
[Ik doe het zelf even wat rustiger aan en geef het woord aan mijn vader, die vertelt wat hij als kind in de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Het eerste deel is hier en een overzicht is daar.]
Voor kinderen uit de stad was het leven op de boerderij natuurlijk iets geweldigs. Wij stonden niet zo vroeg op als oom Jan en de knechten, want die waren om zeven uur ’s morgens de koeien al aan het melken. Als we dan zo om acht uur in de stal kwamen kijken, waren ze met twee man nog bezig. Ze zaten dan op een raar, klein krukje, een stukje paal waar een plankje op gespijkerd was, de melkemmer tussen de knieën. Ik vond het altijd heel spannend dat je door aan de uiers van de koe te trekken daar een straaltje melk uit kon laten komen. Melken was toen nog echt handwerk, melkmachines bestonden nog niet. Het melken van een koe duurde wel een kwartier en dat moest twee keer per dag gebeuren, ook op zondag. Je snapt dat daar iedere dag heel veel tijd mee heen ging.
Onder het melken mochten Wim en ik de koeien wel eens voeren, dan deden we hooi in de voerbak of gemalen bieten. We mochten die bieten zelf ook stuk snijden. Daarvoor was er een bietenmolen. Dat was een soort korf waar je de bieten in kon gooien. Onderin zaten messen die je met een zwengel aan de buitenkant van de korf kon ronddraaien. De stukjes biet vielen dan in een mand en die werden aan de koeien en kalveren gevoerd. Dat alles gebeurde in het schemerige licht van de deel en de stallen. Want de verlichting bestond uit stallantaarns, die op olie brandden.
Lees verder “Oorlogskind (18) Leven op de boerderij” →
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.