De Epische Cyclus

Scène uit de Odyssee (Villa Giulia, Rome)

Oké, het zou wat overdreven zijn te zeggen dat iederéén de Ilias en de Odyssee kent. Maar toch. Een Trojaans Paard, een odyssee, de twistappel: het zijn maar wat voorbeelden die het dagelijkse taalgebruik hebben bereikt. En weet je, de Ilias en de Odyssee zijn maar twee van de twaalf gedichten van de zogeheten Epische Cyclus. De tien andere zijn verloren en wie de twee bewaarde teksten kent, kan een vermoeden hebben van de aard van het verlies. Immens.

De epische cyclus vertelt het Griekse verhaal van de wereld vanaf de schepping tot de terugkeer van de helden van de Trojaanse Oorlog. Hoe de gedichten tot stand zijn gekomen, is – oudheidkunde zijnde oudheidkunde zijnde de wetenschap van de dataschaarste – onbekend. Het lijkt er echter wel op dat de Ilias en de Odyssee, die altijd aan Homeros zijn toegeschreven, de oudste gedichten zijn.

Lees verder “De Epische Cyclus”

Het schild van Achilleus (2)

[Tweede deel van een stuk over pseudowetenschap, wetenschap en wetenschapscommunicatie. Het eerste was hier.]

Speculaties

Oudheidkunde kenmerkt zich door dataschaarste en dus speculatie. De waarde van het vak is dat je leert nadenken over die onzekerheid en dan kom je al snel bij het onderscheid tussen speculaties over gedocumenteerde en ongedocumenteerde verschijnselen. Ik zal het uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Een classicus kan, als hij op een onbekend woord stuit, speculeren dat het gaat om een bekend maar ongebruikelijk gespeld woord. Hij of zij weet namelijk dat spelfouten bestaan. De diverse typen in kaart zijn gebracht. (Ik zal nog bloggen over zaken als permutatie, dittografie, haplografie.) De classicus kan dus speculeren over het rare woord door te verwijzen naar een verschijnsel dat goed is gedocumenteerd.

Lees verder “Het schild van Achilleus (2)”

Het schild van Achilleus (1)

Hefaistos en Thetis met de nieuwe wapenrusting van Achilleus (Musée royal de Mariemont, Morlanwelz )

Er valt iets te zeggen vóór pseudowetenschap. De theorieën zijn vaak origineel en tonen de menselijke fantasie op haar mooist. Bovendien vinden pseudowetenschappers, steeds op zoek naar argumenten, hun aanwijzingen overal. Ze denken interdisciplinair en dat is goed. Pseudowetenschap daagt je daardoor uit na te denken over wat echte wetenschap is. Als je die uitdaging echter aangaat, lopen de rillingen je over het lijf.

Alle redenatiefouten die je aanwijst in een pseudowetenschappelijke theorie, zie je namelijk ook in de officiële wetenschap (wat dat ook moge zijn). Je zou willen zeggen dat de peer-review weliswaar niet onfeilbaar is maar excessen toch verhindert, maar je kent legio voorbeelden van het tegendeel. Je zou willen zeggen dat het zelfreinigend vermogen van de academische wetenschap blunders uiteindelijk corrigeert. Alleen weet je dat dit verrotte langzaam gaat of onvolledig is. Je zou willen zeggen dat de toetsing aan de empirie uiteindelijk allesbeslissend is. Maar je weet dat dat in de oudheidkunde niet gaat. Er is immers dataschaarste en dus onvoldoende empirie.

Lees verder “Het schild van Achilleus (1)”

Odysseus en Polyfemos

Sarcofaag uit Kouklia (Museum van Oud-Pafos)

De Odyssee bevat enkele scènes die de moderne lezer regelrecht ontroeren. Odysseus die na twintig jaar thuis komt en wordt herkend door zijn oude, op een mestvaalt liggende jachthond, die van vreugde sterft. Of het verhaal van Polyfemos.

De eenogige reus heeft Odysseus en enkele van zijn metgezellen opgesloten in een grot maar is blind gemaakt. Nu moeten de gevangenen nog naar buiten zien te komen en daarvoor is nodig dat de cycloop de rots weghaalt die de deur vormt. Dat gebeurt gelukkig als hij zijn schaapskudde uitlaat en Odysseus bindt zijn vrienden onder de schapen vast, zoals u hierboven ziet op een rond 500 v.Chr. gemaakte sarcofaag uit Kouklia ofwel Oud-Pafos op Cyprus. Polyfemos laat de dieren – en dus de mensen – naar buiten. Maar niet zonder zijn schapen te hebben toegesproken.

Lees verder “Odysseus en Polyfemos”

Odysseus en Kalypso

Odysseus smeekt Kalypso om verder te mogen reizen (Antikensammlung, Munchen)

Heel, heel lang geleden hoorde ik iemand uitleggen waarom de nimf Kalypso verliefd werd op de Griekse held Odysseus en waarom ze hem zeven jaar bij zich hield. Ik sta er niet voor in dat dit de uitleg is die de mensen in de Oudheid aan het verhaal gaven, maar dat is niet zo belangrijk. Mythen zijn immers van iedereen die ze nodig heeft en vandaag zijn wij dat.

In elk geval: Kalypso is onsterfelijk en Odysseus is dat niet. Dat laatste is wat hem voor haar aantrekkelijk maakt. Zijn tijd is beperkt en zijn beslissingen hebben consequenties. Als hij een verkeerd besluit neemt zal hij de gevolgen moeten dragen. Hij kan nooit helemaal opnieuw beginnen en dat maakt zijn leven een stuk interessanter dan dat van de onsterfelijke, die de tijd heeft een vergissing te herstellen. Alsof het leven een computerspelletje is waarin je op elk moment kunt terugkeren naar een punt dat je hebt gesaved.

Lees verder “Odysseus en Kalypso”