Hoeveel Latijn is er nog?

Latijnse teksten zijn in Brepols’ Library of Latin Texts (klik=groot)

Latijn is oorspronkelijk de taal van de bewoners van Rome en het gebied eromheen, Latium. De oudste resten van het Latijn dateren uit de zevende en zesde eeuw v.Chr. Uit de derde eeuw v.Chr. hebben we al wat langere teksten, uit de eerste eeuw v.Chr. hebben we de teksten van Cicero, en uit dezelfde tijd of de eeuw erna de teksten van bijvoorbeeld Caesar, Vergilius, Horatius, Ovidius en Livius. Vanaf de tweede eeuw na Chr. komen de christelijke teksten, met als belangrijkste vertegenwoordiger Augustinus.

Langzamerhand ontwikkelen het geschreven Latijn en de gesproken talen zich uit elkaar, waardoor de Romaanse talen ontstaan. Vanaf ongeveer de zesde en zevende eeuw na Chr. is Latijn eigenlijk niemands moedertaal meer. Het bleef echter bestaan als het communicatiemiddel in Europa. Iedereen die lezen en schrijven geleerd had en iets mee te delen had, bleef dit in het Latijn doen. Pas eeuwen later zetten de volkstalen zich ook als schrifttalen door, maar Latijn blijft tot op de dag vandaag een taal, waarin mensen met elkaar communiceren. Een spannende vraag is, wanneer eigenlijk het meest in het Latijn geschreven werd.

Lees verder “Hoeveel Latijn is er nog?”

Eedaflegging

Stefan George. Berthold en Claus von Stauffenberg; aan de muur hangt ook het portret van George

Wat bewoog de samenzweerders die op 20 juli 1944 vergeefs probeerden Hitler uit de weg te ruimen? Al snel na de oorlog heeft de Bondsrepubliek van Claus von Stauffenberg en de zijnen een soort democratische helden willen maken, met bijvoorbeeld een standbeeld in het Bendlerblock. Die presentatie is eigenlijk best begrijpelijk. Geen volk kan aan een toekomst denken zolang het, zoals Joschka Fischer het ooit aanduidde, moet leven met Auschwitz als Gründungsmythos. Zo’n verleden is zo ondraagbaar zwaar dat er niet mee valt te leven, laat staan een toekomst mee valt op te bouwen. Een individu en een volk hebben een paar lichtpuntjes nodig. Verzetsorganisaties als de Weiße Rose en de groep rond Von Stauffenberg boden dat licht.

Maar eerlijk is eerlijk: de graaf was geen democraat. Hij was een edelman, gevormd door de dichter Stefan George, die een erg elitaire visie op de werkelijkheid uitdroeg. (Robert Norton schreef een gedegen biografie, Secret Germany.) George had gemeend dat er een “geheim Duitsland” bestond, een geestelijke adel die zou zijn ontstaan door een fusie van het beste wat Grieks en Germaans was, en die de weg moest bereiden voor een beter politiek en maatschappelijk systeem, “das neue Reich”. Hoe dat vorm moest krijgen, lijkt in de Kreis rond George geen gespreksthema te zijn geweest, maar het moge duidelijk zijn dat “das neue Reich” een wegbereider was van het Derde Rijk. Het beroemde gedicht over de Widerchrist, dat wel wordt gelezen als afwijzing van Hitler, dateert overigens uit 1907.

Lees verder “Eedaflegging”

Goddelijke komedies

Dantes visioen van de verschillende hemels

Ik beken dat er hele weken, ja hele maanden voorbij gaan zonder dat ik denk aan het kleine antieke geschrift dat bekendstaat als de Openbaring van Paulus. Sterker nog, tot gisteren had ik niet gehoord van deze gnostische tekst, die in 1945 is gevonden in het Egyptische Nag Hammadi. En dat was jammer.

Maar we beginnen niet met een obscure tekst uit de Egyptische woestijn, maar met een heel wat bekender stuk literatuur: de Goddelijke komedie van Dante. In dit tussen 1308 en 1321 gepubliceerde gedicht vertelt de ik-figuur hoe hij een visioen heeft waarin hij afdaalt in de hel en vervolgens via de louteringsberg opstijgt naar de hemel. Onderweg ontmoet hij allerlei mensen, die vertellen waarom zij worden gestraft of beloond. Tegelijkertijd wordt de filosofie van Thomas van Aquino uitgelegd. In de hel en op de louteringsberg heeft Dante als gids de Romeinse dichter Vergilius, en er is wel aangenomen dat de Florentijnse auteur op het idee van zijn werk is gekomen door lezing van de Aeneis, waarin de held afdaalt in de Onderwereld.

Lees verder “Goddelijke komedies”