Vergeten aannames: Voorburg

[Tweede deel van een stuk over op geschreven bronnen gebaseerde aannames in de archeologie van Romeins Nederland. Het eerste was hier.]

Forum Hadriani

Zoals gezegd: elk wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op aannames die een onderzoeker niet allemaal kan controleren maar die onjuist zijn kunnen. Dat is een algemene kwestie. Neem het nieuwe boek van Tom Buijtendorp, De vergeten stad. Die stad is Voorburg, dat in de Romeinse tijd Forum Hadriani heette.

Lang geleden heeft iemand geopperd dat die naam betekende dat Voorburg was gesticht door keizer Hadrianus. Dat is onzin. Romeinse gemeentes die een beetje stroop wilden smeren, vernoemden zich naar de keizerlijke familie. Ik heb weleens gewezen op de Andalusische stad Sabora, die zich vernoemde naar de familie van keizer Vespasianus zonder dat de beste man zelfs maar plannen had Spanje te bezoeken. U vindt de relevante inscriptie hier. Dat Hadrianus in Voorburg is geweest, valt niet af te leiden uit de naam.

Lees verder “Vergeten aannames: Voorburg”

Koepelbouw in Isfahan

De koepel van Taj al-Molk in de Vrijdagsmoskee in Isfahan
De koepel van Taj al-Molk in Isfahan

Het plaatje hierboven toont de noordelijke koepel van de Vrijdagsmoskee in Isfahan. Een inscriptie vertelt dat het gewelf is gebouwd door een voorname hoveling, Taj al-Molk, in het jaar dat wij 1088 noemen. De constructie heeft een doorsnede van ongeveer negen meter: niet heel groot, maar toch noemde de architectuurhistoricus Arthur Pope het in zijn boek Persian Architecture “perhaps the most perfect dome known”.

Hij had het ook over “the perfection of a sonnet”, en hoewel ik die vergelijking niet zo goed begrijp, is wel duidelijk dat hij onder de indruk was van deze koepel. Daar is ook alle reden toe, want dit gewelf kan eigenlijk niet bestaan. Dat vergt wat uitleg.

Lees verder “Koepelbouw in Isfahan”

Archeologische prietpraat

Het Pantheon als zonnewijzer. Op 21 juni staat de lichtkring rond het midden van de dag precies voor de ingang.

Archeologen slaan nogal wat onzin uit om aandacht voor hun vondsten en theorieën te vragen. De traditie gaat terug op Schliemann, die zelden terugschrok voor een overdrijving meer of minder. Om een of andere reden zijn archeologen ermee doorgegaan. Je leert ermee leven.

De grenzen van het betamelijke worden echter royaal overschreden in dit artikel, waarin de stelling wordt verdedigd dat experts een “intrigerende theorie” hebben geopperd dat het Pantheon een zonnewijzer zou zijn. Dat is vrij algemeen bekend. Ik zou nu kunnen verwijzen naar mijn Stad in marmer, maar deze interpretatie is ook bij niet-oudheidkundigen algemeen bekend. Sla er een reisgids op na, of neem het volgende uit Harry Mulisch’ De ontdekking van de hemel (blz.712-713):

Lees verder “Archeologische prietpraat”