Het Romeinse Rijk van Fik Meijer (1)

fik_meijer-macht_zonder_grenzen

Een tijdje geleden schreef ik over Jezus en de vijfde evangelist van Fik Meijer. Ik legde uit dat dit boek een christelijke agenda volgde: Meijers Jezus was van alles, maar géén Jood. Ik zal de allerlaatste zijn, echt, om christenen het recht te ontzeggen hun heiland uit zijn religieuze en etnische context te lichten, maar ik wilde wel de eerste zijn om op te merken dat Meijers boek over een onjoodse Jezus niet kan doorgaan voor het werkstuk van een competente historicus.

Overlast

Die haast had ik, omdat ik overlast ondervind van de boeken van Fik Meijer. Al jaren gaat er vrijwel geen week voorbij zonder dat ik vragen moet beantwoorden over wat de UvA-emeritus heeft geschreven, beweerd op een HOVO-cursus, verteld als reisleider, gezegd op de radio. Ik blijf altijd beleefd: als iemand erop wijst dat de man toch hoogleraar is geweest, verbloem ik met een “ook hoogleraren begaan weleens vergissingen” de problemen. Deze correspondentie kost me echter te veel tijd. Het gaat bovendien niet om onschuldige zaken die je kunt afdoen als verschil aan inzicht. Soms is fout gewoon fout. Als Meijer de Bergrede presenteert als “de enige tekst die echt iets prijsgeeft over de door Jezus beoogde samenleving”, heeft hij de bronnenkritiek niet begrepen en licht hij u verkeerd voor. Tot slot zijn veel van Meijers fouten zichtbaar voor iedereen, zodat het begrijpelijk is dat mensen denken dat oude geschiedenis een fopwetenschap is.

Oude geschiedenis is echter wel degelijk een wetenschap, gewijd aan een tijdvak waarover we weinig informatie hebben, gebaseerd op een eigen methode en onderwezen in academische opleidingen. Ook al kunnen die opleidingen beter, geen afgestudeerde zal de fouten nog maken die Fik Meijer maakt. In Jezus en de vijfde evangelist gaat het om het negeren van relevante bronnen (i.c. de Dode Zee-rollen en de henochitische literatuur), het kritiekloos overnemen van informatie uit Flavius Josephusbevooroordeelde geschiedenis van het jodendom en het benutten van elimineerbare of niet-geauthenticeerde teksten. (Mocht u het van een ander willen horen, dan kan dat daar.) Dit zijn zaken die Meijer, toen hij nog aan de UvA werkte, aan zijn studenten moet hebben uitgelegd. In elk geval wijzen andere oudheidkundigen, die een vak beoefenen dat van A tot Z draait om dataschaarste, erop dat je álle informatie moet benutten, dat je bedacht moet zijn op vooringenomen bronnen en dat je die bronnen kritisch moet bekijken. Ik hoop dat u van mij wil aannemen dat Meijers zwakten niet representatief zijn voor die van andere oudhistorici.

Zoals gezegd krijg ik al jaren vragen te beantwoorden. Jarenlang ook heb ik weinig gezegd van Meijers geringe feitenkennis of zijn tekortschietende beheersing van de oudheidkundige methoden. De reden zult u later vernemen. Ik ben van mening veranderd door het Jezus-boek en Meijers recente optreden bij De Wereld Draait Door, waarin hij zonder kennis van zaken sprak over het graf van Toetanchamon. De schade is te groot aan het worden.

De Romeinen van Fik Meijer

Het stuk waaraan u nu begint is in feite de uitleg bij de full disclosure waarmee ik mijn bespreking van Meijers Jezus en de vijfde evangelist begon. Ik gaf toen aan dat ik geschrokken was van Macht zonder grenzen, Meijers geschiedenis van het Romeinse Rijk. Van dat boek ondervond ik zó veel overlast, dat ik vooringenomen zou zijn als ik nog eens iets van Fik Meijer zou recenseren. Daarom zag ik daar zoveel mogelijk van af. Dat ik er nu toch over schrijf, is niet om Meijer te kleineren of een internetfittie uit te vechten. Dan had ik deze blogpost wel “Fiks foutenfestival” genoemd of zo. Het gaat erom dat mijn vak kapot gaat en dat Meijer, zijn uitgever, de universiteit, musea, het boekenbedrijf en eigenlijk iedereen die zich met de Oudheid bezighoudt, een val zijn binnengelopen.

Daar kunnen we uit ontsnappen, mits de voorlichting over een andere boeg wordt gegooid. We moeten niet focussen op Fik Meijer, Maarten van Rossem of Herman Pleij, maar tonen dat oudheidkunde interessant is. Vandaar dat ik begin met u uit te leggen welke problemen er zijn bij het interpreteren van bronnen.

[Wordt vanavond vervolgd]

Deel dit:

5 gedachtes over “Het Romeinse Rijk van Fik Meijer (1)

  1. Johan Hendriks

    Bravo. Het kan niet genoeg gezegd worden. Ook ik heb als Hovo-docent op te boksen tegen deze ‘professoren die het toch wel echt zullen weten’. Mijn grootste probleem is echter, Jona, dat je voor je eigen parochie preekt. Wij kennen je opvattingen. Wij steunen die opvattingen. Maar het merendeel van de mensen die toch echt zijn geïnteresseerd in de oudheid horen je helaas niet. Mijn vraag is: hoe kunnen we bereiken dat er door veel meer mensen naar objectiever berichtgeving wordt geluisterd?

  2. Dirk

    De parochie kan uitbreiden. Ik ben zelf een bekeerling. Jarenlang was het voor mij voldoende om een boek te kopen dat er een verwijzing naar Rome op de cover stond. Ik ben een heel stuk kritischer geworden in mijn aankopen.
    Het voordeel is alvast dat ik stilaan plaats kan maken in mijn boekenkast voor het betere werk.

  3. mnb0

    Hetzelfde geldt voor mij. JL heeft ook mijn historische inzichten aanmerkelijk uitgebreid, soms zelf, soms indirect door de weg te wijzen naar nog meer bronnen.

Reacties zijn gesloten.