Hadrianus’ houtvesters

Houtvestersinscriptie uit Bayt az-Zahlah (American University, Beiroet)

De hier afgebeelde inscriptie ligt in de tuin voor de ingang van het Archeologische Museum van de Amerikaanse Universiteit in Beiroet. De Romeinse steenhouwer had weinig ruimte en heeft aan het begin, linksboven, vier letters verstrengeld tot één complex teken, dat vrijwel iedereen destijds kon ontstrengelen tot IMP H. Omdat daarop de letters AD volgen, samen met de nu niet meer zo goed leesbare letters AU, was het te lezen als IMP HAD AU. Op de volgende twee regels was G DEFINITIO SILVARUM te lezen. Als we de diverse afkortingen uitschrijven, staat er:

IMP(eratoris) HAD(riani) AU-
G(usti) DEFINITIO
SILVARUM

Vertaald: grens van de wouden van keizer Hadrianus Augustus.

Lees verder “Hadrianus’ houtvesters”

De cederboom

Een Libanese ceder in de winter

De ceder is zoiets als papyrus: een bijna legendarisch stuk flora. De bomen kunnen wel veertig meter hoog worden en de stam kan drie meter dik zijn. De ceder is daarom ideaal om masten en kielen van te maken, wat dan ook al gebeurde in de Vroege Bronstijd. En ook later, zoals het Uluburunwrak. Verder leveren de bomen hars, die bruikbaar was als lijm en om amforen waterdicht mee te maken, zodat een soort retsina ontstond.  Elke sigarenroker weet dat cederhout heerlijk ruikt en in de Oudheid gebruikte men het als alternatief voor wierook.

Hoewel de ceder tegenwoordig vooral voorkomt in met het Libanongebergte, groeide de boom in de Oudheid ook in het Taurusgebergte. Door ontbossing, die al in de Oudheid is begonnen, is dit gebied sterk verkleind. Tegenwoordig groeit de boom vooral in enkele beschermde reservaten in Libanon.

Lees verder “De cederboom”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (4)

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; zondag rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Nadat ze de cederbomen hadden omgehakt en een vlot hadden gemaakt, voeren koning Gilgameš en zijn vriend Enkidu weer terug naar de stad Uruk. Enkidu stond aan het roer en Gilgameš stond vooraan, met het hoofd van Humbaba. Het was een enorme reis: als je de landkaart pakt, zie je dat ze begonnen in het land dat nu Libanon heet en dat ze toen eerst naar het noorden voeren, door Syrië, dat ze daarna het vlot en de bomen over het land moesten dragen door wat nu Turkije heet, dat ze toen de rivier de Eufraat bereikten en daarover verder gingen, opnieuw door Syrië en toen nog een stuk door Irak. De Eufraat stroomde langs Uruk, dus ze hoefden het vlot en de bomen niet nog een keer op hun schouders mee te dragen.

Toen ze in Uruk kwamen, was iedereen blij, vooral Ninsun, de buffelgodin die ook de moeder was van Gilgameš. Van het hout maakten ze mooie kamers in het paleis. Alle mensen keken naar Gilgameš en Enkidu en dachten: “Wat een stoere mannen zijn dat, dat ze zo ver hebben gereisd, een monster hebben verslagen en het beste hout van de wereld naar onze stad hebben gebracht.” En het waren niet alleen mensen die vol bewondering keken naar de twee vrienden.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (4)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (3)

Een Libanese cederboom in de winter

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; zondag rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Koning Gilgameš en Enkidu waren de beste vrienden. En zoals ze zeggen: ze haalden het beste uit elkaar naar boven. Het meisje dat Gilgameš naar Enkidu had gestuurd, had ervoor gezorgd dat hij geen beestmens meer was, maar iemand die met andere mensen kon wonen in de stad. En Enkidu zorgde ervoor dat Gilgameš niet meer iedereen aanviel, want als Gilgameš dat zou doen, dan zou Enkidu hem wel een paar stevige klappen geven, koning of niet.

Op een dag besloten de twee vrienden dat ze eens iets bijzonders moesten gaan doen, zodat iedereen zou weten wie ze waren. Al gauw hadden ze bedacht dat ze op reis zouden gaan naar het woud waar de cederbomen groeien. Net als de stad Uruk, waar Gilgameš koning was, bestaat het cederwoud echt. Het heet tegenwoordig Libanon. Hierboven zie je een foto van zo’n ceder. Het hout van die bomen ruikt veel lekkerder en is veel sterker dan dat van gewone bomen. Als je vroeger een mooi paleis wilde bouwen, gebruikte je cederhout omdat je daarmee veel grotere kamers kon maken.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (3)”