Het Huis van de Europese Geschiedenis

Toen in de negentiende eeuw de nationale staten – ik kan het populaire anglicisme “natie-staten” niet uit mij pen krijgen – vorm kregen, moest nog aan de mensen worden uitgelegd dat ze voortaan één volk waren in één staat. Koningsdag, het volkslied, een vlag, een taal van vreemde smetten vrij, feestdagen, monumenten voor nationale helden, een gestandaardiseerde geschiedschrijving en natuurlijk ook nationale historische musea. Hoe succesvol dit programma was, blijkt wel uit het feit dat we nauwelijks meer herkennen hoe artificieel de nationale staten eigenlijk zijn.

Nieuwe perspectieven

De Dekolonisatie bracht verandering. Wilden de Europese economieën het wegvallen van de voormalige koloniën compenseren, dan moest men een grotere interne markt scheppen. Dat is dan ook gedaan. Generaties politici hebben het wegnemen van belemmeringen als prioriteit gehad. Er ontstonden supranationale instellingen, met als bekendste voorbeeld de reeks EGKS, EEG, EG en EU, die begon als orgaan voor permanent intergouvernementeel overleg en inmiddels is te beschouwen als een semidemocratische semistaat.

Lees verder “Het Huis van de Europese Geschiedenis”

Bruxelles, je t’aime

Mijn fiets in Brussel

Recht op de man kreeg ik onlangs de vraag voorgelegd: “Waarom houd je eigenlijk van Brussel?” De vraag kwam onverwacht en ik was op het verkeerde been gezet. “Omdat het een stad is”, was het eerste wat ik bromde. Dat klopt ook wel. Ik had ook kunnen antwoorden “Omdat er een Librairie Jona is”. Het stukje dat ik daarover ooit schreef, kwam uit mijn tenen. Al gaat het natuurlijk niet over Brussel.

Ik geloof dat het eigenlijke antwoord in het verlengde van de vorige alinea ligt. Brussel heeft – for better or worse – iets internationaals, meertaligs en multicultureels. Voor wie, zoals ik, woont in een stad waarin steeds meer Engels wordt gesproken door mensen die volstrekt niets interessants te melden hebben, is het een verademing te wandelen door een stad waar Frans nadrukkelijk aanwezig is. Ik weet niet of alles wat in die taal wordt gezegd interessant is, maar het is tenminste iets anders.

Lees verder “Bruxelles, je t’aime”

Geliefd boek: Die versprengten Deutschen

Karl-Markus Gauß (1954) is een Oostenrijkse schrijver die in Salzburg leeft. Hij is bekend als essayist en reiziger door Midden- en Oost-Europa, waarover hij lezenswaardige boeken heeft gepubliceerd. Het werk van Gauß is in verscheidene talen vertaald, maar bij mijn weten nooit in het Nederlands. De schrijver bedient zich van een helder, modern Duits zonder ingewikkelde constructies of al te lange zinnen, observerend zonder meanderende reflecties en met af een toe een laconiek terzijde.

Hij schreef onder andere Die sterbenden Europäer (2001) over kleine Europese volkeren die verdwijnen en Die Hundeesser von Svinia (2004) over Romas in een klein dorpje in het oosten van Slowakije. Ook anderszins heeft hij zich voor de Romas ingezet. Steeds is de schrijver op zoek naar de randen van het officiële Europa en de marginale groepen die er leven.

Lees verder “Geliefd boek: Die versprengten Deutschen”

Er is er een jarig

Een euro in Frankfurt

Het eerste stukje van het nieuwe jaar: ik wens u het allerbeste.

En ik begin het nieuwe jaar met een stukje over een zegening die ik vandaag tel: de Europese samenwerking. Die is geen panacee voor alle kwalen, maar wel degelijk nuttig, en dan denk ik vandaag vooral aan de invoering van de gemeenschappelijke munt. Dat die fantasieloos euro moet heten is omdat politici écu te Frans vonden klinken, wat alweer aangeeft hoezeer het een gedrocht is, beklonken in de politiek. En zoals we de afgelopen jaren hebben gezien was het monetair beleid niet zelden eveneens een gedrocht. Ik denk bijvoorbeeld dat Griekenland dwaas is geweest maar dat de bestraffing excessief was. Dat alles wil niet zeggen dat ook het bestaan van de euro een gedrocht is.

Waarom kregen we de euro ook alweer? Niemand zat er werkelijk op te wachten – zeker de bankiers niet. Het besluit over te schakelen op één munt was zuiver politiek: de twee Duitslanden wilden zich na 1989 verenigen, en Frankrijk, dat begreep politiek en economisch overvleugeld te zullen worden, eiste controle over de Duitse mark. De euro was een dappere uitruil en alleen al hierom verdienen Kohl en Mitterand een standbeeld. Wie er meer over wil weten, moet The Road to European Monetary Union van André Szász maar lezen.

Lees verder “Er is er een jarig”

Thierry Baudet

Giotto, De woede (Srovegni-kapel, Padua)
Giotto, De woede (Scrovegni-kapel, Padua)

In mijn filterbubbel was gisteren nogal veel te doen over een politicus wiens naam al te vaak wordt genoemd en die nu dan, zo las ik overal, het masker écht had laten vallen en zijn ware gezicht had laten zien. Niemand, zo werd me toegeschreeuwd, kon nu nog ontkennen dat het lavendelmonster een fascist was. In een artikel over de Franse schrijver Houellebecq in American Affairs zou Thierry Baudet – want ook ik ontkom er niet aan zijn naam te vermelden – zich duidelijk hebben gekeerd tegen euthanasie, abortus, euthanasie en werkende vrouwen. Onze volksvertegenwoordigers vinden dat dus maar niks.

Daarin hebben ze natuurlijk volkomen gelijk.

Het is ook volkomen niet ter zake.

Ik ken voldoende mensen die sympathiseren met Thierry Baudet. Het zou vreemd zijn als ik die niet kende, want er zijn nogal wat FvD-stemmers. Als ik vraag waarom ze stemmen op iemand die heeft geschreven dat vrouwen overweldigd willen worden, als ik ze erop attendeer dat iemand die een privétaal spreekt het volk per definitie niet vertegenwoordigt of als ik hun voorleg dat een Nexit echt geen goed idee is, dan geven die sympathisanten meteen toe dat Baudets ideeën weerzinwekkend zijn. Maar, zo zeggen ze, hij schudt de politiek tenminste op. Zijn geluid is weliswaar niet nieuw of fris, erkennen ze, maar het is tenminste anders.

Lees verder “Thierry Baudet”

Bangmakerij

Aristoteles (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

Ik zal de allerlaatste zijn om te zeggen dat kennis van de Oudheid noodzakelijk is, maar soms zit er in de bonte grabbelton van antieke ideeën iets bruikbaars. Zoals Aristoteles’ opvattingen over de wijze waarop mensen in een discussie anderen overtuigen, een onderwerp waar hij opvallend veel en heel origineel over heeft geschreven. De Griekse filosoof meende dat drie factoren een rol speelden:

  1. logos: de logische opbouw van de argumentatie;
  2. ethos: of de spreker persoonlijk overtuigend is;
  3. pathos: of de spreker aan de gevoelens van het publiek weet te appelleren.

Klinkt simpel, is simpel. Er zijn eenvoudig te benoemen fouten die je kunt vermijden.

Lees verder “Bangmakerij”

Parijs, Europa

Jean Huber, Le souper des philosophes
Jean Huber, Le souper des philosophes

Parijs is méér dan de hoofdstad van Frankrijk. Het is de stad waar in de achttiende eeuw de ideeën van de Verlichting werden geconcipieerd en in de praktijk gebracht. Het is de basis waarvandaan Napoleon deze ideeën exporteerde, onder andere naar Egypte. Het is een plaats met een spreekwoordelijk losse seksuele moraal. Het is de belichaming van een land dat, trots op zijn laïcité, religieuze symbolen in het openbaar onderwijs verbiedt. Het biedt ruimte aan de meest vrije pers ter wereld.

Parijs is, tot slot, de plek waar de coördinatie plaatsvindt van militaire operaties in islamitische landen als Libië, Mali en Syrië. Dat is niet van vandaag of gisteren: het assertieve contraterrorismebeleid is ontworpen na de metro-aanslagen van ’95. Parijs staat hoog op de lijst van steden waaraan jihadisten een hekel hebben. Het is de hoofdstad van een militair actieve staat met een traditie van secularisme en Verlichting.

Lees verder “Parijs, Europa”

Europa

Europa (British Museum)
Europa (British Museum)

De mythe van Europa, die door de als stier vermomde oppergod Zeus (de Romeinse Jupiter) werd ontvoerd, is een van de bekendste uit de oude wereld. Het meisje, een prinses uit de stad Tyrus, zou worden meegenomen naar Kreta, waar ze de moeder werd van koning Minos en haar naam gaf aan het werelddeel waar ze was aangekomen. Het valt niet uit te maken of er een Fenicisch of ander oosters sprookje aan dit verhaal voorafgaat.

Hierboven is een afbeelding van Europa en de stier. Ze dateert uit de derde eeuw v.Chr., is opgegraven in Babylon en te zien in het British Museum. En hieronder is de navertelling door de Romeinse dichter Ovidius, te vinden in de Metamorphosen, in de vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema.

Lees verder “Europa”

Ach, Europa

Frankfurt

“Je kunt geen gemeenschappelijke munt hebben zonder gemeenschappelijk beleid”, zegt de voorzitter van de Europese raad, Herman Van Rompuy, gisteren in Trouw. Dat haal je de koekoek, zou je zeggen: het was immers de bedoeling dat economische integratie zou leiden tot gemeenschappelijk beleid.

Voor de jongere lezertjes: tijdens de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk – en dit kunnen jullie nalezen in de redactionele commentaren van bijvoorbeeld de verzetskrant Het Parool – dat de toekomst behoorde aan de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, dat de Europese mogendheden hun koloniale rijken zouden kwijtraken en dat ze hun welvaart alleen zouden kunnen wederopbouwen door een grote interne markt te scheppen. Dat betekende onvermijdelijk dat Duitsland, als machtigste land van het continent, zou moeten worden ingekapseld in nieuwe bestuurlijke structuren.

Lees verder “Ach, Europa”

Symboolpolitiek

De “zon van Vergina” op een gouden schijfje uit Pydna (Archeologisch museum, Thessaloniki)

In 1977 ontdekte de Griekse archeoloog Andronikos bij het Noord-Griekse dorp Vergina het magnifieke koningsgraf dat sindsdien wordt toegeschreven aan Filippos II van Macedonië, die vooral bekend is als de vader van Alexander de Grote. Het is maar de vraag of Filippos er werkelijk ligt; ik denk zelf van wel, maar de theorie dat het in feite gaat om Alexanders halfbroer Filippos III, is serieus te nemen. Een andere vraag betreft het symbool dat op verschillende voorwerpen uit de graven is te zien: is het een ster of een zon, en wat representeert ze? Het heeft zeker iets met het antieke gebied Macedonië te maken, en ik voor mij houd het voor een dynastiek symbool, maar zeker is het allerminst. Het is in elk geval prachtig en ik zie de azuurblauwe vlaggen met het gouden teken graag wapperen in de Griekse zon.

In 1991 viel Joegoslavië uiteen en het eveneens Macedonië genaamde zuiden van dat land werd onafhankelijk. Als vlag nam het de Zon van Vergina, en dat leidde tot een diplomatieke rel zonder weerga. De Grieken waren woest over het misbruik van het “eeuwenoude Griekse symbool”. In Noordwest-Europa haal je daarover je schouders op: het symbool was pas veertien jaar bekend. En al zou het eeuwenoud zijn, wat dan nog? Dat de Nederlandse leeuw ergens in een Romeins park staat, vinden wij amusant, en geen Belg heeft er ooit aanstoot van genomen dat ons nationale dier zich eveneens verheft boven het slagveld van Waterloo.

Lees verder “Symboolpolitiek”