr. (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

Ik vervolg mijn onregelmatig verschijnende reeks stukjes n.a.v. de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda met een wel heel erg leuke vraag:

Waarom hebben vrijwel alle Romeinse beelden afgebroken neuzen?

De vragensteller vertelt dat hij de vraag in verschillende musea heeft gesteld en dat hij als antwoord kreeg dat de neus het kwetsbaarste deel is van een beeld. Dat overtuigt de vragensteller niet:

Lees verder “NWA: Afgebroken neuzen”

NWA: Migratie

Stèles als deze uit Nevsha, gevonden langs de wegen naar de koperaders, documenteren de westelijke migratie van de Proto-Italo-Kelten Nevsha (Archeologisch Museum van Varna)

De komende tijd presenteer ik hier op onregelmatige momenten een reeks over de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (hierna: NWA). Ik zeg erbij dat ik het over die vragen zal hebben, want de antwoorden ken ik niet. Het zijn niet zonder reden vragen aan de wetenschap. Ze gaan over de fronten van onze kennis, over datgene wat vooraf gaat aan de publieksstukjes die ik doorgaans schrijf. Ik kan er echter wel iets over vertellen.

Ik ben niet de enige die de vragenlijst langs gaat. Klaas Pieter Hart deed het met wiskunde (daar) en Marc van Oostendorp heeft inmiddels de vragen behandeld die over taalkunde gaan (hier).

Lees verder “NWA: Migratie”